maandag 23 maart 2009

Soria - Reinhilde

Erasmus in Soria

Vergeet al je twijfels en vertrek gewoon op Erasmus! Het is een unieke kans en het is natuurlijk ideaal voor ons, talenstudenten. Maak je niet te veel zorgen en ga ervoor. Je leert nieuwe mensen kennen, je leert heel veel bij qua taal en omgang en je leeft in een ander land, in een andere cultuur en mentaliteit. Zo leer je pas echt hoe een taal in mekaar zit.

Ik moet toegeven dat ik in het begin ook zo mijn twijfels had over Soria, maar ook omdat ik de kans heb gekregen om een volledig jaar te gaan en dat naar Soria, een stadje in het Noorden van Spanje. Maar dat heeft net zijn charmes. Iedereen kent iedereen en praat ook met iedereen. Je loopt over straat en je moet wel 5 keer stoppen omdat er iemand met je begint te praten. (Dus je kan best wat op tijd vertrekken als je ergens hebt afgesproken.) Je kan ook best te voet gaan, want op het openbaar vervoer moet je niet altijd rekenen qua stiptheid. Ver kan het ook niet zijn, want op een halfuur ben je aan de andere kant van de stad.
Maar ik heb zeker geen spijt van mijn beslissing en ik zou het echt meteen opnieuw doen.

Ik raad je aan om alleen te vertrekken. Het lijkt misschien angstaanjagend, maar je leert meteen nieuwe mensen kennen en het is vooral ideaal voor je Spaans. Dit jaar was ik de enige Nederlandstalige dus ik werd verplicht altijd Spaans te praten met als gevolg dat ik toen ik naar België ben teruggegaan, problemen had met het Nederlands.

Stap 1: Hoe ga ik naar Soria?

Je kan met SN Brussels Airlines vliegen van Brussel naar Madrid, ongeveer 2 uur. Daar kan je de metro nemen naar het busstation en een bus nemen richting Soria. Dat is de busmaatschappij Alsa en de reis duurt ongeveer 2,5uur.

Maar je kan ook met Ryanair vliegen. Je kan dan vertrekken vanuit Eindhoven naar Madrid of vanuit Charleroi naar Madrid, Valladolid of Zaragoza.
Vanuit Charleroi is het ongeveer 1u15 in het vliegtuig. Vanuit de luchthaven kan je altijd een bus of metro nemen naar het busstation voor ongeveer 1€ of 1,5€. Je kan ook een taxi nemen, maar dat kost 18€.
Madrid en Valladolid liggen ongeveer even ver van Soria.
Zaragoza ligt iets dichterbij. In het busstation Delicias kan je met 2 maatschappijen naar Soria gaan, nl. Therpasa of Linecar. Het hangt er natuurlijk van af wanneer je aankomt.
Als je met Therpasa gaat, zijn er 2 routes. Met de ene stop je in alle kleine dorpjes en de andere is een directe route, maar het duurt altijd langer dan Linecar die enkel directe routes heeft. Je bent ongeveer 2u onderweg en met Therpasa 2,5 uur en het kost ongeveer 10€.

Ikzelf ben altijd naar Zaragoza gevlogen omdat Ryanair promotieacties deed en daar de goedkoopste vluchten naartoe gingen. Het is ook een kleine luchthaven. In Madrid heb je meer kans dat ze je bestelen. Je kan ook best op voorhand op de websites van de busmaatschappijen zoeken naar de uurregeling, want als je bijvoorbeeld ’s avonds landt, kan het zijn dat je een hostal moet boeken. Bij Therpasa kan je ook je ticket online kopen op http://www.movelia.es/venta/asp/index.asp

Stap 2: Hoe zoek ik een kot?

Er zijn 3 opties: je kan een appartement delen met 2 of 3 andere mensen of je kan in een gezin gaan wonen of naar een residentie gaan. Let wel, om binnen te raken in een residentie, moet je voor juni een aanvraag indienen.

Je kan het beste eerst een Spaanse simkaart kopen. En daarna gewoon naar de universiteit gaan. Daar hangen op ‘de valven’ briefjes op van mensen die medebewoners zoeken. En die telefoonnummers ga je dan allemaal af, want soms hangen er nog briefjes op van mensen die al iemand gevonden hebben. Je kan dan afspreken om het appartement te gaan bekijken en je eventuele nieuwe medebewoners te ontmoeten. Of je kan in het lokale krantje kijken.
Er is ook de verantwoordelijke van Relaciones Internacionales, maar die was nooit op haar kantoor en heeft onlangs ontslag genomen, maar ze zijn op zoek naar een vervanger. Maar de meesten hebben zelf iets gevonden.

De universiteit ligt buiten de stad, dus je kan kiezen om in het centrum of dichtbij de unief iets te zoeken, waar ze nu trouwens 4 appartementsblokken aan het bouwen zijn.
Sommige huisbazen laten een contract opstellen, maar het is dus ook heel gewoon wanneer er geen contract wordt ondertekend. Ik raad je aan om je contract te lezen voor je het ondertekent.

Qua huurprijs zit je tussen 160 tot 250€ per maand. Dit kan zijn met verwarming, warm water, licht inbegrepen of met 2 van die 3. Als het licht bijvoorbeeld niet is inbegrepen, krijg je daar een extra factuur van om de 2 maanden. Dat is gemiddeld 30€ voor 2 maanden wat dan verdeeld wordt onder de bewoners.
Let wel op, in sommige appartementen is er geen internet voorzien! Al is dat heel handig. In de universiteit is er draadloos internet, waar je een toegangscode voor krijgt wanneer je ingeschreven bent. Dit kan wel even duren, maar er is ook een informaticalokaal waar je met een kabel ook op internet kan en er staan ook computers ter beschikking.

Er zijn enkele residenties in de stad. Je deelt daar een grote kamer met een andere persoon, meisjes en jongens gescheiden. Soms deel je een badkamer met 2, maar soms ook met de hele gang. ’s Middags en ’s avonds is er eten voorzien. En dat voor ongeveer 530€ per maand.

Stap 3: De lessen

Voor je vertrekt, krijg je een Learning Agreement mee met de vakken die studenten voor jou gevolgd hebben. Als je liever een ander vak wil volgen, kan je dat wisselen, maar moet je toestemming vragen aan je coördinator in Soria ( Mr Antiono Bueno) en aan Mr. Verschaeve.
LET OP! In Spanje hebben ze nog niet de Europese studiepunten zoals wij! Dus je moet ze delen door 1,25.
Je uurrooster moet je zelf samenstellen. En dat is een heel gepuzzel. Als vakken samenvallen op hetzelfde uur, zeg je dat tegen je docent. Ze zijn dat gewoon hier. Je zoekt dan iemand in je klas om notities bij te schrijven. Als je met meerderen van onze school komt, kan je ook afwisselen onderling. De even week gaat iemand naar dat vak dat samenvalt en de oneven week de andere.
Zoals je waarschijnlijk al wel weet, is de dagindeling in Spanje anders. Spanjaarden eten 's middags tussen 14-16.30u en 's avonds rond 22 à 23u. Schrik dus niet als je van 9u tot 15u aan een stuk les hebt.
In de lessen aangegeven in het Learning Agreement zitten vooral Erasmussers. Een voordeel is dan dat ze er rekening mee houden en ze praten trager.

1. Traducción General Directa B II (Francés)

Dit is een vertaalvak waar je vertaalt van het Frans naar het Spaans. Dat lijkt in het begin heel moeilijk, maar uiteindelijk raak je er wel aan gewend. In het begin laten ze je ook vertalingen maken zonder woordenboeken, maar geen paniek dat is even moeilijk voor de Spanjaarden, de Franstaligen als voor ons.
Je docente heet Zaida. (In Spanje mag je je docenten tutoyeren en bij de voornaam noemen.) Ze is heel vriendelijk en het zijn gezellige lessen. De 3 uren per week vliegen voorbij. En je leert ook nog veel bij.
General betekent dat je algemene teksten vertaalt, vooral krantenartikels. Het is een vak in het 2e jaar, dus het Frans is goed te begrijpen.
Een echte aanrader dus.

2. Traducción General Directa C II (Francés)

Een vertaalvak uit het derde jaar. De docente, Cristina Adrada, is heel wat strenger dan Zaida. Ikzelf vond deze lessen minder leuk. Je moet ook vertalingen indienen en die verbetert ze heel streng. Maar je leert wel veel bij, want ze gaat heel traag vooruit omdat ze veel dingen uitlegt.

Over de examens van deze vakken kan ik weinig zeggen, want ik heb de kans gekregen om een jaar te blijven en daarom heb ik geen examen moeten afleggen in januari-februari. Maar voor de Erasmussers die een halfjaar blijven, wordt er een speciaal examen opgesteld.
Dit hebben ze ons in het begin van het jaar uitgelegd:
Bij TGD BII moet je gewoon vertalen en mag je gebruik maken van alle woordenboeken die je wilt en van het internet.
Bij CII bestaat het examen uit 2 delen: het eerste met enkel eentalige woordenboeken, het tweede met ook tweetalige woordenboeken
.
3. Traducción y Cultura

Dit vak gaat over de geschiedenis van de vertaling. De eerste vertalers worden besproken en er wordt ook een vergelijking gemaakt tussen de vertalingen in het Westen en het Oosten.
Het is een interessant vak vond ik. Het lijkt een blokvak, maar op het examen mag je je notities gebruiken en moet je 4 teksten bespreken en uitleggen of je akkoord gaat met de visie van de auteur. De docent, Augustín, had gezegd dat we geziene en ongeziene teksten zouden krijgen, maar het waren alle 4 geziene teksten.
In het begin kan het wat moeilijk zijn om hem te verstaan, maar je went eraan.

4. Teoría y práctica de la Producción Textual

Dit vak is te vergelijken met Tekstontwerp. Het gaat over hoe je een tekst moet schrijven. Je moet ook 4 verschillende soorten teksten schrijven. Er wordt dus theorie gezien maar op het examen zelf moet je gewoon een tekst schrijven over een opgegeven thema. Manolo is een vriendelijke oudere man die graag vertelt en vooral over dingen die niets met de les te maken hebben. Het zijn leuke lessen en hij weet veel over de taal, dus je leert veel uit de verbetering van je taken.

5. Pintura y Sociedad

Dit vak lijkt op Culturele Stromingen. De schilderkunst van de Vlaamse Primitieven en van de Italiaanse School wordt besproken. (Jan Van Eyck, Michelangelo, Rafael, Leonardo da Vinci...) Het zijn interessante lessen en de docente praat heel duidelijk.
Op het examen moet je 2 geziene schilderijen bespreken.

6. Informática Aplicada a la Traducción (Francés)

Dit vak begint met een inleiding tot Word en Paint toegepast op vertalers. In Paint leer je hoe je bijvoorbeeld een logo van een bedrijf moet vertalen, of tekst die in een afbeelding staat. Daarna komen de vertaalprogramma’s aan bod: Trados, Wordfast, MultiTerm. Als er nog tijd over is, behandelt de docente het vertalen van webpagina’s.
Dit jaar heeft ze geen examen gegeven omdat we maar met 7 studenten waren. Dus heeft ze de taken die we hebben gemaakt door het jaar beschouwd als examen.
Rocio praat redelijk snel, maar ze is altijd bereid het nog eens uit te leggen.
Dit is echt een zeer nuttig vak!

7. Pragmática Intercultural


Dit is een vak in het tweede semester. De docent, Joaquín, behandelt de pragmatiek in de verschillende culturen. Hij vergelijkt bijvoorbeeld hoe mensen handelen in Spanje en in het Noorden van Europa of het verschil tussen het Oosten en het Westen.
Het is een interessant vak en de docent brengt zijn stof heel boeiend over.

Voor deze vakken hoef je geen boeken te kopen. Je moet zelf notities nemen. En voor de vertaalvakken, moet je enkel betalen voor de kopieën.

Stap 4: Ontspanning en Cultuur

Genoeg over de school, tijd voor ontspanning. Wat kan je zoal doen in Soria?
Qua cultuur zijn er enkele mooie monumenten: La Concatedral de San Pedro, Santo Domingo, San Saturio, Parador, San Juan de Duero, el Palacio de los Condes de Gómara, Iglesia San Juan de Rabanera… Er is ook een museum in het centrum.
Wat je zeker moet doen, is een wandeling maken langs de Río Duero! Een ideale plek voor een picknick.
Soria heeft ook vele parken. Het belangrijkste is El Parque Muncipal of in de volksmond La Dehesa.
Voor de rest zijn er nog El Collado en La Plaza Mayor. Het echte centrum van Soria waar zich zowat alles afspeelt. El Collado is de “winkelstraat”, maar verwacht er ook niet te veel van. Als je graag gaat winkelen, kan je beter naar el Centro comercial Camaretas gaan. Je kan de bus nemen voor 0,90€ aan el Rincón Becquer of aan het busstation. Maar als je echt wilt gaan shoppen, kan je beter naar Madrid of Zaragoza of een groot shoppingcentrum in Logroño.
Voor de sportievelingen onder ons zijn er 2 zwembaden in Soria. Je kan ook sporten met de universiteit. Ze bieden enkele sporten aan tegen een studentenprijs zoals: voetbal, basketbal, boksen, yoga, dansen (ritmos latinos), volleybal, fitness...
En El Calaveron kan je ook Sevillanas of Flamenco volgen.

Wie liever ’s nachts danst, kan naar La Zona gaan. Een straat met het ene danscafé naast het andere zoals El Tango, Bakanal, Krass, Green...
Omdat Spanjaarden een ander ‘bioritme’ hebben, gaan ze ook op andere tijdstippen uit. Ze vertrekken hier pas rond 2u. Voor 2 u is er dus ook bijna niemand in La Zona. Wat ze hier dan meestal doen, is eerst samenkomen bij iemand thuis of eerst naar andere cafés gaan zoals El Queru, El Cafe Latino…
Wie van Jazz houdt, kan naar El Avalon. Een bar tegenover La Plaza de Toros, waar ze iedere week een live ‘concertje’ geven.

Stap 5: Uitstappen

In het begin van het jaar organiseert de school een uitstap naar de hoofdcampus in Valladolid. Daar ga je naar een Erasmusvergadering en daarna met een gids door de stad.
Verder zijn we ook naar La Laguna Negra geweest. Een echte aanrader. Het is een meer in de bergen. De Spanjaarden menen dat het geen bodem heeft. Prachtige natuur, maar het kan er vrij koud zijn.
Voor de rest hebben we geen uitstappen meer gemaakt met de school omdat we altijd een minimum van 50 personen moesten hebben om een groepsreis te kunnen maken. Dus we hebben vooral op ons eigen uitstappen gemaakt.
Vanuit Soria kan je naar veel steden gaan. Je bent op 2,5 uur in Madrid (heen- en terugreis 28€).
Als je graag Zaragoza, Logroño of Burgos wilt bezoeken, ben je ongeveer 2 uur onderweg.(heen- en terugreis rond 15€).
Voor 60€ kan je naar Barcelona en terug. Dat is wel een reis van 6u. En je kan ook ’s nachts de bus nemen.
Dé studentenstad van Spanje is Salamanca. Na een 5u in de bus te zitten en voor 40€ kan je naar daar gaan.
Je kan ook naar het Noorden van Spanje, maar dan zijn er geen directe routes. Als je bijvoorbeeld naar Galicia wilt, moet je eerst naar Valladolid en daar overstappen. Of naar Bilbao, moet je eerst naar Logroño om daar over te stappen.
Voor mogelijke routes en uurroosters kan je kijken op deze site waar je ook je tickets kan kopen, maar ook routes opzoeken: http://www.movelia.es/venta/asp/index.asp
De dorpjes in de buurt van Soria zijn ook een aanrader. Er zijn ook natuurparken in de omgeving.

Met andere woorden, op Erasmus gaan is een unieke en leerrijke ervaring. Je leert niet alleen het Spaans beter kennen maar ook jezelf. En je vriendenkring wordt internationaal.
Ik hoop in ieder geval dat ik je heb kunnen overtuigen om naar Soria te gaan. Je zal er echt geen spijt van krijgen. Trek je niet te veel aan van wat ze over het stadje zeggen, je maakt het zo groot als je zelf wil.
Kortom: allen naar Soria!

Als je nog vragen hebt, mag je me altijd mailen:

reinhilde.vrancken@student.lessius.eu

Pécs - Stephanie

Pécs?

Pécs is een sfeervolle studentenstad in het zuiden van Hongarije, op zo’n 220 km van Boedapest. De stad telt ongeveer 180 000 inwoners en is daarmee de vierde grootste stad van het land. In 2010 wordt Pécs, samen met Istanboel en Essen, culturele hoofdstad van Europa.

De reis

De handigste manier om van België naar Hongarije te reizen is uiteraard met het vliegtuig. Wizzair en Brussels Airlines bieden dagelijks meerdere vluchten aan naar Boedapest.

Om van Boedapest naar Pécs te reizen zijn er verschillende mogelijkheden:
De goedkoopste manier is met de bus, metro en trein: aan de luchthaven bus 200E (richting Kőbánya-Kispest), dan de blauwe metro naar het centrum van Boedapest, en overstappen op de rode metro die je naar het Keleti station brengt. Daar vertrekken er per dag zo’n acht treinen naar Pécs.
Als je het niet ziet zitten om je bagage op bus en metro te sleuren, kan je gebruik maken van de “reptér busz”: een minibusje dat je rechtstreeks naar het Keleti station brengt.

Nog een manier om naar Pécs te reizen is een zogenaamde “transfer” bestellen. Dan staat er een chauffeur je op te wachten in de aankomsthal van de luchthaven en word je in een minibusje met enkele andere reizigers rechtstreeks naar het door jou opgegeven adres in Pécs gebracht.

De universiteit

De universiteit van Pécs is de grootste van Hongarije. De campussen zijn verspreid over heel de stad. Talen worden gegeven aan de “Bölcsészkar”, aan de Ifjúság útja. Deze campus is vlot bereikbaar met de bus.
Over het algemeen valt de organisatie van de universiteit best mee. De mensen van het “international office” zijn altijd bereid om te helpen, al moet je vaak heel wat geduld hebben.
Voor de eigenlijke start van het academiejaar wordt er een Welcome Week georganiseerd. Dit is zeker een aanrader: de activiteiten zijn leuk en het is de ideale manier om andere erasmussers te leren kennen.

Lessen

De eerste weken ga je op zoek naar lessen die je wil volgen. Daarbij is het belangrijk dat je weet dat je hiervoor niet kan voortgaan op de “Erasmus study guide”. De lessenlijst die daar vermeld wordt, is oud en helemaal niet meer up to date. Je gaat best gewoon naar het departement van de taal en kijkt dan op het “notice board” naar het uurrooster. Het helpt ook om docenten aan te spreken en te vragen welke vakken zij aanraden.

Vakken die ik gevolgd heb:
• English listening en speaking skills: zowat hetzelfde als de lessen mondelinge taalvaardigheid op Lessius.

• Magyar mint idegen nyelv (Hongaars als vreemde taal): lessen Hongaars in kleine groepjes. Tijdens de eerste les doe je een test om te kijken in welke groep je hoort. Ik kwam in de hoogste groep terecht, en het niveau was best behoorlijk.

• Translation studies: een vak over CAT-tools (computer assisted translation). Heel interessante les waarbij ik met vertaalsoftware (Memoq) leerde werken.

• Central European political structures: een les over politiek in Centraal-Europa.

• English-Hungarian translation skills: een vertaalles Engels-Hongaars. Heel moeilijk en redelijk veel werk vermits je naar het Hongaars moet vertalen, maar de leerkracht is heel vriendelijk en staat altijd klaar om te helpen.

Verblijf

Ik heb gekozen om bij een gastgezin te verblijven, wat heel goed is meegevallen! Het voordeel van een gastgezin is dat je veel Hongaars praat. Je leert ook de plaatselijk gewoontes kennen en krijgt lekker eten voorgeschoteld. Een risicofactor is natuurlijk dat het wel moet “klikken” met die mensen, maar dat was dus bij mij heel dik in orde!
Als je liever niet bij een gastgezin verblijft, kan je een kamer aanvragen in het “kollégium” (soort peda). De erasmusstudenten worden in Pécs op één gang in het Boszorkány kollégium geplaatst, dat centraal gelegen is en goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
De kamers van het kollégium zijn vorig jaar vernieuwd, dus alles ziet er nog heel netjes uit. Het nadeel van een kamer in het kollégium is dat je een vrij kleine (maar slim ingerichte) kamer deelt met een andere erasmusstudent, wat dus wil zeggen dat privacy vinden niet altijd even gemakkelijk is. Daar staat tegenover dat er op de “erasmus floor” altijd wel een supertoffe sfeer is!

Amusement

Pécs is een echte studentenstad, je hoeft je er dan ook nooit te vervelen. Er zijn genoeg bars, restaurants, clubs,... om je een semester lang bezig te houden, om van de erasmusfeestjes nog maar te zwijgen. Ook op cultureel vlak heeft de stad veel te bieden, en met je studentenkaart kom je overal goedkoop binnen.
Vanuit Pécs kan je ook toffe uitstapjes doen: wijnproeven in Villány, dobberen in een thermaalbad in Harkány (aanrader!), een wandeltocht door de Mecsekheuvels,...
Je kan ook de bus nemen naar naburige stadjes zoals Szigetvár en Kaposvár.
Het “international office” van de universiteit organiseert ook vaak uitstapjes speciaal voor buitenlandse studenten, onder andere een trip naar Praag.

Prijskaartje

Vervoer:
Wizzair is uiteraard de goedkoopste optie. Als je op tijd boekt en flexibel bent wat reisdatum betreft, kost een ticket naar Boedapest je niet meer dan 50 euro.
Een treinreis naar Pécs: 3580 HUF (12€), 1960 HUF (6€) met Hongaarse studentenkaart.
De “reptér busz”: 2990 HUF (10€ )
De transfer van Mistral: 8000 HUF. (27€) (http://www.mistral-minibus.hu)
Maandabonnement voor het openbaar vervoer in Pécs (met Hongaarse studentenkaart): 2400 HUF (8€)
Buskaartje naar steden in de buurt: zo’n 500 HUF (1,6€)

Verblijf:
Hier kan ik niet zoveel informatie over geven. Ik betaalde mijn gastgezin 300 euro per maand, en daar zat zowat alles in, behalve middageten op weekdagen. Dit is natuurlijk bij elk gezin anders.
Het kollégium is uiteraard de goedkoopste optie.
Buiten het kollégium vind je studentenkamers in Pécs in alle prijsklassen. Van andere studenten hoorde ik dat je voor 160 euro per maand toch een goede kamer zou moeten vinden, internet inbegrepen).

Eten/drinken/amusement:
Dit is in Pécs een pak goedkoper dan in België. Enkele voorbeelden:
Een menu in een studentenrestaurant: 600 tot 800 HUF (2-3€).
Frisdrank/bier in een gemiddeld café: 140 HUF (0,5€)
Cinematicket: gemiddeld zo’n 900 HUF (3€)
Voor andere dingen (kledij, elektronica, ...) is het verschil met Belgische prijzen niet zo groot.

School:
Voor de vakken die ik volgde, heb ik geen boeken moeten kopen. Ik heb wel cursussen die de leerkracht ter beschikking stelde, gekopieerd. (totaalprijs: nog geen 3€).


Als je nog vragen hebt of meer praktische informatie wil, mag je mij altijd mailen:

stephanie.buyck@student.lessius.eu

Parijs - Anabel, Hanne & Maryse

Vervoer

Elke dag vertrekt de Thalys vanuit Antwerpen en Brussel rechtstreeks naar Parijs, naar Gare du Nord, midden in het centrum. Vanuit Antwerpen doe je er iets meer dan 2 uur over, vanuit Brussel is het 1h20. Hoe vroeger je reserveert, hoe meer kans je hebt om nog een smoove ticket te kunnen boeken, dit zijn de goedkoopste tickets waarmee je voor 50 euro heen en terug kan.

Voor het vervoer in Parijs zelf kan je best een Pass Navigo aanvragen, dit is een pas die je iedere maand moet herladen en waarmee je onbeperkt mag reizen met de metro, bus, noctilien (nachtbus) en RER, een soort van trein die Parijs met de voorsteden verbindt. Een maandabonnement voor de zones 1 en 2 (dit is heel Parijs en een stukje van de voorsteden) kost 55 euro. Je kan ook een weekabonnement kopen, wat 16 euro kost. De metro’s rijden van ongeveer 5h30 tot ongeveer 00.30-1.00 en in de weekends tot 1.30-2.00. Daarna zal je de noctilien moeten nemen.

ISIT

Ongeveer een week voor de lessen beginnen, moet je een afspraak maken met mevrouw Serieys, de erasmuscoördinator. Ze helpt je bij het samenstellen van je lessenrooster en bij het afhandelen van al het papierwerk. Enkele dagen voor het begin van de lessen krijgen alle Erasmussers een introductiedag, waarop heel wat praktische info gegeven wordt en ook de studentenvereniging stelt zich dan voor.

Sinds 2008-2009 is de studiepuntenverdeling over de vakken veranderd. Over het algemeen worden er vrij veel studiepunten gegeven in verhouding met het aantal lesuren.

Vakken die Maryse (F-I) gevolgd heeft:

- Cours de français pour Erasmus: Madame Savarit, 4 credits
Dit is een vak dat verplicht is voor alle Erasmussers. Het niveau ligt vrij laag, echt veel bijleren doe je niet. In het begin moet je een niveautest afleggen, maar vreemd genoeg worden de verschillende groepen niet ingedeeld volgens het niveau. Je moet wel aanwezig zijn in de les en regelmatig wat taakjes maken, ook moet je een korte presentatie geven over een onderwerp dat je vrij mag kiezen.

- Economie: Madame Kontzler, 4 credits
Voor dit vak moeten de Erasmussers gewoon een dossier maken, dat in feite niks met de lessen te maken heeft. Wij moesten een dossier maken over de economische crisis.

- Relations internationales: Monsieur Prat, 4 credits
Ook voor dit vak moesten we een dossier maken, ivm de presidentsverkiezingen in de VS.

- Informatique: 1 credit
Voor dit vak moesten we geen lessen volgen, maar we hebben gewoon een paswoord gekregen zodat we zelf eventueel oefeningen ivm Word en Excel konden maken, online. Er is geen evaluatie voor dit vak en er wordt ook niet gecontroleerd of de oefeningen gemaakt worden.

- Traduction journalistique, Madame Buffaria, 3 credits
Dit is een vertaalvak Italiaans -> Frans. De teksten zijn al bij al niet te moeilijk en Madame Buffaria is een sympathieke vrouw die zeker en vast rekening houdt met de Erasmussers. De vertaling die we in de klas moesten maken telde mee als evaluatie.

- Thème général, Madame Devita, 3 credits
Dit is een vertaalvak Frans -> Italiaans. Over het algemeen vallen de teksten goed mee. De vertaling die we moesten maken in de les telde mee als evaluatie, we mochten wel enkel een eentalig woordenboek Italiaans gebruiken.

- Thème technique, Monsieur Micelli, 3 credits
Dit is een vertaalvak Frans -> Italiaans. De teksten in het Frans zijn op een zeer hoog niveau geschreven, dus vertalen naar het Italiaans is een moeilijke opgave. Ook voor dit vak moest ik gewoon een vertaling in de klas maken, die dan meetelde voor de evaluatie.

Vakken die Hanne en Anabel (F-S) gevolgd hebben, naast de algemene vakken hierboven beschreven: traduction économique (sp-fr), traduction journalistique (sp-fr), expression écrite (sp), thème technique (fr-sp) en thème général (fr-sp). Over het algemeen vonden we dat die vakken erg goed werden gegeven en dat het niveau net goed lag. Alleen het vak traduction économique zouden we afraden, omdat daar echt specifiek economische teksten vertaald worden die vaak uit de master komen en omdat de docente, Mme Leterrier, het niveau vrij hoog legt.


Huisvesting

Als je een kot of een studio nodig hebt in Parijs is er maar één gouden raad: begin op tijd met zoeken! Het is geen overbodige luxe om in maart of april je zoektocht op internet te beginnen.
Als je dan niks vindt, heb je toch nog altijd wat speling om verder te zoeken. Ook duurt het vrij lang eer je aanvraag voor sommige ‘foyers’ verwerkt is, zodat je niet weet of men nu plaats voor je heeft of niet. Het is dan handig om een tweede optie open te houden voor als je eerste keuze niet moest doorgaan.
Op de website www.fondationuniversitaire.be/fr/sc_biermans.php vind je alle informatie over de Fondation Biermans-Lapôtre, gelegen in de Cité Universitaire in Parijs. Dit is een groot park met allemaal internationale ‘huizen’, waaronder dus een Belgisch huis. Om hier een kot te bemachtigen moet je er niet alleen héél vroeg bij zijn, je moet ook een dossier binnenleveren waar redelijk wat werk aan is. Maar prijs-kwaliteit zijn dit de beste koten in Parijs en ook de mooie locatie is het de poging meer dan waard.

Op www.ucjf.net vind je ook nuttige informatie i.v.m. twee foyers, de foyer ‘Veder’ en de foyer ‘Naples’. Ook hier kan je een aanvraag indienen, wat Anabel en Hanne gedaan hebben. Je moet er ook een dossier voor opsturen met allerlei papieren in, maar je hebt hier minder werk aan dan bij de stichting Biermans-Lapôtre. Als je eventuele vragen zou hebben kan je er ook altijd telefonisch terecht, ze helpen je graag verder. Door dit dossier en een aantal telefoons met de vraag naar verdere informatie is het Anabel en Hanne gelukt een plaats te bemachtigen. In deze internationale, uitsluitend vrouwelijke foyer was het heel gezellig verblijven. Hoewel het er geen grote luxe was, zat de sfeer onder de meisjes goed, en door de internationale dimensie hebben we veel Frans, maar ook veel andere culturele kennis opgedaan. Als je liever geen gemeenschappelijke keuken en douche hebt, is dit zeker geen aanrader!

Natuurlijk kan je ook voor studio’s en appartementen terecht op het internet, al moet gezegd dat de prijzen (voor een kot in de foyer Veder bijvoorbeeld betaal je 515euro per maand) er allerminst democratisch zijn...

Maryse heeft met wat geluk een studio kunnen huren. Let wel op: veel verhuurders willen niet verhuren voor slechts enkele maanden en er worden vaak enorm hoge waarborgen gevraagd. Ook zijn de prijzen in Parijs enorm hoog: je betaalt toch al vlug 600-750 euro voor een kleine studio.

Uitgaan

Als je wil uitgaan in Parijs zijn de mogelijkheden letterlijk eindeloos. Er zijn café’s, pianobars, discotheken, optredens,...noem maar op. De ‘Mix’ club was voor ons een leuke en economische uitgaansmogelijkheid. Op donderdag mag je in deze club, gelegen aan de Tour Montparnasse, gratis binnen. Het is dan ook Erasmusavond, dus het krioelt er van de buitenlandse studenten. Een drankje (bier bijvoorbeeld) kost er wel 5 euro, maar dit is in Parijs zeker geen uitzondering. De muziek is er ook best leuk!

Ook in het Quartier Latin, de studentenbuurt, zijn vele leuke caféetjes. Als je afstapt in de metrohalte Saint-Michel, kom je in een gezellige en bruisende buurt vol café’s, restaurants en clubs terecht. Op het pleintje voor de fontein van Saint-Michel staan ook altijd artiesten het beste van zichzelf te geven. Hier hebben we onder andere in de pianobar gezeten. Andere clubs die het bezoeken waard zijn bij de Champs-Elysées zijn de Queen (het is daar ladies night op woensdag en dan krijgen de vrouwen gratis wijn en champagne, ook de inkom is dan gratis) en de Six-Seven, waar je op woensdag gratis binnen mag. Beiden zijn zeer gezellig en hebben een iets ander (en ouder) publiek dan de Mix club, die op donderdagavond toch wel echt bestemd is voor de studerende of werkende jeugd.

Er zijn echter nog vele wijken waar het ’s avonds gezellig is, zoals de opkomende, hippe wijk ‘de Marais', Saint-Germain,…enzoverder.

Als je Facebook hebt, is het misschien ook aan te raden om jezelf lid te maken van de group ‘Erasmus in Paris’. De coördinator van deze groep stuurt ongeveer elke week een uitnodiging naar alle leden voor een of ander feestje. Wij waren helaas nooit vrij voor zo'n feestje, maar misschien is dit vooral in het begin, als alles nog wat zoeken is, wel een leuke optie.

Bezienswaardigheden

Het voordeel van de nieuwe studiepuntenverdeling is dat je redelijk weinig les hebt en dus ook veel vrije tijd hebt die je kan gebruiken om de Parijse sfeer te leren kennen en enorm veel te bezoeken. Helaas, en dat hebben wij ondervonden, zul je nooit de tijd hebben om alles te zien. Er zijn zoveel prachtige plaatsen en vaak zijn de minder bekende de mooiste. Naast de meest toeristische en bekende trekpleisters, zoals de Eiffeltoren, de Sacre Coeur en het Louvre, kunnen we jullie ook het Maison de Victor Hugo bij de Place des Vosges, het Musée d’Orsay, de buurt rond St Michel, la Sainte Chapelle en la Conciergerie aanraden.
Ook de vele parken (Jardin du Luxembourg, Jardin des Plantes,…) en de kerkhoven (cimetière Montparnasse, cimetière Père-Lachaise) met hun bekende uitvinders, schrijvers en filosofen zijn zeker de moeite.

Omdat het openbaar vervoer rond Parijs vrij goed geregeld wordt, kan je ook een stukje buiten de hoofdstad iets gaan bezoeken. Zo zijn wij bijvoorbeeld naar het Chateau Vaux le Vicomte gaan kijken, een erg mooi kasteeltje met prachtige tuinen. Ook het Chateau de Versailles is perfect bereikbaar met de RER vanuit Parijs en is zowel in de zomer als in de herfst prachtig. Vanaf oktober dalen de inkomstprijzen (en de wachtrijen) sterk en is het er een stuk rustiger om te wandelen, maar dan zijn de tuinen natuurlijk wel iets minder mooi.
Ten slotte heb je als student een heleboel voordelen in Parijs. Voor de meeste musea krijg je korting en sommige zijn zelfs op bepaalde dagen gratis voor studenten. Je kan bijvoorbeeld iedere vrijdagavond als student gratis het Louvre bezoeken en elke eerste zondag van de maand zijn alle nationale musea gratis, net zoals bijvoorbeeld de torens van de Notre Dame of de Arc de Triomphe.

Op die manier kan je als student wel wat besparen, iets wat zeker niet slecht is als je in Parijs woont. Het is inderdaad een dure stad, zowel wat huisvesting, eten, uitgaan en bezoeken betreft. Daarom zouden we je toch aanraden naar het CAF te gaan, waar je als buitenlandse student ook een beurs krijgt.

Anabel Engelen
Hanne Cardoen
Maryse Kaerts

Padova - Lotte & Andries

Andries Roets
Lotte Van Hove


Wie de kans krijgt om als student een semester (of eventueel langer) te gaan studeren in Italië, moet hierbij zeker Padova overwegen. Het is een charmante grootstad die toch de gezelligheid heeft van een kleinere stad. Je kan het min of meer vergelijken met Gent, met heel wat leuke straatjes, mooie geveltjes en een aantal knappe pleinen. Wie graag in zo’n stad zou vertoeven, raden wij dan ook ten zeerste Padova aan. Ook Trieste schijnt leuk te zijn, maar dat is dan eerder voor mensen die een heel academiejaar van huis willen/kunnen zijn. Forlì ligt niet heel ver van Bologna, ook een leuke stad, maar daar zit je toch een eind van het centrum, en Milaan is een bruisende metropool, met mooie, maar ook minder fraaie buurten. Ons leek Padova dus het meest geschikt als bestemming, aangezien we allebei wel van een gezellige drukte houden, niet meer, maar zeker ook niet minder.

Wie kiest voor Padova bespaart zichzelf ook sowieso al de moeite om een kot of appartement te zoeken. In Padova is een organisatie, Sassa Service, waarvoor je op voorhand een Accomodation Form moet invullen. Die organisatie zorgt er dan voor dat je een plek krijgt binnen één van de vele residenties van het ESU-netwerk. Die staat in voor de opvang van de studenten in Padova, zowel Erasmussers als niet-Erasmussers. Voordeel hiervan is dat je in zulke residenties dus vaak met enkele honderden studenten zit van overal ter wereld, en zeker ook met voldoende Italianen, wat het gebruik van het Italiaans zeker ten goede komt. Wij raden echter de residentie af waar Andries heeft gezeten, Copernico, aangezien die tot op heden niet over een keuken beschikte, wat echt wel tot ergernissen heeft geleid. Gelukkig kon hij terugvallen op Lotte, die in Ceccarelli (een andere residentie) over een dubbele kamer (zij + een ander meisje) beschikte die via een gemeenschappelijke keuken grensde aan een andere dubbele kamer met ook twee meisjes in. Éen keuken dus voor vier personen, wat ook een vlotter gebruik van het Italiaans in de hand heeft gewerkt, aangezien twee van de drie “keukengenoten” van Lotte Italiaans waren. Sassa Service regelt alles, de dag dat je aankomt in Padova hoef je je alleen maar te gaan aanmelden en dan krijg je de sleutel van jouw kamer. Wie eventueel vroeger dan de overeengekomen datum in Padova aankomt, kan terecht in een jeugdherberg. Wij hebben dit niet gedaan, maar achteraf bekeken was het misschien wel handiger geweest om bijvoorbeeld een week voordat we onze kamer kregen toch al naar daar af te reizen zodat we onze paperassen wat vroeger in orde hadden kunnen brengen.

Dit brengt ons meteen bij de meest vervelende zaak. Erasmussers moeten heel wat papierwerk verrichten alvorens in orde te zijn bij de universiteit, de verblijfplaats en de stad Padova zelf. Wat wij aanraden is om hierbij de Italiaanse levensstijl ter harte te nemen en je niet te druk te maken in de administratieve rompslomp die er bij komt kijken. Italianen kijken niet naar details, zolang je papieren aan het einde van de rit in orde zijn, zit dat wel snor! Begin dus niet te panikeren als je na één week nog altijd niet langs het ene kantoor of bureau bent gepasseerd, Italianen zijn echt wel tolerant en geven zelf ook de indruk niet echt hard achter de Erasmussers aan te zitten. Het is redelijk wat op en af lopen van kantoor tot kantoor, maar het wordt wel op een degelijke manier uitgelegd, en als je alles op het gemakje doet in de eerste maand, dan ben je zeker in orde.

Financieel gezien valt Padova zeer goed mee. Lotte betaalde in Ceccarelli 180 euro per maand voor haar dubbele kamer (met volledig uitgeruste keuken, badkamer, wasmachine en televisie), Andries in Copernico 225 euro per maand voor een enkele kamer (met een badkamer die hij deelde met z’n buur, zonder keuken of gemeenschappelijke refter). De luxe van een enkele kamer is echter wel handig, zeker als je graag ook eens alleen bent, om bvb te studeren of te skypen met thuis. Echt veel geld hebben we niet uitgegeven, we kookten bijna iedere avond zelf in Lotte’s keuken (vaak in uitgebreide compagnieën van allerhande nationaliteiten), en kochten onze ingrediënten in de slechts 50 meter verder liggende Eurospar. Hadden we geen zin in koken, dan gingen we om pizza (spotgoedkoop in Italië!). Wij denken dat je als kotstudent in Antwerpen een vergelijkbaar budget spendeert, al kunnen we dat niet met zekerheid zeggen, aangezien we beiden steeds pendelden tussen thuis en Lessius. Maar echt duur is het leven er dus zeker niet. Als je ouders bovenop de beurs die je ontvangt een maandelijks zakcentje storten, dan overleef je zeker wel (wie weet verdien je er dan zelfs aan ;-)).

Het vervoersmiddel bij uitstek in Padova is een fiets, schaf je die dus zo snel mogelijk aan. Het park aan de cappella degli scrovegni staat bekend om z’n ietwat ongure fietsenhandel; als je daar een beetje zoekend rondkijkt word je gegarandeerd aangesproken door vreemdere types met de vraag “vuoi una bici?”. Voor 15 EUR heb je daar dus snel een (weliswaar gestolen) fiets. Wij voelden ons minder avontuurlijk en hebben onze fiets bij een fietsenmaker in de buurt van Andries zijn residentie gekocht (Via Belzoni), dit was duurder, maar onze fietsen waren wel relatief in orde. Het spreekt voor zich dat je best investeert in een stevig slot!

Padova is een bruisende studentenstad met heel wat erasmussers en dat zal je geweten hebben. De uitgaansavond valt er op woensdag (in tegenstelling tot de gekende donderdagavond bij ons in België). Alle studenten uit Padova verzamelen dan op Piazza delle Erbe, een heel mooi en gezellig plein in het centrum van de stad, om te babbelen, muziek te maken en te drinken. Heel gezellig! Drank haal je in de naburige barretjes, maar die sluiten om middernacht op politiebevel (teveel nachtlawaai). Italiaanse studenten beginnen dus gewoon vroeger te drinken. Wil je graag langer doorgaan dan tot middernacht, dan zijn er de discotheken Banale en Fishmarket (staar je niet blind op de naam discotheek, het zijn eerder veredelde jeugdhuizen waar toffe feestjes worden gehouden). Daar worden elke zondag (Banale) en elke woensdag (Fishmarket) Erasmusfeestjes georganiseerd met (hoe kan het ook anders) fikse kortingen voor erasmussers. Inkom betaal je slechts een keer (10 EUR, of 5 EUR wanneer je op een eramusfeestje komt), dan krijg je een lidkaartje waarmee je heel het verdere jaar gratis binnenkan.
Wil je het iets rustiger, dan zijn er de talrijke barretjes waar je kan langsgaan voor een koffietje (eens je Italiaanse koffie hebt gedronken, wil je geen Belgische meer) en een babbel.

We raden je ook aan om zoveel mogelijk de toerist uit te hangen. Verona, Bologna, Milaan en natuurlijk Venetië zijn heel gemakkelijk bereikbaar met de trein. Venetië is een ritje van amper een halfuurtje dus bijna een verplichte stop wanneer je bezoek hebt. Ook Verona is absoluut de moeite en slechts een klein uurtje trein. Milaan is een treinrit van 3 uur, maar wij hebben er een weekendje van gemaakt en zijn de andere Lessiusstudenten daar gaan bezoeken.

Natuurlijk moest er ook gestudeerd worden. Wij volgden les aan de Università degli Studi aan de faculteit lettere e filosofia. Een echte vertaler-tolk opleiding bestaat daar niet dus het was best even zoeken naar een passend lessenrooster. Onze erasmuscontactpersoon in Padova, Marleen Mertens, gaf ons dan de raad om vakken te gaan ‘shoppen’. Interessante vakken uitproberen en dan contact opnemen met de docenten. Allemaal volgens de Italiaanse mentaliteit “maak je niet druk, het komt ooit wel in orde”. De vakken waar we uiteindelijk voor kozen waren:

• Nederlands (11 studiepunten) (Mediazione Linguistica di Olandese)
Dit vak bestond uit vertalen (N-I). Wij kregen hier privéles (1 uurtje per week). Elke week moesten we een vertaling voorbereiden en verbeterden we die samen met docente Marleen Mertens (een Vlaamse die uitgeweken is naar Italië en daar al zo’n 30 jaar lang woont). Dit was geen permanente evaluatie, we kregen op het einde van de rit ook gewoon een vertaalexamen. Wekelijks vertalen met een goede begeleiding heeft ons daar enorm veel bijgeleerd.
Verder volgden we ook in het vierde jaar grammatica Nederlands (1 uurtje per week). Dit was eigenlijk helemaal niet zo gemakkelijk, maar wel interessant omdat die grammatica vanuit het standpunt bekeken werd van iemand die Nederlands leert. Het deed ons dus nadenken over dingen die voor ons heel vanzelfsprekend zijn.
We kregen natuurlijk ook vertaalopdrachten van het Italiaans naar het Nederlands, daarvoor kregen we samen les met de Italiaanse studenten(dat waren er hooguit 5, dus een heel erg groot verschil maakt dit niet). Onze teksten verbeterden we via een chatboxsysteem waar iedereen dan zijn vertaalvoorstellen in typte. Voor dit onderdeel kregen wij ook een vertaalexamen, de Italiaanse studenten niet.

• Frans
Hier hebben we even voor moeten zoeken. Het bleek niet eenvoudig om geschikte vakken te vinden op een vergelijkbaar niveau als in België met dan nog eens het juiste aantal studiepunten. Na overleg met mevr. Henrot (docente Frans, uitgeweken Waalse) kozen we voor een aangepast programma waar zij ons dan 9 studiepunten voor heeft gegeven. Dit bestond uit:

o Traduction

Dit vak werd gegeven door mevr. Henrot in het vierde en vijfde jaar (1ste en 2de jaar van de specialisticà), dus het niveau lag eerder hoog. Dit was geen echte vertaalopdracht zoals bij ons, eerder een vertaalvergelijking. We moesten woordspelletjes uit Franse Asterix-albums vergelijken met die uit de Italiaanse versies. Voor ons niet eenvoudig aangezien we met twee vreemde talen moesten werken. Over die vertaalvergelijking hebben we dan een mondelinge presentatie moeten houden en een schriftelijk werk moeten indienen. Dit schriftelijke werk was dan een verdere uitdieping van wat er al mondeling was gepresenteerd. Interessant, maar zeker niet gemakkelijk.

o Liaison

Dit tolkvak volgden we bij mevr. Montfort in het vijfde jaar. Ook hier lag het niveau heel hoog. We moesten teksten in interviewvorm tolken in triade van het Italiaans naar het Frans en omgekeerd. Alweer niet eenvoudig, maar de medestudenten en de docente hielden rekening met ons, lazen iets minder snel en hielpen waar ze konden. Een heel leuk, maar bij momenten verschrikkelijk stresserend vak.

o Simulation

Simulation volgden we in het derde jaar en het niveauverschil was hier echt duidelijk merkbaar. Het was een beetje vergelijkbaar met de lessen mondelinge taalvaardigheid in het eerste jaar. Bedoeling was dat we een fictieve reis organiseerden naar Parijs. We werden opgedeeld in groepjes die dan instonden voor het vervoer, de gidsbeurten enz. Dit vak was een jaarvak, vandaar dat wij een aangepast examen kregen. Dit stelde niet veel voor, de docente (mevr. Montfort) babbelde gewoon een halfuurtje met ons over het schoolsysteem in België en de lessen die we volgen op Lessius. Verder moesten we ook een presentatie maken over een museum of bezienswaardigheid in Parijs maar die moesten we dan enkel aan haar voorstellen dus van stress was er weinig sprake.

• Italiaans (9 studiepunten) (Istituzione di Linguistica)
Dit vak wordt gegeven door de briljante Laura Vanelli. Het is een beetje vergelijkbaar met Algemene taalwetenschap en tekstwetenschap uit het eerste en tweede jaar. Fonetiek, fonologie, morfologie, lexicologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek waren onderwerpen die aan bod kwamen. Dit vak was niet heel gemakkelijk maar wel razend interessant, vooral dankzij de lessen van docente Vanelli die alles heel helder uitlegt. Voor het examen waren er twee mogelijkheden. Ofwel kreeg je het in twee delen, een eerste deel over de helft van de leerstof eind november en een tweede deel eind januari. Een andere mogelijkheid was om eind januari of begin februari een examen te maken over alle leerstof. Wij kozen voor de eerste mogelijkheid en dat was heel goed te doen. Je krijgt hiervoor 3 keer per week les, 2 keer in blokken van 1,5 uur, op woensdag een blokje van drie kwartier.


Met Ryanair kan je heel goedkoop vliegen naar Treviso (van daaruit neem je dan een rechtstreekse SITA-bus naar Padova, een rit van een dik uur). Het grote probleem met Ryanair is wel dat je slechts 15kg bagage (+10kg handbagage) mag meenemen en dit is echt niet veel, bovendien betaal je bij overgewicht 15 euro per kilogram!! Je kan dit oplossen door iemand mee te laten reizen. Bij ons zijn de ouders van Andries met een groot deel van onze bagage naar Padova gereden en hebben er zo nog een weekje vakantie aan gebreid. Wij volgden dan met het vliegtuig. De papa en broer van Lotte zijn ons in februari komen halen dus onze bagageproblemen waren op die manier ook opgelost.

Zo, we hopen dat we jullie met dit verslag warm hebben kunnen maken voor een erasmusverblijf in Padova, neem het van ons aan, het is echt de moeite!

Als je nog vragen hebt, aarzel dan niet om ons te contacteren!

Lille - Dirk & Kathleen

Heyns Dirk
Van Gucht Kathleen


Vervoer

Koop een Go Pass (46 euro voor 10 ritten) + een ticket Moeskroen/Mouscron-Lille Flandres (6 euro). Neem de trein naar Lille Flandres in Antwerpen-Centraal (rijdt normaal elke 2 uren). Stap na een voorspoedige reis van welgeteld 1 uur en 46 minuten uit in Frankrijk in het voornoemde station en neem daar de bus C(itadine)2 naar Catho Lille. Daartoe koop je een ticket (1,20 euro) dat je verplicht ‘composteert’ wanneer je opstapt. Als alles dan goed verloopt bevind je je luttele minuten later aan de universiteit waar je allicht nog veel tijd zal doorbrengen.

Logement

Dien op tijd (vóór de grote vakantie) een aanvraag in voor een kamer in een residentie (www.aeu.asso.fr). Wij zaten allebei in ‘résidence Teilhard de Chardin en plein coeur du quartier Vauban’ en betaalden elk 390 euro per maand voor ’n bemeubelde kamer (bureau, bed, kast, koelkast,…) van zo’n 12 vierkante meter. Inbegrepen zijn dan: ontbijt van maandag tot vrijdag, wasmachine (wel 1 euro per jeton en dus per wasbeurt, nog eens een euro als je de droogkast wilt gebruiken), internet, gemeenschappelijke keuken, gemeenschappelijke douches (niet een grote douche natuurlijk of wat dacht u), tv-zaal, ontspanningsruimte met tafelvoetbal (!) en je kamer wordt elke 2 weken gepoetst (als je dat wenst).

Boeken en cursussen

De prijs van boeken en cursussen hangt natuurlijk af van welke vakken je gaat volgen. Wij hebben zo’n 7 boeken moeten kopen, vooral pockets. Cursussen bestaan niet, je bent dus aangewezen op je (eigen) notities.

Uitstapjes

95% van je tijd ginder zal moeten wijden aan studeren. Reken dus maar niet op uitstapjes en dergelijke. Er is wel een hippe zoo. Die is gratis. Na die met een bezoekje vereerd te hebben, vlieg je best terug met je neus tussen je boeken.

Eten

Er is een studentenrestaurant voor zij die niet zonder SOS Piet kunnen, waar je aan studentikoze prijzen aan studentikoos voedsel kan geraken (25 euro voor 10 maaltijdtickets, wat dus neerkomt op 2,5 euro per maaltijd voor zij die niet zonder rekenmachine kunnen).

Gevolgde vakken

Thème – Mr Langford (2 credits)
Chad leidt je op tot vertaler Frans-Engels. Leuk vak om te volgen, leuke professor, maar je moet wel elke week een vertaling voorbereiden. (Hij kan overigens ook Nederlands, dus pas op met hem verwensingen naar het hoofd te slingeren in je moedertaal!)

Version – Mr Roger (2 credits)
Deze professor doet net het omgekeerde: je opleiden tot vertaler Engels-Frans. Ook elke keer een vertaling voorbereiden, maar het tempo tijdens de lessen ligt niet al te hoog. Examens worden mild verbeterd.

Français pour étudiants relations internationales – Mme Dazin (3 credits)
Dit vak is zowat een samenvatting van al het Frans dat je reeds gezien hebt. Er worden oefeningen gemaakt op de passé composé, subjonctif, de hele rimram. Je moet ook actuele artikels bespreken, videofragmenten becommentariëren en een presentatie geven. Het eindexamen bestaat uit oefeningen en het schrijven van ’n kort tekstje.

Linguistique I – Mme Hochart (3 credits)
Een mix van ATW en de lessen van Mr. Kockaert. Niet al te boeiend zou je misschien kunnen denken, maar dat is het inderdaad. Ondanks haar strenge indruk verbetert ze toch wat milder voor buitenlandse studenten. De Franse studenten zijn het trouwens – eerlijk is eerlijk – ook helemaal niet gewoon zo’n vak te volgen.

Interculturalité/Intercultural Communication – Mme Middelmann (3 credits)
Leuk vak, eens om de zoveel weken in blokken van 3 uur. Je maakt er tekeningen, wisselt vooroordelen uit over andere culturen (de Fransen claimen dat ‘friet met mosselen’ hun gerecht is, maar wij weten uiteraard beter). Je moet een essaytje schrijven en als eindexamen een presentatie geven over een bepaalde cultuur; wij mochten samen met de andere buitenlandse studenten gewoon onze ervaringen in Frankrijk delen.

Littérature comparée XVIIe siècle – Mr Bouvier (4 credits)
Veruit het moeilijkste vak, je moet notities nemen alsof je leven ervan afhangt en ‘commentaires composés’ schrijven over Senault en Descartes. Dat het weleens de filosofische toer opgaat, hoeft dan ook niet te verwonderen. Dat de professor het niet zo heeft voor Sarkozy valt af te leiden uit zijn soms krasse, politiek incorrecte uitspraken en daarom is het ook een echte aanrader dit vak te volgen: je scheldwoordenvocabularium zal een enorme uitbreiding kennen. De brave man verbetert streng, de examenvragen zijn niet van de poes, maar je ziel zal desondanks passie ondervinden voor dit vak, letterlijk.

Littérature comparée XIXe siècle – Mr Godot (4 credits)
Vergelijkbaar met het vak hierboven, alleen verbetert deze brave man toch wat milder voor de buitenlandse studentjes. Daar staat tegenover dat je hiervoor veel meer moet lezen (Molière oa) en essays moet schrijven waarin je de lectuur van je literatuur vergelijkt (heeft u ‘m?). Wij hadden het geluk de evolutie van de mythe rond ‘Don Juan’ te ontrafelen.

Histoire des médias – Mr Kaciaf (3 credits)
Dit is een hoorcollege en wordt dus in de aula gegeven. De lessen gaan over de ontwikkeling van de Franse media van het begin (denk aan uitvinding boekdrukkunst en aanleg postroutes ) tot nu en de problemen die ze tijdens deze ontwikkeling ondervonden hebben. Je hebt enkel je eigen notities om te leren, maar je wordt verondersteld veel feiten te onthouden. Op het examen krijg je 3 vragen waarvan je er 2 moet beantwoorden in opstelvorm.

Introduction aux institutions françaises – Mme Lecoeuvre (3 credits)
Een vrij algemene inleiding tot het Franse rechtssysteem. Er wordt onder andere uitgelegd hoe de president en de eerste minister verkozen worden. Verder worden enkele rechtbanken besproken en hun werking. De lessen zijn vrij droog, maar de slaagkansen zeer hoog.

Versification – Mme Catelain (2 credits)
Gedichtjes lezen en bespreken dus. Niet zo simpel als het lijkt, want de professor verbetert tamelijk streng, maar dat is natuurlijk geen bezwaar als je bijvoorbeeld graag de Nerval, Chateaubriand en ook modernere Franse dichters leest. De Franse benamingen van literaire procedés zullen na deze cursus ook geen geheim meer voor je zijn. Het examen is niet al te simpel: meer dan de helft van de Franse studenten was gebuisd (leer zeker de literaire termen als je voor dit vak kiest!).

Méthodologie – Mme Catelain (2 credits)
Hier bespreek je literaire passages (van Guy de Maupassant oa) en analyseer je ze grondig, héél grondig. Te grondig eigenlijk. Je leert echter wel hoe je een ‘commentaire composé’ moet schrijven en hoe je je teksten moet construeren en structureren. Bijna elke les moet je wel een stukje tekst bespreken (waarbij je bespreking nooit korter is dan de tekst, het gaat er dus zeker niet om gewoon een samenvattinkje te schrijven!)

Tips:

Uitgaan: Palace (niet enkel dansen maar ook poolen). Kathleen zal nu een exhaustief
lijstje opstellen en wel hier:

Gastronomie: Fransen geven graag hun geld uit in de Match, terwijl ze de goedkopere Aldi, die – toegegeven – iets verder ligt, langzaam failliet laten gaan. Frituren kennen ze niet, of ze zijn van erbarmelijke kwaliteit. In Lille kennen ze geen nachtwinkels. Als je goedkope drank wil, kan je al maar beter zelf leren brouwen en/of stoken. Jenever smokkelen is ook een optie.

Administratief: Neem vóór je vertrek al kopieën van alle belangrijke documenten, beter te veel dan te weinig. Neem genoeg pasfoto’s mee. Zorg dat je meteen in orde bent met je inschrijving op school, maar ook voor de CAF, anders ga je je geld maar heel laat zien.

Algemeen: Neem een fototoestel mee. Woordenboeken (niet enkel op cd-rom!). Geniet.

Granada - Ellen, Hanne & Cynthia

Zon, palmbomen, cultuur, Alhambra, shopping, gastronomie en zoveel meer… Dé studentenstad bij uitstek.

Voor het vertrek

Je gaat naar een Europees land, dus van visum en dergelijke is er hier geen sprake… Zorg er wel voor dat je de Europese ziekteverzekeringskaart (blauwe kaart van de mutualiteit) bij de hand hebt… Geen kaart betekent geen dokters die voor jou ter beschikking staan in het land waar je naartoe gaat.
Wanneer je geïnteresseerd bent om op Erasmus te gaan, ga je best in april eens langs bij Joost Verschaeve voor meer uitleg en hij zal je ook de nodige documenten verschaffen. Ga ook enkele weken voor je vertrek nog eens langs om na te gaan of zeker alles in orde is, bijvoorbeeld: of je wel degelijk in de school van bestemming bent ingeschreven (belangrijk!!!!!).

De reis

Als je in eerste zit geslaagd bent, kan je dan al alles beginnen regelen voor je vertrek zoals vlucht boeken en eventueel in de zomermaanden naar Granada gaan om een appartement of huisje te zoeken. Heb je tweede zit, dan moet je wel meer stressbestendig zijn, want dan moet je alles regelen in een paar dagen. Wij raden jullie dus aan om goed te blokken en er door te zijn in eerste zit!
Betreffende de vlucht: je neemt er best één tot Málaga, vervolgens ga je met tram of bus naar het busstation om daar dan een ander busticket te kopen naar Granada. Dit is een rechtstreekse verbinding en je doet er ongeveer een kleine twee uur over. Wanneer je daar dan aankomt neem je bus 3 of 33 en die gaan tot het centrum van de stad. Als je echt in de knoei zit kan je altijd nog een taxi nemen tot het centrum die duurder zijn dan de bus maar goedkoper dan in België.

Logement

Zoals we vooraf al hadden gezegd, kan je best al eens voor logement in Granada gaan kijken tijdens de zomermaanden. Er wordt een heel ander systeem gebruikt dan in Belgie, je zal zien dat er in de straten overal kleine papiertjes omhoog hangen met vraag of je een appartement of huisje zoekt. Wanneer je interesse hebt, volstaat het om het nummer op het papiertje te bellen en zo zal je dan de appartementen kunnen bezoeken.
Er bestaat ook een lijst met alle vrije adressen voor studenten die verkrijgbaar is in Calle Doctor Severo Ochoa, vlak langs het studentenrestaurant, de zogenaamde “comedores”.
Zoeken en op je tanden bijten is de boodschap maar ondertussen leer je wel de stad kennen en de leuke plekjes in Granada. Na een lange dag zoeken, kan je jezelf verwennen met lekkere GRATIS tapas.

Universiteit

Zodra je aankomt in Granada, probeer je dan zo snel mogelijk in te schrijven in de universiteit. Eind september vindt er een infodag plaats waarvan je op de hoogte wordt gebracht en dan kan je je al inschrijven. Wacht daar niet mee want anders moet je een eeuwigheid wachten om je vakken in orde te maken. Dat komt ook omdat het bureau voor internationale relaties maar tot ’s middags open is.
De vakken: je zal zien dat je van Lessius een lessenpakket meekrijgt voor in de universiteit van je bestemming. Dit lessenpakket kan veranderd worden. Wij raden ten zeerste aan om al zeker één vak te veranderen, namelijk: Documentación Aplicada, dat is een vak over Spaanse informatica, geen aanrader… Wij hebben dat vervangen door een vreemde taal bij te nemen : Italiaans, Portugees maar ook andere vakken zijn mogelijk: internationale relaties,…

Lessenpakket van Ellen D’hondt (Frans-Spaans)

- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Frans naar het Spaans met elke week twee vertalingen uit een tijdschrift over verschillende onderwerpen.

- Traducción 5: Een vertaalvak van Spaans naar Frans over technische documenten.


- Portugees: Leuk niveau waar je toch veel bijleert, de leraar is een heel interessante, leuke maar vooral grappige man. Een aanrader!

- Civilización Española: Een vak dat je wel elke week moet volgen vermist er geen cursus beschikbaar is. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen Erasmusstudenten en de Spaanse studenten bijgevolg zal je hiervoor extra je best moeten doen.


- Lengua B7 francés: Een vak dat voor de Spanjaarden redelijk moeilijk is maar die voor Lessiusstudenten een herhaling is van de geziene stof.

- TPT francés: Teoría y práctica de la traducción: Een vak waar algemene uitleg wordt gegeven over hoe goed te vertalen, welke strategieën er gebruikt worden, welke professionele mogelijkheden er zijn enz.

Lessenpakket van Hanne Bussels en Cynthia Noben (Duits-Spaans)
- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Duits naar het Spaans waarin vooral politieke, maar af en toe ook literaire teksten worden vertaald.

- Traducción 9 (técnica y científica): Dit is een mastervak, maar normaal gezien moet je Traducción 5 volgen. Doordat wij ons laat hebben kunnen inschrijven zat dit vak vol en moesten wij Traducción 9 volgen. Het niveau was duidelijk toch wel een stuk hoger. Er worden medische en technische(wijnbouw, waterzuivering) teksten vertaald.
- Portugees/Italiaans: Voor Portugees kan je kijken bij het lessenpakket van Ellen. Italiaans was een meevaller: fijne docent, niveau is redelijk te doen en je leert heel veel bij.

- Civilización Española: zie Ellen


- Lengua B7 Alemán: Een tof vak met een hele toffe docente. Er worden doorheen het semester verschillende tekstsoorten bestudeerd en na elke tekstsoort moet je zelf iets kleins schrijven of een debat houden. Maar het is vooral belangrijk dat je aanwezig bent, meewerkt en je taken maakt.

- TPT Alemán: Dit vak wordt in twee delen gegeven en zowel in het Duits als in het Spaans. In het eerste deel moet je enkele kleine taakjes maken die over de theorie en praktijk van het vertalen gaan. In het tweede deel worden er 3 Spaanse vertalingen van een Duits kortverhaal geanalyseerd. Als je voor het eerste deel vaak aanwezig bent geweest in de les en je taken hebt gemaakt, heb je hiervoor geen examen. Voor het tweede deel is er sowieso een examen. Daarin moet je net als in de les een deeltje van een vertaling analyseren. Het tweede deel is best wel moeilijk.
De faculteit zelf is een heel mooi, charmant gebouw met een klein binnentuintje. Gelegen in het centrum en dicht bij leuke cafeetjes voor lekkere koffie tijdens de pauze.

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer is heel simpel in Granada. Je koopt één keer een kaartje op de bus: Bono adulto. Dit kaartje kost de eerste keer 7 euro en er staat een waarde op van 5 euro. Is die 5 euro op kan je het gewoon weer herladen bij de buschauffeur. Eén rit kost ongeveer 0,70 euro. Zonder dit kaartje kost elke rit 1,10 euro. Neem zeker ook eens nummer 32 die je naar het Alhambra brengt. Een klein, schattig maar gevaarlijk busje. De rit van je leven voor 70 cent! Doen! Voor de rest is alles te voet te doen.

Gastronomie en uitgaansleven

In heel Granada gratis tapas à volonté! Het kenmerk van Granada! Ga zeker eens een kijkje nemen bij ‘Antigualla’, ‘La bella y la bestia’, ‘Al pan, pan al vino, vino’, ‘D’Cuadros’, ‘Madroñera’, … . Voor de rest in Granada veel en lekkere kebabs. Bezoek hiervoor Calle Elvira en je komt 12 kebabzaken tegen. Echte volwaardige maaltijden kan je beter zelf maken.
Elke week zijn er wel één of meerder Erasmusfeestjes. Die zul je wel gauw ontdekken. Er zijn ook nog wat leuke discotheken zoals Camborio, Metro, Vogue, …

Cultuur en uitstapjes

Buiten de tapas staat Granada natuurlijk ook bekend voor het Alhambra. Een daguitstapje naar het Alhambra en het Albaicín is zeker de moeite waard! Het Albaicín is een wijk vlak bij het Alhambra gelegen. Dit zijn de bekende, typische witte huisjes. In het Albaicín kan je ook naar de Mirador San Nicolas wandelen waar je een prachtig uitzicht hebt op het Alhambra, de bergen en de stad. Maar voor het prachtigste uitzicht over de stad moet je natuurlijk in het Alhambra zijn. Dit kan je bereiken via het Alhambrabusje, maar het is zeker ook te voet te doen via de ‘Cuesta de los Chinos’. Een ticket kost slechts 12 euro. Hiermee kan je de paleizen, de torens en de tuinen bezichtigen.
Buiten het Alhambra kan je ook nog de kathedraal gaan bezoeken en je laten betoveren door de vele Marokkaanse winkeltjes en ‘teterías’.
Voor uitstapjes buiten Granada helpt de studentenvereniging je verder. Zij organiseren wel elk weekend voor een degelijke prijs een uistapje naar één van de omliggende steden zoals Córdoba, Jaén, Ronda, … . Deze steden kan je natuurlijk ook op je eigen bezoeken door simpelweg de bus van Alsina Graells in het busstation te nemen. De tickets zijn wel niet zo goedkoop. Wij hebben tijdens ons verblijf in Granada Córdoba, Sevilla, Cádiz, Madrid, Almuñecar en Málaga bezocht.

Wie heb ik aan de lijn? ¿Hola hola?

Omdat je de eerste week wanneer je op zoek bent naar een verblijfplaats toch wel wat telefoontjes moet doen, kan je best een Spaans nummer aanschaffen. Je gaat gewoon één van de vele telefoonwinkels (Vodafone, Movistar, Orange, …) binnen en je vraagt er naar een telefoonkaartje. Wij hadden een kaartje van Vodafone wat 25 euro heeft gekost en er stond 30 euro belwaarde op. Deze kun je daarna laten herladen in de telefoonwinkel zelf, internetwinkels, … .

Financiën

De appartementen en huisjes kunnen heel erg van prijs variëren, maar als je tussen de 150 en 300 euro blijft, zit je rond het gemiddelde. Let er wel op, bij de huurprijs zitten praktisch nooit de kosten (water, elektriciteit, internet) inbegrepen. Vaak is internet niet aanwezig in het appartement, dus het kan zijn dat je daar nog zelf voor moet zorgen als je dat wilt.
- Voor school moet je geen boeken aanschaffen dus dat is al een stuk minder uit je budget. Meestal moet je gewoon zelf notities nemen of kopieën maken.

¡¡Quién no ha visto Granada, no ha visto nada!!

Als er nog vragen zijn of je wilt gewoon nog wat extra informatie, twijfel zeker niet om ons te contacteren!

Ellen D’hondt (Frans-Spaans): dhondt.ellen@gmail.com
ellentjedhondt@hotmail.com
Hanne Bussels (Duits-Spaans): busselshanne@hotmail.com
Cynthia Noben (Duits-Spaans): noben.cynthia@gmail.com

Germi - Inez Descheemaecker

Germersheim: een klein stadje, een grote ervaring.

Dit kleine stadje, onze erasmusbestemming, ligt in het Bundesland Rheinland-Pfalz, in de buurt van Mannheim, Karlsruhe, Speyer, Ludwigshafen, Kaiserslautern, en wat verder Frankfurt en Mainz.
In het midden van de stad ligt de faculteit Toegepaste Taalkunde van de Universiteit Mainz, nl. de FASK (Fachbereich Angewandte Sprach- und Kulturwissenschaft). Deze universiteit is groter dan Lessius, maar niet overweldigend. Wat daarentegen wel overweldigend is, is het gebouw. De universiteit heeft een nieuw en een oud gedeelte, en het oude gedeelte is een voormalige legerkazerne. Er hangt een gezellige sfeer en je zal er zeker niet verloren lopen.
De FASK heeft in Duitsland als talenuniversiteit een erg goede naam, en staat bekend als één van de beste vertaal-/tolkenuniversiteiten.
De rest van de stad is bescheiden. Germersheim is een erg rustig stadje, heeft enkele mooie plekjes, voldoende winkels en supermarkten en alles binnen fiets-/stapbereik.

Alles begint in Antwerpen

Eens je uitgekozen bent om op Erasmus te gaan, ga je de spannendste periode van je leven tegemoet. Maar geen nood, je bent bij Lessius in veilige handen. Na de examens van het tweede semester vindt de eerste erasmusvergadering plaats. Je krijgt een hoopje formulieren, en alles wordt grondig uitgelegd. Ouders mogen hierbij aanwezig zijn. Zo wordt er gezorgd voor een allesomvattende verzekering, attesten, informatie over de beurzen en financiën enz. Daarnaast krijg je per bestemming aparte mails van Joost Verschaeve. Zo moesten wij verschillende formulieren opsturen naar de FASK. Daarbij zat ook een aanvraagformulier voor een appartement/kamer. De universiteit werkt in Germersheim als tussenpersoon bij de verhuur van studentenkamers. Je kan op dat aanvraagformulier aanduiden op welk soort kamer je het liefst zou zitten, en dan sturen ze jou een voorstel op. Nadat je de eigenaars gecontacteerd hebt en akkoord gaat, stuur je een bevestiging naar de universiteit en spreek je verder af met de verhuurders. Een kamer vinden is geen probleem, dus vergeet de paniekerige zoektocht ter plaatse.

Wanneer we de gevraagde formulieren opgestuurd hadden naar de FASK, kregen we via post een bevestiging en informatiefolders over de school. Op dat vlak is Duitsland erg georganiseerd. De folders die je krijgt zijn speciaal bedoeld voor uitwisselingsstudenten, met alle info die je je maar kan wensen. (info over de universiteit, banken, dokters, winkels, naburige steden tot zelfs een plattegrond van de universiteit en de stad) Elk jaar komen erg veel uitwisselingsstudenten naar Germersheim, en daarom weten ze heel goed wat we nodig hebben.

Vergeet je vooral niet in te schrijven bij Lessius voor je vertrekt!

Vertrek en aankomst

Vergeet het gedoe met visumaanvragen of geld wisselen, op dat vlak is Duitsland een erg makkelijk erasmusland. Germersheim is vlot te bereiken met de auto en de trein. Toch is het best om de heen- en terugreis met de auto te doen. Je hebt teveel spullen mee om allemaal mee te sleuren op de trein. Ervaringen van mensen die met de trein aankwamen en met hun koffers door de stad moesten sleuren zeggen genoeg.
Bij de opgestuurde informatie vermeldt men de datum wanneer je ten laatste in Germersheim moet zijn. Je spreekt af met je verhuurder wanneer je aankomt en dan kan je beginnen uitpakken.
2 weken voor het begin van de lessen wordt er voor alle uitwisselingsstudenten een test georganiseerd. Op die dag kom je allemaal samen op de universiteit en wordt je kennis van het Duits getest. Aan de hand van die test wordt je in 4 groepen per niveau ingedeeld. Je krijgt meteen de uitslag, en daarna krijg je een eerste rondleiding in de school en de stad. Geen nood, je hoeft echt niet te studeren voor die test. De Lessiusstudenten scoren altijd zeer goed en de test is helemaal niet zo moeilijk. Je krijgt dan per groep een apart schema voor de volgende 2 weken. Er worden workshops en introductielessen gehouden om je te laten kennismaken met je mede-uitwisselingsstudenten en het systeem van de universiteit. Zo leer je heel snel andere mensen kennen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, de universiteit weet hoe ze haar uitwisselingsstudenten moet verzorgen. Alnaargelang in welke groep je zit krijg je een aangepast lessenrooster. Je krijgt een aantal vaste lessen, en daarnaast mag je nog enkele keuzevakken uit het aanbod kiezen. De mensen die in de hoogste groep zitten (met de beste Duitskennis) mogen hun lessenrooster helemaal zelf in elkaar steken. Dat brengt wel wat werk met zich mee, maar het heeft ook grote voordelen!

Eerste indruk

De eerste indruk van de universiteit was algemeen erg goed. De uitwisselingsstudenten worden erg goed begeleid, dus je zal niet verloren lopen. Ze leggen alles duidelijk uit en je hebt tijd om kennis te maken met de internationale studentengroep. Aangezien alle uitwisselingsstudenten 2 weken op voorhand in Germersheim zijn, heb je rustig de tijd om alles en iedereen te leren kennen voordat alle gewone studenten toekomen. Duitsland houdt natuurlijk wel van Red Tape, papieren en formulieren, dus je zal in het begin een paar keer heen en weer moeten lopen. Zo moet je een paar keer naar het secretariaat en moet je je gaan aanmelden bij het bureau van de burgerlijke stand. (Vergeet dit zeker niet! Op het einde van je verblijf moet je je ook weer gaan afmelden). Wanneer je bij de hoogste groep zit, brengt het plannen van je lessenrooster ook wat werk met zich mee. Je moet zelf je lessen zoeken en een rooster zonder overlappingen in elkaar puzzelen. Het nadeel is dat je daar wat werk aan hebt, en eens je gekozen hebt moet je de les blijven bijwonen. (er is namelijk aanwezigheidsplicht) Maar het grote voordeel is dat je zelf mag kiezen wat je volgt, zolang je maar genoeg ECTS-punten bij elkaar krijgt. Je kan dus lessen kiezen die je interesseren, en de saaie grammaticalessen laten voor wat ze zijn. (je leert immers meer door te praten en te luisteren)
Het verkennen van Germersheim als stad (zonder de universiteit) is echter niet zo bewogen. Het is een rustige stad met 22 000 inwoners, waarvan 2500 studenten. In de weekends en schoolvakanties is het in Germersheim erg stil, om niet te zeggen dood. Wanneer de lessen beginnen ontwaakt Germersheim, en houden de studenten de boel wakker. Germersheim is dus geen grootstad, heeft maar een klein hoofdstraatje, en de meeste winkels zijn supermarkten. (je zal er zeker niet verhongeren, en het eten en alle verzorgingsproducten zijn er goedkoper dan in België!) In het industrieterrein in het noorden van de stad vind je de ‘grootste’ kledijwinkels, Mc Donalds, Burger King, een grote second hand shop enz.
Germersheim zal je dus op één dag kunnen verkennen, en zal een kleine teleurstelling zijn voor wie het gewoon is om in een grootstad te studeren. (maar de teleurstelling zal het erasmussemester zéker niet overheersen) En geen nood, het is slechts één semester, en dat is voorbij voor je het weet!
De eerste weken zullen dus erg bewogen zijn. Je kamer inrichten, de stad verkennen, alle papieren en formaliteiten in orde brengen enz. Maar eens deze woelige weken achter de rug zijn, is dit echt een semester om van te genieten.

Studeren aan de FASK

En genieten is het inderdaad. Het onderwijssysteem van Duitsland zit anders in elkaar dan bij ons. Er wordt meer nadruk gelegd op discussie, een eigen mening vormen, ervaring en praktische oefening. Je zal dus heel wat bijleren, en je hoeft helemaal niet bang te zijn om de docent je eigen tegengestelde mening te vertellen. Daar vinden ze het namelijk belangrijk dat je een eigen mening hebt, en wordt papegaaien niet erg geapprecieerd. De leerkrachten zijn erg vriendelijk. Als student wordt je als zelfstandige volwassene behandeld. Er wordt verwacht dat je de lessen bijwoont (de aanwezigheid wordt gecontroleerd bij de meeste docenten), maar het is geen ramp als je wat later binnenkomt of vroeger vertrekt. In de grote aula’s kijken ze er zelfs niet van op als iemand een halfuur later binnenkomt, of als iemand een koffie gaat halen. In kleinere groepen zijn ze daar dan wel weer strenger op. In dat opzicht is het ook helemaal anders dan in Lessius. Je mag er tijdens de les bijvoorbeeld ook gewoon drinken en eten. Een broodje eten of koffie drinken mag allemaal. Ook om naar het toilet te gaan moet je niet eens je hand opsteken. Je mag gewoon opstaan en gaan. Voor Belgische studenten is dit even wennen, omdat wij dat zien als onrespectvol. Maar in Duitsland is dat de normaalste zaak van de wereld. Over de examens hoeven wij ons als Belgische studenten ook geen zorgen te maken. Als je weet dat het Vlaamse onderwijs tot de zwaarste behoort, weet je ook dat het niet snel moeilijker kan zijn ergens anders. In Duitsland hoef je geen weken op voorhand te blokken voor de examens. Je moet natuurlijk studeren, maar de examens zijn bijlange niet zo zwaar als die van ons. Het enige kleine nadeel is dat de lessen gewoon doorlopen tot het einde van het semester. De docent bepaalt dus zelf in welke les hij het examen geeft, en je moet studeren tussen de lessen door. Normaal zorgt dat echt niet voor grote problemen. (Mijn medestudent en ik waren voor alles geslaagd)
In de lessen werken ze hoofdzakelijk met hand-outs en je moet zelf notities nemen. Sommige docenten werken met een syllabus, die dan amper 5 euro kost. Aan boeken en cursussen heb je dus niet veel kosten, tenzij een paar syllabussen, pen en papier.
Er zijn genoeg computerlokalen waar je op internet kan, op de pc kan werken, en je kan er printkaarten kopen om te printen en kopiëren. In de volledige universiteit is er draadloos internet, waar je met je eigen laptop onbegrensd op kan. Hiervoor krijg je in het begin van het semester een account. Heel veel studenten nemen hun laptop mee in de les, wat heel handig is om notities te nemen en ter plaatse op internet informatie en woordenboeken te raadplegen.
In de universiteit is er een restaurant en een cafetaria, waar je voor erg goedkope prijzen uit een groot aanbod kan kiezen (goedkoper dan Lessius). Zo kan je er een warme maaltijd eten voor 1.80 euro, en mag je een keer bijvullen. Verschillende warme gerechten, een saladbar, vegetarische maaltijden, veel verschillende broodjes, snacks enz. zijn er elke dag te verkrijgen.

Aan feestjes en ontspanning geen gebrek!

Zonder studenten is Germersheim een saaie stad zonder uitgaansleven. Maar eens het semester begint, draaien de cafés op volle toeren en wordt er door de universiteit elke week een studentenfuif georganiseerd: de Mensadisco. Die wordt elke week op een andere plaats gehouden (in verschillende cafés/bars of in school zelf) Voor de studenten (en dan vooral de uitwisselingsstudenten) is dit het hoogtepunt van de week. Aangezien je in de eerste weken veel contacten kan leggen met de internationale groep, zal dit waarschijnlijk de groep zijn waarmee je het meest optrekt. Duitse reguliere studenten zal je in mindere mate ontmoeten, omdat die meestal niet in Germersheim wonen of uitgaan. De Internationale groep wordt al snel een grote vriendenkring waar je contacten voor het leven zal leggen. Elke week werd er afgesproken bij iemand thuis, waar iedereen dan voor de Mensadisco naartoe ging met drank. Op die momenten leer je het mooie Duitse woordje ‘vorglühen’ kennen. (= je (half of helemaal) zat drinken voor je naar het feestje vertrekt) Van daaruit gingen we dan in groep naar de Mensadisco om elke week weer het beste van onszelf te geven. Dat moet wel, want veel feestjes zijn er niet in Germersheim buiten de Mensadisco.
Wie wil uitgaan naar een grotere disco of club moet daarvoor met de trein of auto naar één van de naburige grootsteden gaan.
Naast de Mensadisco is er een karaoke-avond en wordt er veel door studenten georganiseerd.
In het weekend of op vrije dagen kan je met de trein andere steden bezoeken. Zo zijn wij ook regelmatig met een groep op daguitstap naar een grootstad geweest. Speyer, Karlsruhe, Mannheim, Heidelberg, Frankfurt enz. zijn echte aanraders. Vooral in de winter, wanneer er overal kerstmarkten zijn, is Duitsland op z’n mooist.
Ook de universiteit plant regelmatig dagtrips naar grootsteden voor een heel redelijke prijs.
Het leukste aan Germersheim is de groepsgeest. Het is een kleine stad die vol zit van de internationale studenten. Je komt iedereen regelmatig tegen, je leert de barmannen kennen, er is een zalige groepssfeer en je voelt je er meteen thuis. Net omdat het zo’n kleine stad is zit je nooit ver van elkaar, hoef je niets van transport te betalen en maak je zelf plannen en plezier. Zo kwamen wij bijvoorbeeld op zondag samen om eten of gebak te koken voor elkaar. (Op zondag is alles namelijk gesloten in is er dus niets te doen) Germersheim is ook een heel veilige stad, en de inwoners zijn heel vriendelijk, typisch Duits.

Geld?

Een erasmussemester in Germersheim is helemaal geen dure ervaring vergeleken bij andere erasmusbestemmingen. De prijzen in Duitsland zijn vergelijkbaar met die in België, en voedsel en verzorgingsproducten zijn ietsje goedkoper. Je kan in principe een rekening openen in de plaatselijke Sparkasse (bank), maar dat is helemaal niet noodzakelijk. Ik zelf vond dat overbodig werk. (wat doe je namelijk met die rekening en bankkaart na dat ene semester?) Je kan gemakkelijk geld afhalen in de verschillende banken met je eigen Belgische kaart (als je Maestro hebt).
Als eerste kost heb je de huur van je kamer/appartement. Daarvan zijn de prijzen in Germersheim goedkoper vergeleken met Antwerpen. Voor de prijs van een gewoon kot kan je daar al een mooi appartementje huren. (je kan namelijk kiezen of je in een woongemeenschap met gedeelde badkamer en keuken woont, of alleen op een appartementje). Vervolgens moet je +/-90 euro ‘Sozialbeitrag’ storten aan de universiteit. Dit is geen inschrijvingsgeld maar een sociale bijdrage die iedereen moet betalen. (Je bent namelijk al ingeschreven bij Lessius) Meer info daarover vindt je op de papieren. Die +/-90 euro moet je na je aankomst zo snel mogelijk storten, want met het bewijs daarvan moet je naar het secretariaat voor je definitieve aanmelding. Daarnaast heb je de gewone uitgaven van een kotstudent: eten, verzorgingsproducten, schoolmateriaal, uitstapjes, shoppen…
Voor transport heb je in Germersheim niet veel nodig. Je kan alles tevoet of met de fiets doen. Een fiets kan je vragen/huren bij de huisbaas of de universiteit. Het is ook aangeraden om in Germersheim een Duitse telefoonkaart te kopen. Dan heb je een Duitse sim-kaart met een Duits nummer. Erg veel erasmusstudenten doen dit, en zo kan je heel goedkoop met elkaar communiceren. Het is ook goedkoper om daarmee naar België te sms’en. Je hebt al een Duitse sim-kaart + belwaarde voor ongeveer 10-20 euro.
Ingang van de Mensadisco is nooit meer dan 1 euro, en de drankprijzen zijn er normaal.
Het enige nadeel qua kosten is dat de Duitse treinen redelijk duur zijn, vooral als je alleen reist. Maar geen nood, er zijn altijd verschillende promoties, en groepstickets zijn goedkoop. Met een groepje gaan en de kosten delen is dus erg voordelig.

Germersheim is een echt universiteits- en studentenstadje. De universiteit is klasse, en het is een ervaring die je nooit vergeet. Een echte aanrader, met als resultaat een cool Duits accent en een internationale vriendenkring!

Als je nog vragen hebt, aarzel niet en mail me gerust: inezke@hotmail.com