Andries Roets
Lotte Van Hove
Wie de kans krijgt om als student een semester (of eventueel langer) te gaan studeren in Italië, moet hierbij zeker Padova overwegen. Het is een charmante grootstad die toch de gezelligheid heeft van een kleinere stad. Je kan het min of meer vergelijken met Gent, met heel wat leuke straatjes, mooie geveltjes en een aantal knappe pleinen. Wie graag in zo’n stad zou vertoeven, raden wij dan ook ten zeerste Padova aan. Ook Trieste schijnt leuk te zijn, maar dat is dan eerder voor mensen die een heel academiejaar van huis willen/kunnen zijn. Forlì ligt niet heel ver van Bologna, ook een leuke stad, maar daar zit je toch een eind van het centrum, en Milaan is een bruisende metropool, met mooie, maar ook minder fraaie buurten. Ons leek Padova dus het meest geschikt als bestemming, aangezien we allebei wel van een gezellige drukte houden, niet meer, maar zeker ook niet minder.
Wie kiest voor Padova bespaart zichzelf ook sowieso al de moeite om een kot of appartement te zoeken. In Padova is een organisatie, Sassa Service, waarvoor je op voorhand een Accomodation Form moet invullen. Die organisatie zorgt er dan voor dat je een plek krijgt binnen één van de vele residenties van het ESU-netwerk. Die staat in voor de opvang van de studenten in Padova, zowel Erasmussers als niet-Erasmussers. Voordeel hiervan is dat je in zulke residenties dus vaak met enkele honderden studenten zit van overal ter wereld, en zeker ook met voldoende Italianen, wat het gebruik van het Italiaans zeker ten goede komt. Wij raden echter de residentie af waar Andries heeft gezeten, Copernico, aangezien die tot op heden niet over een keuken beschikte, wat echt wel tot ergernissen heeft geleid. Gelukkig kon hij terugvallen op Lotte, die in Ceccarelli (een andere residentie) over een dubbele kamer (zij + een ander meisje) beschikte die via een gemeenschappelijke keuken grensde aan een andere dubbele kamer met ook twee meisjes in. Éen keuken dus voor vier personen, wat ook een vlotter gebruik van het Italiaans in de hand heeft gewerkt, aangezien twee van de drie “keukengenoten” van Lotte Italiaans waren. Sassa Service regelt alles, de dag dat je aankomt in Padova hoef je je alleen maar te gaan aanmelden en dan krijg je de sleutel van jouw kamer. Wie eventueel vroeger dan de overeengekomen datum in Padova aankomt, kan terecht in een jeugdherberg. Wij hebben dit niet gedaan, maar achteraf bekeken was het misschien wel handiger geweest om bijvoorbeeld een week voordat we onze kamer kregen toch al naar daar af te reizen zodat we onze paperassen wat vroeger in orde hadden kunnen brengen.
Dit brengt ons meteen bij de meest vervelende zaak. Erasmussers moeten heel wat papierwerk verrichten alvorens in orde te zijn bij de universiteit, de verblijfplaats en de stad Padova zelf. Wat wij aanraden is om hierbij de Italiaanse levensstijl ter harte te nemen en je niet te druk te maken in de administratieve rompslomp die er bij komt kijken. Italianen kijken niet naar details, zolang je papieren aan het einde van de rit in orde zijn, zit dat wel snor! Begin dus niet te panikeren als je na één week nog altijd niet langs het ene kantoor of bureau bent gepasseerd, Italianen zijn echt wel tolerant en geven zelf ook de indruk niet echt hard achter de Erasmussers aan te zitten. Het is redelijk wat op en af lopen van kantoor tot kantoor, maar het wordt wel op een degelijke manier uitgelegd, en als je alles op het gemakje doet in de eerste maand, dan ben je zeker in orde.
Financieel gezien valt Padova zeer goed mee. Lotte betaalde in Ceccarelli 180 euro per maand voor haar dubbele kamer (met volledig uitgeruste keuken, badkamer, wasmachine en televisie), Andries in Copernico 225 euro per maand voor een enkele kamer (met een badkamer die hij deelde met z’n buur, zonder keuken of gemeenschappelijke refter). De luxe van een enkele kamer is echter wel handig, zeker als je graag ook eens alleen bent, om bvb te studeren of te skypen met thuis. Echt veel geld hebben we niet uitgegeven, we kookten bijna iedere avond zelf in Lotte’s keuken (vaak in uitgebreide compagnieën van allerhande nationaliteiten), en kochten onze ingrediënten in de slechts 50 meter verder liggende Eurospar. Hadden we geen zin in koken, dan gingen we om pizza (spotgoedkoop in Italië!). Wij denken dat je als kotstudent in Antwerpen een vergelijkbaar budget spendeert, al kunnen we dat niet met zekerheid zeggen, aangezien we beiden steeds pendelden tussen thuis en Lessius. Maar echt duur is het leven er dus zeker niet. Als je ouders bovenop de beurs die je ontvangt een maandelijks zakcentje storten, dan overleef je zeker wel (wie weet verdien je er dan zelfs aan ;-)).
Het vervoersmiddel bij uitstek in Padova is een fiets, schaf je die dus zo snel mogelijk aan. Het park aan de cappella degli scrovegni staat bekend om z’n ietwat ongure fietsenhandel; als je daar een beetje zoekend rondkijkt word je gegarandeerd aangesproken door vreemdere types met de vraag “vuoi una bici?”. Voor 15 EUR heb je daar dus snel een (weliswaar gestolen) fiets. Wij voelden ons minder avontuurlijk en hebben onze fiets bij een fietsenmaker in de buurt van Andries zijn residentie gekocht (Via Belzoni), dit was duurder, maar onze fietsen waren wel relatief in orde. Het spreekt voor zich dat je best investeert in een stevig slot!
Padova is een bruisende studentenstad met heel wat erasmussers en dat zal je geweten hebben. De uitgaansavond valt er op woensdag (in tegenstelling tot de gekende donderdagavond bij ons in België). Alle studenten uit Padova verzamelen dan op Piazza delle Erbe, een heel mooi en gezellig plein in het centrum van de stad, om te babbelen, muziek te maken en te drinken. Heel gezellig! Drank haal je in de naburige barretjes, maar die sluiten om middernacht op politiebevel (teveel nachtlawaai). Italiaanse studenten beginnen dus gewoon vroeger te drinken. Wil je graag langer doorgaan dan tot middernacht, dan zijn er de discotheken Banale en Fishmarket (staar je niet blind op de naam discotheek, het zijn eerder veredelde jeugdhuizen waar toffe feestjes worden gehouden). Daar worden elke zondag (Banale) en elke woensdag (Fishmarket) Erasmusfeestjes georganiseerd met (hoe kan het ook anders) fikse kortingen voor erasmussers. Inkom betaal je slechts een keer (10 EUR, of 5 EUR wanneer je op een eramusfeestje komt), dan krijg je een lidkaartje waarmee je heel het verdere jaar gratis binnenkan.
Wil je het iets rustiger, dan zijn er de talrijke barretjes waar je kan langsgaan voor een koffietje (eens je Italiaanse koffie hebt gedronken, wil je geen Belgische meer) en een babbel.
We raden je ook aan om zoveel mogelijk de toerist uit te hangen. Verona, Bologna, Milaan en natuurlijk Venetië zijn heel gemakkelijk bereikbaar met de trein. Venetië is een ritje van amper een halfuurtje dus bijna een verplichte stop wanneer je bezoek hebt. Ook Verona is absoluut de moeite en slechts een klein uurtje trein. Milaan is een treinrit van 3 uur, maar wij hebben er een weekendje van gemaakt en zijn de andere Lessiusstudenten daar gaan bezoeken.
Natuurlijk moest er ook gestudeerd worden. Wij volgden les aan de Università degli Studi aan de faculteit lettere e filosofia. Een echte vertaler-tolk opleiding bestaat daar niet dus het was best even zoeken naar een passend lessenrooster. Onze erasmuscontactpersoon in Padova, Marleen Mertens, gaf ons dan de raad om vakken te gaan ‘shoppen’. Interessante vakken uitproberen en dan contact opnemen met de docenten. Allemaal volgens de Italiaanse mentaliteit “maak je niet druk, het komt ooit wel in orde”. De vakken waar we uiteindelijk voor kozen waren:
• Nederlands (11 studiepunten) (Mediazione Linguistica di Olandese)
Dit vak bestond uit vertalen (N-I). Wij kregen hier privéles (1 uurtje per week). Elke week moesten we een vertaling voorbereiden en verbeterden we die samen met docente Marleen Mertens (een Vlaamse die uitgeweken is naar Italië en daar al zo’n 30 jaar lang woont). Dit was geen permanente evaluatie, we kregen op het einde van de rit ook gewoon een vertaalexamen. Wekelijks vertalen met een goede begeleiding heeft ons daar enorm veel bijgeleerd.
Verder volgden we ook in het vierde jaar grammatica Nederlands (1 uurtje per week). Dit was eigenlijk helemaal niet zo gemakkelijk, maar wel interessant omdat die grammatica vanuit het standpunt bekeken werd van iemand die Nederlands leert. Het deed ons dus nadenken over dingen die voor ons heel vanzelfsprekend zijn.
We kregen natuurlijk ook vertaalopdrachten van het Italiaans naar het Nederlands, daarvoor kregen we samen les met de Italiaanse studenten(dat waren er hooguit 5, dus een heel erg groot verschil maakt dit niet). Onze teksten verbeterden we via een chatboxsysteem waar iedereen dan zijn vertaalvoorstellen in typte. Voor dit onderdeel kregen wij ook een vertaalexamen, de Italiaanse studenten niet.
• Frans
Hier hebben we even voor moeten zoeken. Het bleek niet eenvoudig om geschikte vakken te vinden op een vergelijkbaar niveau als in België met dan nog eens het juiste aantal studiepunten. Na overleg met mevr. Henrot (docente Frans, uitgeweken Waalse) kozen we voor een aangepast programma waar zij ons dan 9 studiepunten voor heeft gegeven. Dit bestond uit:
o Traduction
Dit vak werd gegeven door mevr. Henrot in het vierde en vijfde jaar (1ste en 2de jaar van de specialisticà), dus het niveau lag eerder hoog. Dit was geen echte vertaalopdracht zoals bij ons, eerder een vertaalvergelijking. We moesten woordspelletjes uit Franse Asterix-albums vergelijken met die uit de Italiaanse versies. Voor ons niet eenvoudig aangezien we met twee vreemde talen moesten werken. Over die vertaalvergelijking hebben we dan een mondelinge presentatie moeten houden en een schriftelijk werk moeten indienen. Dit schriftelijke werk was dan een verdere uitdieping van wat er al mondeling was gepresenteerd. Interessant, maar zeker niet gemakkelijk.
o Liaison
Dit tolkvak volgden we bij mevr. Montfort in het vijfde jaar. Ook hier lag het niveau heel hoog. We moesten teksten in interviewvorm tolken in triade van het Italiaans naar het Frans en omgekeerd. Alweer niet eenvoudig, maar de medestudenten en de docente hielden rekening met ons, lazen iets minder snel en hielpen waar ze konden. Een heel leuk, maar bij momenten verschrikkelijk stresserend vak.
o Simulation
Simulation volgden we in het derde jaar en het niveauverschil was hier echt duidelijk merkbaar. Het was een beetje vergelijkbaar met de lessen mondelinge taalvaardigheid in het eerste jaar. Bedoeling was dat we een fictieve reis organiseerden naar Parijs. We werden opgedeeld in groepjes die dan instonden voor het vervoer, de gidsbeurten enz. Dit vak was een jaarvak, vandaar dat wij een aangepast examen kregen. Dit stelde niet veel voor, de docente (mevr. Montfort) babbelde gewoon een halfuurtje met ons over het schoolsysteem in België en de lessen die we volgen op Lessius. Verder moesten we ook een presentatie maken over een museum of bezienswaardigheid in Parijs maar die moesten we dan enkel aan haar voorstellen dus van stress was er weinig sprake.
• Italiaans (9 studiepunten) (Istituzione di Linguistica)
Dit vak wordt gegeven door de briljante Laura Vanelli. Het is een beetje vergelijkbaar met Algemene taalwetenschap en tekstwetenschap uit het eerste en tweede jaar. Fonetiek, fonologie, morfologie, lexicologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek waren onderwerpen die aan bod kwamen. Dit vak was niet heel gemakkelijk maar wel razend interessant, vooral dankzij de lessen van docente Vanelli die alles heel helder uitlegt. Voor het examen waren er twee mogelijkheden. Ofwel kreeg je het in twee delen, een eerste deel over de helft van de leerstof eind november en een tweede deel eind januari. Een andere mogelijkheid was om eind januari of begin februari een examen te maken over alle leerstof. Wij kozen voor de eerste mogelijkheid en dat was heel goed te doen. Je krijgt hiervoor 3 keer per week les, 2 keer in blokken van 1,5 uur, op woensdag een blokje van drie kwartier.
Met Ryanair kan je heel goedkoop vliegen naar Treviso (van daaruit neem je dan een rechtstreekse SITA-bus naar Padova, een rit van een dik uur). Het grote probleem met Ryanair is wel dat je slechts 15kg bagage (+10kg handbagage) mag meenemen en dit is echt niet veel, bovendien betaal je bij overgewicht 15 euro per kilogram!! Je kan dit oplossen door iemand mee te laten reizen. Bij ons zijn de ouders van Andries met een groot deel van onze bagage naar Padova gereden en hebben er zo nog een weekje vakantie aan gebreid. Wij volgden dan met het vliegtuig. De papa en broer van Lotte zijn ons in februari komen halen dus onze bagageproblemen waren op die manier ook opgelost.
Zo, we hopen dat we jullie met dit verslag warm hebben kunnen maken voor een erasmusverblijf in Padova, neem het van ons aan, het is echt de moeite!
Als je nog vragen hebt, aarzel dan niet om ons te contacteren!
maandag 23 maart 2009
Lille - Dirk & Kathleen
Heyns Dirk
Van Gucht Kathleen
Vervoer
Koop een Go Pass (46 euro voor 10 ritten) + een ticket Moeskroen/Mouscron-Lille Flandres (6 euro). Neem de trein naar Lille Flandres in Antwerpen-Centraal (rijdt normaal elke 2 uren). Stap na een voorspoedige reis van welgeteld 1 uur en 46 minuten uit in Frankrijk in het voornoemde station en neem daar de bus C(itadine)2 naar Catho Lille. Daartoe koop je een ticket (1,20 euro) dat je verplicht ‘composteert’ wanneer je opstapt. Als alles dan goed verloopt bevind je je luttele minuten later aan de universiteit waar je allicht nog veel tijd zal doorbrengen.
Logement
Dien op tijd (vóór de grote vakantie) een aanvraag in voor een kamer in een residentie (www.aeu.asso.fr). Wij zaten allebei in ‘résidence Teilhard de Chardin en plein coeur du quartier Vauban’ en betaalden elk 390 euro per maand voor ’n bemeubelde kamer (bureau, bed, kast, koelkast,…) van zo’n 12 vierkante meter. Inbegrepen zijn dan: ontbijt van maandag tot vrijdag, wasmachine (wel 1 euro per jeton en dus per wasbeurt, nog eens een euro als je de droogkast wilt gebruiken), internet, gemeenschappelijke keuken, gemeenschappelijke douches (niet een grote douche natuurlijk of wat dacht u), tv-zaal, ontspanningsruimte met tafelvoetbal (!) en je kamer wordt elke 2 weken gepoetst (als je dat wenst).
Boeken en cursussen
De prijs van boeken en cursussen hangt natuurlijk af van welke vakken je gaat volgen. Wij hebben zo’n 7 boeken moeten kopen, vooral pockets. Cursussen bestaan niet, je bent dus aangewezen op je (eigen) notities.
Uitstapjes
95% van je tijd ginder zal moeten wijden aan studeren. Reken dus maar niet op uitstapjes en dergelijke. Er is wel een hippe zoo. Die is gratis. Na die met een bezoekje vereerd te hebben, vlieg je best terug met je neus tussen je boeken.
Eten
Er is een studentenrestaurant voor zij die niet zonder SOS Piet kunnen, waar je aan studentikoze prijzen aan studentikoos voedsel kan geraken (25 euro voor 10 maaltijdtickets, wat dus neerkomt op 2,5 euro per maaltijd voor zij die niet zonder rekenmachine kunnen).
Gevolgde vakken
Thème – Mr Langford (2 credits)
Chad leidt je op tot vertaler Frans-Engels. Leuk vak om te volgen, leuke professor, maar je moet wel elke week een vertaling voorbereiden. (Hij kan overigens ook Nederlands, dus pas op met hem verwensingen naar het hoofd te slingeren in je moedertaal!)
Version – Mr Roger (2 credits)
Deze professor doet net het omgekeerde: je opleiden tot vertaler Engels-Frans. Ook elke keer een vertaling voorbereiden, maar het tempo tijdens de lessen ligt niet al te hoog. Examens worden mild verbeterd.
Français pour étudiants relations internationales – Mme Dazin (3 credits)
Dit vak is zowat een samenvatting van al het Frans dat je reeds gezien hebt. Er worden oefeningen gemaakt op de passé composé, subjonctif, de hele rimram. Je moet ook actuele artikels bespreken, videofragmenten becommentariëren en een presentatie geven. Het eindexamen bestaat uit oefeningen en het schrijven van ’n kort tekstje.
Linguistique I – Mme Hochart (3 credits)
Een mix van ATW en de lessen van Mr. Kockaert. Niet al te boeiend zou je misschien kunnen denken, maar dat is het inderdaad. Ondanks haar strenge indruk verbetert ze toch wat milder voor buitenlandse studenten. De Franse studenten zijn het trouwens – eerlijk is eerlijk – ook helemaal niet gewoon zo’n vak te volgen.
Interculturalité/Intercultural Communication – Mme Middelmann (3 credits)
Leuk vak, eens om de zoveel weken in blokken van 3 uur. Je maakt er tekeningen, wisselt vooroordelen uit over andere culturen (de Fransen claimen dat ‘friet met mosselen’ hun gerecht is, maar wij weten uiteraard beter). Je moet een essaytje schrijven en als eindexamen een presentatie geven over een bepaalde cultuur; wij mochten samen met de andere buitenlandse studenten gewoon onze ervaringen in Frankrijk delen.
Littérature comparée XVIIe siècle – Mr Bouvier (4 credits)
Veruit het moeilijkste vak, je moet notities nemen alsof je leven ervan afhangt en ‘commentaires composés’ schrijven over Senault en Descartes. Dat het weleens de filosofische toer opgaat, hoeft dan ook niet te verwonderen. Dat de professor het niet zo heeft voor Sarkozy valt af te leiden uit zijn soms krasse, politiek incorrecte uitspraken en daarom is het ook een echte aanrader dit vak te volgen: je scheldwoordenvocabularium zal een enorme uitbreiding kennen. De brave man verbetert streng, de examenvragen zijn niet van de poes, maar je ziel zal desondanks passie ondervinden voor dit vak, letterlijk.
Littérature comparée XIXe siècle – Mr Godot (4 credits)
Vergelijkbaar met het vak hierboven, alleen verbetert deze brave man toch wat milder voor de buitenlandse studentjes. Daar staat tegenover dat je hiervoor veel meer moet lezen (Molière oa) en essays moet schrijven waarin je de lectuur van je literatuur vergelijkt (heeft u ‘m?). Wij hadden het geluk de evolutie van de mythe rond ‘Don Juan’ te ontrafelen.
Histoire des médias – Mr Kaciaf (3 credits)
Dit is een hoorcollege en wordt dus in de aula gegeven. De lessen gaan over de ontwikkeling van de Franse media van het begin (denk aan uitvinding boekdrukkunst en aanleg postroutes ) tot nu en de problemen die ze tijdens deze ontwikkeling ondervonden hebben. Je hebt enkel je eigen notities om te leren, maar je wordt verondersteld veel feiten te onthouden. Op het examen krijg je 3 vragen waarvan je er 2 moet beantwoorden in opstelvorm.
Introduction aux institutions françaises – Mme Lecoeuvre (3 credits)
Een vrij algemene inleiding tot het Franse rechtssysteem. Er wordt onder andere uitgelegd hoe de president en de eerste minister verkozen worden. Verder worden enkele rechtbanken besproken en hun werking. De lessen zijn vrij droog, maar de slaagkansen zeer hoog.
Versification – Mme Catelain (2 credits)
Gedichtjes lezen en bespreken dus. Niet zo simpel als het lijkt, want de professor verbetert tamelijk streng, maar dat is natuurlijk geen bezwaar als je bijvoorbeeld graag de Nerval, Chateaubriand en ook modernere Franse dichters leest. De Franse benamingen van literaire procedés zullen na deze cursus ook geen geheim meer voor je zijn. Het examen is niet al te simpel: meer dan de helft van de Franse studenten was gebuisd (leer zeker de literaire termen als je voor dit vak kiest!).
Méthodologie – Mme Catelain (2 credits)
Hier bespreek je literaire passages (van Guy de Maupassant oa) en analyseer je ze grondig, héél grondig. Te grondig eigenlijk. Je leert echter wel hoe je een ‘commentaire composé’ moet schrijven en hoe je je teksten moet construeren en structureren. Bijna elke les moet je wel een stukje tekst bespreken (waarbij je bespreking nooit korter is dan de tekst, het gaat er dus zeker niet om gewoon een samenvattinkje te schrijven!)
Tips:
Uitgaan: Palace (niet enkel dansen maar ook poolen). Kathleen zal nu een exhaustief
lijstje opstellen en wel hier:
Gastronomie: Fransen geven graag hun geld uit in de Match, terwijl ze de goedkopere Aldi, die – toegegeven – iets verder ligt, langzaam failliet laten gaan. Frituren kennen ze niet, of ze zijn van erbarmelijke kwaliteit. In Lille kennen ze geen nachtwinkels. Als je goedkope drank wil, kan je al maar beter zelf leren brouwen en/of stoken. Jenever smokkelen is ook een optie.
Administratief: Neem vóór je vertrek al kopieën van alle belangrijke documenten, beter te veel dan te weinig. Neem genoeg pasfoto’s mee. Zorg dat je meteen in orde bent met je inschrijving op school, maar ook voor de CAF, anders ga je je geld maar heel laat zien.
Algemeen: Neem een fototoestel mee. Woordenboeken (niet enkel op cd-rom!). Geniet.
Van Gucht Kathleen
Vervoer
Koop een Go Pass (46 euro voor 10 ritten) + een ticket Moeskroen/Mouscron-Lille Flandres (6 euro). Neem de trein naar Lille Flandres in Antwerpen-Centraal (rijdt normaal elke 2 uren). Stap na een voorspoedige reis van welgeteld 1 uur en 46 minuten uit in Frankrijk in het voornoemde station en neem daar de bus C(itadine)2 naar Catho Lille. Daartoe koop je een ticket (1,20 euro) dat je verplicht ‘composteert’ wanneer je opstapt. Als alles dan goed verloopt bevind je je luttele minuten later aan de universiteit waar je allicht nog veel tijd zal doorbrengen.
Logement
Dien op tijd (vóór de grote vakantie) een aanvraag in voor een kamer in een residentie (www.aeu.asso.fr). Wij zaten allebei in ‘résidence Teilhard de Chardin en plein coeur du quartier Vauban’ en betaalden elk 390 euro per maand voor ’n bemeubelde kamer (bureau, bed, kast, koelkast,…) van zo’n 12 vierkante meter. Inbegrepen zijn dan: ontbijt van maandag tot vrijdag, wasmachine (wel 1 euro per jeton en dus per wasbeurt, nog eens een euro als je de droogkast wilt gebruiken), internet, gemeenschappelijke keuken, gemeenschappelijke douches (niet een grote douche natuurlijk of wat dacht u), tv-zaal, ontspanningsruimte met tafelvoetbal (!) en je kamer wordt elke 2 weken gepoetst (als je dat wenst).
Boeken en cursussen
De prijs van boeken en cursussen hangt natuurlijk af van welke vakken je gaat volgen. Wij hebben zo’n 7 boeken moeten kopen, vooral pockets. Cursussen bestaan niet, je bent dus aangewezen op je (eigen) notities.
Uitstapjes
95% van je tijd ginder zal moeten wijden aan studeren. Reken dus maar niet op uitstapjes en dergelijke. Er is wel een hippe zoo. Die is gratis. Na die met een bezoekje vereerd te hebben, vlieg je best terug met je neus tussen je boeken.
Eten
Er is een studentenrestaurant voor zij die niet zonder SOS Piet kunnen, waar je aan studentikoze prijzen aan studentikoos voedsel kan geraken (25 euro voor 10 maaltijdtickets, wat dus neerkomt op 2,5 euro per maaltijd voor zij die niet zonder rekenmachine kunnen).
Gevolgde vakken
Thème – Mr Langford (2 credits)
Chad leidt je op tot vertaler Frans-Engels. Leuk vak om te volgen, leuke professor, maar je moet wel elke week een vertaling voorbereiden. (Hij kan overigens ook Nederlands, dus pas op met hem verwensingen naar het hoofd te slingeren in je moedertaal!)
Version – Mr Roger (2 credits)
Deze professor doet net het omgekeerde: je opleiden tot vertaler Engels-Frans. Ook elke keer een vertaling voorbereiden, maar het tempo tijdens de lessen ligt niet al te hoog. Examens worden mild verbeterd.
Français pour étudiants relations internationales – Mme Dazin (3 credits)
Dit vak is zowat een samenvatting van al het Frans dat je reeds gezien hebt. Er worden oefeningen gemaakt op de passé composé, subjonctif, de hele rimram. Je moet ook actuele artikels bespreken, videofragmenten becommentariëren en een presentatie geven. Het eindexamen bestaat uit oefeningen en het schrijven van ’n kort tekstje.
Linguistique I – Mme Hochart (3 credits)
Een mix van ATW en de lessen van Mr. Kockaert. Niet al te boeiend zou je misschien kunnen denken, maar dat is het inderdaad. Ondanks haar strenge indruk verbetert ze toch wat milder voor buitenlandse studenten. De Franse studenten zijn het trouwens – eerlijk is eerlijk – ook helemaal niet gewoon zo’n vak te volgen.
Interculturalité/Intercultural Communication – Mme Middelmann (3 credits)
Leuk vak, eens om de zoveel weken in blokken van 3 uur. Je maakt er tekeningen, wisselt vooroordelen uit over andere culturen (de Fransen claimen dat ‘friet met mosselen’ hun gerecht is, maar wij weten uiteraard beter). Je moet een essaytje schrijven en als eindexamen een presentatie geven over een bepaalde cultuur; wij mochten samen met de andere buitenlandse studenten gewoon onze ervaringen in Frankrijk delen.
Littérature comparée XVIIe siècle – Mr Bouvier (4 credits)
Veruit het moeilijkste vak, je moet notities nemen alsof je leven ervan afhangt en ‘commentaires composés’ schrijven over Senault en Descartes. Dat het weleens de filosofische toer opgaat, hoeft dan ook niet te verwonderen. Dat de professor het niet zo heeft voor Sarkozy valt af te leiden uit zijn soms krasse, politiek incorrecte uitspraken en daarom is het ook een echte aanrader dit vak te volgen: je scheldwoordenvocabularium zal een enorme uitbreiding kennen. De brave man verbetert streng, de examenvragen zijn niet van de poes, maar je ziel zal desondanks passie ondervinden voor dit vak, letterlijk.
Littérature comparée XIXe siècle – Mr Godot (4 credits)
Vergelijkbaar met het vak hierboven, alleen verbetert deze brave man toch wat milder voor de buitenlandse studentjes. Daar staat tegenover dat je hiervoor veel meer moet lezen (Molière oa) en essays moet schrijven waarin je de lectuur van je literatuur vergelijkt (heeft u ‘m?). Wij hadden het geluk de evolutie van de mythe rond ‘Don Juan’ te ontrafelen.
Histoire des médias – Mr Kaciaf (3 credits)
Dit is een hoorcollege en wordt dus in de aula gegeven. De lessen gaan over de ontwikkeling van de Franse media van het begin (denk aan uitvinding boekdrukkunst en aanleg postroutes ) tot nu en de problemen die ze tijdens deze ontwikkeling ondervonden hebben. Je hebt enkel je eigen notities om te leren, maar je wordt verondersteld veel feiten te onthouden. Op het examen krijg je 3 vragen waarvan je er 2 moet beantwoorden in opstelvorm.
Introduction aux institutions françaises – Mme Lecoeuvre (3 credits)
Een vrij algemene inleiding tot het Franse rechtssysteem. Er wordt onder andere uitgelegd hoe de president en de eerste minister verkozen worden. Verder worden enkele rechtbanken besproken en hun werking. De lessen zijn vrij droog, maar de slaagkansen zeer hoog.
Versification – Mme Catelain (2 credits)
Gedichtjes lezen en bespreken dus. Niet zo simpel als het lijkt, want de professor verbetert tamelijk streng, maar dat is natuurlijk geen bezwaar als je bijvoorbeeld graag de Nerval, Chateaubriand en ook modernere Franse dichters leest. De Franse benamingen van literaire procedés zullen na deze cursus ook geen geheim meer voor je zijn. Het examen is niet al te simpel: meer dan de helft van de Franse studenten was gebuisd (leer zeker de literaire termen als je voor dit vak kiest!).
Méthodologie – Mme Catelain (2 credits)
Hier bespreek je literaire passages (van Guy de Maupassant oa) en analyseer je ze grondig, héél grondig. Te grondig eigenlijk. Je leert echter wel hoe je een ‘commentaire composé’ moet schrijven en hoe je je teksten moet construeren en structureren. Bijna elke les moet je wel een stukje tekst bespreken (waarbij je bespreking nooit korter is dan de tekst, het gaat er dus zeker niet om gewoon een samenvattinkje te schrijven!)
Tips:
Uitgaan: Palace (niet enkel dansen maar ook poolen). Kathleen zal nu een exhaustief
lijstje opstellen en wel hier:
Gastronomie: Fransen geven graag hun geld uit in de Match, terwijl ze de goedkopere Aldi, die – toegegeven – iets verder ligt, langzaam failliet laten gaan. Frituren kennen ze niet, of ze zijn van erbarmelijke kwaliteit. In Lille kennen ze geen nachtwinkels. Als je goedkope drank wil, kan je al maar beter zelf leren brouwen en/of stoken. Jenever smokkelen is ook een optie.
Administratief: Neem vóór je vertrek al kopieën van alle belangrijke documenten, beter te veel dan te weinig. Neem genoeg pasfoto’s mee. Zorg dat je meteen in orde bent met je inschrijving op school, maar ook voor de CAF, anders ga je je geld maar heel laat zien.
Algemeen: Neem een fototoestel mee. Woordenboeken (niet enkel op cd-rom!). Geniet.
Granada - Ellen, Hanne & Cynthia
Zon, palmbomen, cultuur, Alhambra, shopping, gastronomie en zoveel meer… Dé studentenstad bij uitstek.
Voor het vertrek
Je gaat naar een Europees land, dus van visum en dergelijke is er hier geen sprake… Zorg er wel voor dat je de Europese ziekteverzekeringskaart (blauwe kaart van de mutualiteit) bij de hand hebt… Geen kaart betekent geen dokters die voor jou ter beschikking staan in het land waar je naartoe gaat.
Wanneer je geïnteresseerd bent om op Erasmus te gaan, ga je best in april eens langs bij Joost Verschaeve voor meer uitleg en hij zal je ook de nodige documenten verschaffen. Ga ook enkele weken voor je vertrek nog eens langs om na te gaan of zeker alles in orde is, bijvoorbeeld: of je wel degelijk in de school van bestemming bent ingeschreven (belangrijk!!!!!).
De reis
Als je in eerste zit geslaagd bent, kan je dan al alles beginnen regelen voor je vertrek zoals vlucht boeken en eventueel in de zomermaanden naar Granada gaan om een appartement of huisje te zoeken. Heb je tweede zit, dan moet je wel meer stressbestendig zijn, want dan moet je alles regelen in een paar dagen. Wij raden jullie dus aan om goed te blokken en er door te zijn in eerste zit!
Betreffende de vlucht: je neemt er best één tot Málaga, vervolgens ga je met tram of bus naar het busstation om daar dan een ander busticket te kopen naar Granada. Dit is een rechtstreekse verbinding en je doet er ongeveer een kleine twee uur over. Wanneer je daar dan aankomt neem je bus 3 of 33 en die gaan tot het centrum van de stad. Als je echt in de knoei zit kan je altijd nog een taxi nemen tot het centrum die duurder zijn dan de bus maar goedkoper dan in België.
Logement
Zoals we vooraf al hadden gezegd, kan je best al eens voor logement in Granada gaan kijken tijdens de zomermaanden. Er wordt een heel ander systeem gebruikt dan in Belgie, je zal zien dat er in de straten overal kleine papiertjes omhoog hangen met vraag of je een appartement of huisje zoekt. Wanneer je interesse hebt, volstaat het om het nummer op het papiertje te bellen en zo zal je dan de appartementen kunnen bezoeken.
Er bestaat ook een lijst met alle vrije adressen voor studenten die verkrijgbaar is in Calle Doctor Severo Ochoa, vlak langs het studentenrestaurant, de zogenaamde “comedores”.
Zoeken en op je tanden bijten is de boodschap maar ondertussen leer je wel de stad kennen en de leuke plekjes in Granada. Na een lange dag zoeken, kan je jezelf verwennen met lekkere GRATIS tapas.
Universiteit
Zodra je aankomt in Granada, probeer je dan zo snel mogelijk in te schrijven in de universiteit. Eind september vindt er een infodag plaats waarvan je op de hoogte wordt gebracht en dan kan je je al inschrijven. Wacht daar niet mee want anders moet je een eeuwigheid wachten om je vakken in orde te maken. Dat komt ook omdat het bureau voor internationale relaties maar tot ’s middags open is.
De vakken: je zal zien dat je van Lessius een lessenpakket meekrijgt voor in de universiteit van je bestemming. Dit lessenpakket kan veranderd worden. Wij raden ten zeerste aan om al zeker één vak te veranderen, namelijk: Documentación Aplicada, dat is een vak over Spaanse informatica, geen aanrader… Wij hebben dat vervangen door een vreemde taal bij te nemen : Italiaans, Portugees maar ook andere vakken zijn mogelijk: internationale relaties,…
Lessenpakket van Ellen D’hondt (Frans-Spaans)
- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Frans naar het Spaans met elke week twee vertalingen uit een tijdschrift over verschillende onderwerpen.
- Traducción 5: Een vertaalvak van Spaans naar Frans over technische documenten.
- Portugees: Leuk niveau waar je toch veel bijleert, de leraar is een heel interessante, leuke maar vooral grappige man. Een aanrader!
- Civilización Española: Een vak dat je wel elke week moet volgen vermist er geen cursus beschikbaar is. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen Erasmusstudenten en de Spaanse studenten bijgevolg zal je hiervoor extra je best moeten doen.
- Lengua B7 francés: Een vak dat voor de Spanjaarden redelijk moeilijk is maar die voor Lessiusstudenten een herhaling is van de geziene stof.
- TPT francés: Teoría y práctica de la traducción: Een vak waar algemene uitleg wordt gegeven over hoe goed te vertalen, welke strategieën er gebruikt worden, welke professionele mogelijkheden er zijn enz.
Lessenpakket van Hanne Bussels en Cynthia Noben (Duits-Spaans)
- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Duits naar het Spaans waarin vooral politieke, maar af en toe ook literaire teksten worden vertaald.
- Traducción 9 (técnica y científica): Dit is een mastervak, maar normaal gezien moet je Traducción 5 volgen. Doordat wij ons laat hebben kunnen inschrijven zat dit vak vol en moesten wij Traducción 9 volgen. Het niveau was duidelijk toch wel een stuk hoger. Er worden medische en technische(wijnbouw, waterzuivering) teksten vertaald.
- Portugees/Italiaans: Voor Portugees kan je kijken bij het lessenpakket van Ellen. Italiaans was een meevaller: fijne docent, niveau is redelijk te doen en je leert heel veel bij.
- Civilización Española: zie Ellen
- Lengua B7 Alemán: Een tof vak met een hele toffe docente. Er worden doorheen het semester verschillende tekstsoorten bestudeerd en na elke tekstsoort moet je zelf iets kleins schrijven of een debat houden. Maar het is vooral belangrijk dat je aanwezig bent, meewerkt en je taken maakt.
- TPT Alemán: Dit vak wordt in twee delen gegeven en zowel in het Duits als in het Spaans. In het eerste deel moet je enkele kleine taakjes maken die over de theorie en praktijk van het vertalen gaan. In het tweede deel worden er 3 Spaanse vertalingen van een Duits kortverhaal geanalyseerd. Als je voor het eerste deel vaak aanwezig bent geweest in de les en je taken hebt gemaakt, heb je hiervoor geen examen. Voor het tweede deel is er sowieso een examen. Daarin moet je net als in de les een deeltje van een vertaling analyseren. Het tweede deel is best wel moeilijk.
De faculteit zelf is een heel mooi, charmant gebouw met een klein binnentuintje. Gelegen in het centrum en dicht bij leuke cafeetjes voor lekkere koffie tijdens de pauze.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is heel simpel in Granada. Je koopt één keer een kaartje op de bus: Bono adulto. Dit kaartje kost de eerste keer 7 euro en er staat een waarde op van 5 euro. Is die 5 euro op kan je het gewoon weer herladen bij de buschauffeur. Eén rit kost ongeveer 0,70 euro. Zonder dit kaartje kost elke rit 1,10 euro. Neem zeker ook eens nummer 32 die je naar het Alhambra brengt. Een klein, schattig maar gevaarlijk busje. De rit van je leven voor 70 cent! Doen! Voor de rest is alles te voet te doen.
Gastronomie en uitgaansleven
In heel Granada gratis tapas à volonté! Het kenmerk van Granada! Ga zeker eens een kijkje nemen bij ‘Antigualla’, ‘La bella y la bestia’, ‘Al pan, pan al vino, vino’, ‘D’Cuadros’, ‘Madroñera’, … . Voor de rest in Granada veel en lekkere kebabs. Bezoek hiervoor Calle Elvira en je komt 12 kebabzaken tegen. Echte volwaardige maaltijden kan je beter zelf maken.
Elke week zijn er wel één of meerder Erasmusfeestjes. Die zul je wel gauw ontdekken. Er zijn ook nog wat leuke discotheken zoals Camborio, Metro, Vogue, …
Cultuur en uitstapjes
Buiten de tapas staat Granada natuurlijk ook bekend voor het Alhambra. Een daguitstapje naar het Alhambra en het Albaicín is zeker de moeite waard! Het Albaicín is een wijk vlak bij het Alhambra gelegen. Dit zijn de bekende, typische witte huisjes. In het Albaicín kan je ook naar de Mirador San Nicolas wandelen waar je een prachtig uitzicht hebt op het Alhambra, de bergen en de stad. Maar voor het prachtigste uitzicht over de stad moet je natuurlijk in het Alhambra zijn. Dit kan je bereiken via het Alhambrabusje, maar het is zeker ook te voet te doen via de ‘Cuesta de los Chinos’. Een ticket kost slechts 12 euro. Hiermee kan je de paleizen, de torens en de tuinen bezichtigen.
Buiten het Alhambra kan je ook nog de kathedraal gaan bezoeken en je laten betoveren door de vele Marokkaanse winkeltjes en ‘teterías’.
Voor uitstapjes buiten Granada helpt de studentenvereniging je verder. Zij organiseren wel elk weekend voor een degelijke prijs een uistapje naar één van de omliggende steden zoals Córdoba, Jaén, Ronda, … . Deze steden kan je natuurlijk ook op je eigen bezoeken door simpelweg de bus van Alsina Graells in het busstation te nemen. De tickets zijn wel niet zo goedkoop. Wij hebben tijdens ons verblijf in Granada Córdoba, Sevilla, Cádiz, Madrid, Almuñecar en Málaga bezocht.
Wie heb ik aan de lijn? ¿Hola hola?
Omdat je de eerste week wanneer je op zoek bent naar een verblijfplaats toch wel wat telefoontjes moet doen, kan je best een Spaans nummer aanschaffen. Je gaat gewoon één van de vele telefoonwinkels (Vodafone, Movistar, Orange, …) binnen en je vraagt er naar een telefoonkaartje. Wij hadden een kaartje van Vodafone wat 25 euro heeft gekost en er stond 30 euro belwaarde op. Deze kun je daarna laten herladen in de telefoonwinkel zelf, internetwinkels, … .
Financiën
De appartementen en huisjes kunnen heel erg van prijs variëren, maar als je tussen de 150 en 300 euro blijft, zit je rond het gemiddelde. Let er wel op, bij de huurprijs zitten praktisch nooit de kosten (water, elektriciteit, internet) inbegrepen. Vaak is internet niet aanwezig in het appartement, dus het kan zijn dat je daar nog zelf voor moet zorgen als je dat wilt.
- Voor school moet je geen boeken aanschaffen dus dat is al een stuk minder uit je budget. Meestal moet je gewoon zelf notities nemen of kopieën maken.
¡¡Quién no ha visto Granada, no ha visto nada!!
Als er nog vragen zijn of je wilt gewoon nog wat extra informatie, twijfel zeker niet om ons te contacteren!
Ellen D’hondt (Frans-Spaans): dhondt.ellen@gmail.com
ellentjedhondt@hotmail.com
Hanne Bussels (Duits-Spaans): busselshanne@hotmail.com
Cynthia Noben (Duits-Spaans): noben.cynthia@gmail.com
Voor het vertrek
Je gaat naar een Europees land, dus van visum en dergelijke is er hier geen sprake… Zorg er wel voor dat je de Europese ziekteverzekeringskaart (blauwe kaart van de mutualiteit) bij de hand hebt… Geen kaart betekent geen dokters die voor jou ter beschikking staan in het land waar je naartoe gaat.
Wanneer je geïnteresseerd bent om op Erasmus te gaan, ga je best in april eens langs bij Joost Verschaeve voor meer uitleg en hij zal je ook de nodige documenten verschaffen. Ga ook enkele weken voor je vertrek nog eens langs om na te gaan of zeker alles in orde is, bijvoorbeeld: of je wel degelijk in de school van bestemming bent ingeschreven (belangrijk!!!!!).
De reis
Als je in eerste zit geslaagd bent, kan je dan al alles beginnen regelen voor je vertrek zoals vlucht boeken en eventueel in de zomermaanden naar Granada gaan om een appartement of huisje te zoeken. Heb je tweede zit, dan moet je wel meer stressbestendig zijn, want dan moet je alles regelen in een paar dagen. Wij raden jullie dus aan om goed te blokken en er door te zijn in eerste zit!
Betreffende de vlucht: je neemt er best één tot Málaga, vervolgens ga je met tram of bus naar het busstation om daar dan een ander busticket te kopen naar Granada. Dit is een rechtstreekse verbinding en je doet er ongeveer een kleine twee uur over. Wanneer je daar dan aankomt neem je bus 3 of 33 en die gaan tot het centrum van de stad. Als je echt in de knoei zit kan je altijd nog een taxi nemen tot het centrum die duurder zijn dan de bus maar goedkoper dan in België.
Logement
Zoals we vooraf al hadden gezegd, kan je best al eens voor logement in Granada gaan kijken tijdens de zomermaanden. Er wordt een heel ander systeem gebruikt dan in Belgie, je zal zien dat er in de straten overal kleine papiertjes omhoog hangen met vraag of je een appartement of huisje zoekt. Wanneer je interesse hebt, volstaat het om het nummer op het papiertje te bellen en zo zal je dan de appartementen kunnen bezoeken.
Er bestaat ook een lijst met alle vrije adressen voor studenten die verkrijgbaar is in Calle Doctor Severo Ochoa, vlak langs het studentenrestaurant, de zogenaamde “comedores”.
Zoeken en op je tanden bijten is de boodschap maar ondertussen leer je wel de stad kennen en de leuke plekjes in Granada. Na een lange dag zoeken, kan je jezelf verwennen met lekkere GRATIS tapas.
Universiteit
Zodra je aankomt in Granada, probeer je dan zo snel mogelijk in te schrijven in de universiteit. Eind september vindt er een infodag plaats waarvan je op de hoogte wordt gebracht en dan kan je je al inschrijven. Wacht daar niet mee want anders moet je een eeuwigheid wachten om je vakken in orde te maken. Dat komt ook omdat het bureau voor internationale relaties maar tot ’s middags open is.
De vakken: je zal zien dat je van Lessius een lessenpakket meekrijgt voor in de universiteit van je bestemming. Dit lessenpakket kan veranderd worden. Wij raden ten zeerste aan om al zeker één vak te veranderen, namelijk: Documentación Aplicada, dat is een vak over Spaanse informatica, geen aanrader… Wij hebben dat vervangen door een vreemde taal bij te nemen : Italiaans, Portugees maar ook andere vakken zijn mogelijk: internationale relaties,…
Lessenpakket van Ellen D’hondt (Frans-Spaans)
- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Frans naar het Spaans met elke week twee vertalingen uit een tijdschrift over verschillende onderwerpen.
- Traducción 5: Een vertaalvak van Spaans naar Frans over technische documenten.
- Portugees: Leuk niveau waar je toch veel bijleert, de leraar is een heel interessante, leuke maar vooral grappige man. Een aanrader!
- Civilización Española: Een vak dat je wel elke week moet volgen vermist er geen cursus beschikbaar is. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen Erasmusstudenten en de Spaanse studenten bijgevolg zal je hiervoor extra je best moeten doen.
- Lengua B7 francés: Een vak dat voor de Spanjaarden redelijk moeilijk is maar die voor Lessiusstudenten een herhaling is van de geziene stof.
- TPT francés: Teoría y práctica de la traducción: Een vak waar algemene uitleg wordt gegeven over hoe goed te vertalen, welke strategieën er gebruikt worden, welke professionele mogelijkheden er zijn enz.
Lessenpakket van Hanne Bussels en Cynthia Noben (Duits-Spaans)
- Traducción 1 C-A: Een vertaalvak van het Duits naar het Spaans waarin vooral politieke, maar af en toe ook literaire teksten worden vertaald.
- Traducción 9 (técnica y científica): Dit is een mastervak, maar normaal gezien moet je Traducción 5 volgen. Doordat wij ons laat hebben kunnen inschrijven zat dit vak vol en moesten wij Traducción 9 volgen. Het niveau was duidelijk toch wel een stuk hoger. Er worden medische en technische(wijnbouw, waterzuivering) teksten vertaald.
- Portugees/Italiaans: Voor Portugees kan je kijken bij het lessenpakket van Ellen. Italiaans was een meevaller: fijne docent, niveau is redelijk te doen en je leert heel veel bij.
- Civilización Española: zie Ellen
- Lengua B7 Alemán: Een tof vak met een hele toffe docente. Er worden doorheen het semester verschillende tekstsoorten bestudeerd en na elke tekstsoort moet je zelf iets kleins schrijven of een debat houden. Maar het is vooral belangrijk dat je aanwezig bent, meewerkt en je taken maakt.
- TPT Alemán: Dit vak wordt in twee delen gegeven en zowel in het Duits als in het Spaans. In het eerste deel moet je enkele kleine taakjes maken die over de theorie en praktijk van het vertalen gaan. In het tweede deel worden er 3 Spaanse vertalingen van een Duits kortverhaal geanalyseerd. Als je voor het eerste deel vaak aanwezig bent geweest in de les en je taken hebt gemaakt, heb je hiervoor geen examen. Voor het tweede deel is er sowieso een examen. Daarin moet je net als in de les een deeltje van een vertaling analyseren. Het tweede deel is best wel moeilijk.
De faculteit zelf is een heel mooi, charmant gebouw met een klein binnentuintje. Gelegen in het centrum en dicht bij leuke cafeetjes voor lekkere koffie tijdens de pauze.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is heel simpel in Granada. Je koopt één keer een kaartje op de bus: Bono adulto. Dit kaartje kost de eerste keer 7 euro en er staat een waarde op van 5 euro. Is die 5 euro op kan je het gewoon weer herladen bij de buschauffeur. Eén rit kost ongeveer 0,70 euro. Zonder dit kaartje kost elke rit 1,10 euro. Neem zeker ook eens nummer 32 die je naar het Alhambra brengt. Een klein, schattig maar gevaarlijk busje. De rit van je leven voor 70 cent! Doen! Voor de rest is alles te voet te doen.
Gastronomie en uitgaansleven
In heel Granada gratis tapas à volonté! Het kenmerk van Granada! Ga zeker eens een kijkje nemen bij ‘Antigualla’, ‘La bella y la bestia’, ‘Al pan, pan al vino, vino’, ‘D’Cuadros’, ‘Madroñera’, … . Voor de rest in Granada veel en lekkere kebabs. Bezoek hiervoor Calle Elvira en je komt 12 kebabzaken tegen. Echte volwaardige maaltijden kan je beter zelf maken.
Elke week zijn er wel één of meerder Erasmusfeestjes. Die zul je wel gauw ontdekken. Er zijn ook nog wat leuke discotheken zoals Camborio, Metro, Vogue, …
Cultuur en uitstapjes
Buiten de tapas staat Granada natuurlijk ook bekend voor het Alhambra. Een daguitstapje naar het Alhambra en het Albaicín is zeker de moeite waard! Het Albaicín is een wijk vlak bij het Alhambra gelegen. Dit zijn de bekende, typische witte huisjes. In het Albaicín kan je ook naar de Mirador San Nicolas wandelen waar je een prachtig uitzicht hebt op het Alhambra, de bergen en de stad. Maar voor het prachtigste uitzicht over de stad moet je natuurlijk in het Alhambra zijn. Dit kan je bereiken via het Alhambrabusje, maar het is zeker ook te voet te doen via de ‘Cuesta de los Chinos’. Een ticket kost slechts 12 euro. Hiermee kan je de paleizen, de torens en de tuinen bezichtigen.
Buiten het Alhambra kan je ook nog de kathedraal gaan bezoeken en je laten betoveren door de vele Marokkaanse winkeltjes en ‘teterías’.
Voor uitstapjes buiten Granada helpt de studentenvereniging je verder. Zij organiseren wel elk weekend voor een degelijke prijs een uistapje naar één van de omliggende steden zoals Córdoba, Jaén, Ronda, … . Deze steden kan je natuurlijk ook op je eigen bezoeken door simpelweg de bus van Alsina Graells in het busstation te nemen. De tickets zijn wel niet zo goedkoop. Wij hebben tijdens ons verblijf in Granada Córdoba, Sevilla, Cádiz, Madrid, Almuñecar en Málaga bezocht.
Wie heb ik aan de lijn? ¿Hola hola?
Omdat je de eerste week wanneer je op zoek bent naar een verblijfplaats toch wel wat telefoontjes moet doen, kan je best een Spaans nummer aanschaffen. Je gaat gewoon één van de vele telefoonwinkels (Vodafone, Movistar, Orange, …) binnen en je vraagt er naar een telefoonkaartje. Wij hadden een kaartje van Vodafone wat 25 euro heeft gekost en er stond 30 euro belwaarde op. Deze kun je daarna laten herladen in de telefoonwinkel zelf, internetwinkels, … .
Financiën
De appartementen en huisjes kunnen heel erg van prijs variëren, maar als je tussen de 150 en 300 euro blijft, zit je rond het gemiddelde. Let er wel op, bij de huurprijs zitten praktisch nooit de kosten (water, elektriciteit, internet) inbegrepen. Vaak is internet niet aanwezig in het appartement, dus het kan zijn dat je daar nog zelf voor moet zorgen als je dat wilt.
- Voor school moet je geen boeken aanschaffen dus dat is al een stuk minder uit je budget. Meestal moet je gewoon zelf notities nemen of kopieën maken.
¡¡Quién no ha visto Granada, no ha visto nada!!
Als er nog vragen zijn of je wilt gewoon nog wat extra informatie, twijfel zeker niet om ons te contacteren!
Ellen D’hondt (Frans-Spaans): dhondt.ellen@gmail.com
ellentjedhondt@hotmail.com
Hanne Bussels (Duits-Spaans): busselshanne@hotmail.com
Cynthia Noben (Duits-Spaans): noben.cynthia@gmail.com
Germi - Inez Descheemaecker
Germersheim: een klein stadje, een grote ervaring.
Dit kleine stadje, onze erasmusbestemming, ligt in het Bundesland Rheinland-Pfalz, in de buurt van Mannheim, Karlsruhe, Speyer, Ludwigshafen, Kaiserslautern, en wat verder Frankfurt en Mainz.
In het midden van de stad ligt de faculteit Toegepaste Taalkunde van de Universiteit Mainz, nl. de FASK (Fachbereich Angewandte Sprach- und Kulturwissenschaft). Deze universiteit is groter dan Lessius, maar niet overweldigend. Wat daarentegen wel overweldigend is, is het gebouw. De universiteit heeft een nieuw en een oud gedeelte, en het oude gedeelte is een voormalige legerkazerne. Er hangt een gezellige sfeer en je zal er zeker niet verloren lopen.
De FASK heeft in Duitsland als talenuniversiteit een erg goede naam, en staat bekend als één van de beste vertaal-/tolkenuniversiteiten.
De rest van de stad is bescheiden. Germersheim is een erg rustig stadje, heeft enkele mooie plekjes, voldoende winkels en supermarkten en alles binnen fiets-/stapbereik.
Alles begint in Antwerpen
Eens je uitgekozen bent om op Erasmus te gaan, ga je de spannendste periode van je leven tegemoet. Maar geen nood, je bent bij Lessius in veilige handen. Na de examens van het tweede semester vindt de eerste erasmusvergadering plaats. Je krijgt een hoopje formulieren, en alles wordt grondig uitgelegd. Ouders mogen hierbij aanwezig zijn. Zo wordt er gezorgd voor een allesomvattende verzekering, attesten, informatie over de beurzen en financiën enz. Daarnaast krijg je per bestemming aparte mails van Joost Verschaeve. Zo moesten wij verschillende formulieren opsturen naar de FASK. Daarbij zat ook een aanvraagformulier voor een appartement/kamer. De universiteit werkt in Germersheim als tussenpersoon bij de verhuur van studentenkamers. Je kan op dat aanvraagformulier aanduiden op welk soort kamer je het liefst zou zitten, en dan sturen ze jou een voorstel op. Nadat je de eigenaars gecontacteerd hebt en akkoord gaat, stuur je een bevestiging naar de universiteit en spreek je verder af met de verhuurders. Een kamer vinden is geen probleem, dus vergeet de paniekerige zoektocht ter plaatse.
Wanneer we de gevraagde formulieren opgestuurd hadden naar de FASK, kregen we via post een bevestiging en informatiefolders over de school. Op dat vlak is Duitsland erg georganiseerd. De folders die je krijgt zijn speciaal bedoeld voor uitwisselingsstudenten, met alle info die je je maar kan wensen. (info over de universiteit, banken, dokters, winkels, naburige steden tot zelfs een plattegrond van de universiteit en de stad) Elk jaar komen erg veel uitwisselingsstudenten naar Germersheim, en daarom weten ze heel goed wat we nodig hebben.
Vergeet je vooral niet in te schrijven bij Lessius voor je vertrekt!
Vertrek en aankomst
Vergeet het gedoe met visumaanvragen of geld wisselen, op dat vlak is Duitsland een erg makkelijk erasmusland. Germersheim is vlot te bereiken met de auto en de trein. Toch is het best om de heen- en terugreis met de auto te doen. Je hebt teveel spullen mee om allemaal mee te sleuren op de trein. Ervaringen van mensen die met de trein aankwamen en met hun koffers door de stad moesten sleuren zeggen genoeg.
Bij de opgestuurde informatie vermeldt men de datum wanneer je ten laatste in Germersheim moet zijn. Je spreekt af met je verhuurder wanneer je aankomt en dan kan je beginnen uitpakken.
2 weken voor het begin van de lessen wordt er voor alle uitwisselingsstudenten een test georganiseerd. Op die dag kom je allemaal samen op de universiteit en wordt je kennis van het Duits getest. Aan de hand van die test wordt je in 4 groepen per niveau ingedeeld. Je krijgt meteen de uitslag, en daarna krijg je een eerste rondleiding in de school en de stad. Geen nood, je hoeft echt niet te studeren voor die test. De Lessiusstudenten scoren altijd zeer goed en de test is helemaal niet zo moeilijk. Je krijgt dan per groep een apart schema voor de volgende 2 weken. Er worden workshops en introductielessen gehouden om je te laten kennismaken met je mede-uitwisselingsstudenten en het systeem van de universiteit. Zo leer je heel snel andere mensen kennen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, de universiteit weet hoe ze haar uitwisselingsstudenten moet verzorgen. Alnaargelang in welke groep je zit krijg je een aangepast lessenrooster. Je krijgt een aantal vaste lessen, en daarnaast mag je nog enkele keuzevakken uit het aanbod kiezen. De mensen die in de hoogste groep zitten (met de beste Duitskennis) mogen hun lessenrooster helemaal zelf in elkaar steken. Dat brengt wel wat werk met zich mee, maar het heeft ook grote voordelen!
Eerste indruk
De eerste indruk van de universiteit was algemeen erg goed. De uitwisselingsstudenten worden erg goed begeleid, dus je zal niet verloren lopen. Ze leggen alles duidelijk uit en je hebt tijd om kennis te maken met de internationale studentengroep. Aangezien alle uitwisselingsstudenten 2 weken op voorhand in Germersheim zijn, heb je rustig de tijd om alles en iedereen te leren kennen voordat alle gewone studenten toekomen. Duitsland houdt natuurlijk wel van Red Tape, papieren en formulieren, dus je zal in het begin een paar keer heen en weer moeten lopen. Zo moet je een paar keer naar het secretariaat en moet je je gaan aanmelden bij het bureau van de burgerlijke stand. (Vergeet dit zeker niet! Op het einde van je verblijf moet je je ook weer gaan afmelden). Wanneer je bij de hoogste groep zit, brengt het plannen van je lessenrooster ook wat werk met zich mee. Je moet zelf je lessen zoeken en een rooster zonder overlappingen in elkaar puzzelen. Het nadeel is dat je daar wat werk aan hebt, en eens je gekozen hebt moet je de les blijven bijwonen. (er is namelijk aanwezigheidsplicht) Maar het grote voordeel is dat je zelf mag kiezen wat je volgt, zolang je maar genoeg ECTS-punten bij elkaar krijgt. Je kan dus lessen kiezen die je interesseren, en de saaie grammaticalessen laten voor wat ze zijn. (je leert immers meer door te praten en te luisteren)
Het verkennen van Germersheim als stad (zonder de universiteit) is echter niet zo bewogen. Het is een rustige stad met 22 000 inwoners, waarvan 2500 studenten. In de weekends en schoolvakanties is het in Germersheim erg stil, om niet te zeggen dood. Wanneer de lessen beginnen ontwaakt Germersheim, en houden de studenten de boel wakker. Germersheim is dus geen grootstad, heeft maar een klein hoofdstraatje, en de meeste winkels zijn supermarkten. (je zal er zeker niet verhongeren, en het eten en alle verzorgingsproducten zijn er goedkoper dan in België!) In het industrieterrein in het noorden van de stad vind je de ‘grootste’ kledijwinkels, Mc Donalds, Burger King, een grote second hand shop enz.
Germersheim zal je dus op één dag kunnen verkennen, en zal een kleine teleurstelling zijn voor wie het gewoon is om in een grootstad te studeren. (maar de teleurstelling zal het erasmussemester zéker niet overheersen) En geen nood, het is slechts één semester, en dat is voorbij voor je het weet!
De eerste weken zullen dus erg bewogen zijn. Je kamer inrichten, de stad verkennen, alle papieren en formaliteiten in orde brengen enz. Maar eens deze woelige weken achter de rug zijn, is dit echt een semester om van te genieten.
Studeren aan de FASK
En genieten is het inderdaad. Het onderwijssysteem van Duitsland zit anders in elkaar dan bij ons. Er wordt meer nadruk gelegd op discussie, een eigen mening vormen, ervaring en praktische oefening. Je zal dus heel wat bijleren, en je hoeft helemaal niet bang te zijn om de docent je eigen tegengestelde mening te vertellen. Daar vinden ze het namelijk belangrijk dat je een eigen mening hebt, en wordt papegaaien niet erg geapprecieerd. De leerkrachten zijn erg vriendelijk. Als student wordt je als zelfstandige volwassene behandeld. Er wordt verwacht dat je de lessen bijwoont (de aanwezigheid wordt gecontroleerd bij de meeste docenten), maar het is geen ramp als je wat later binnenkomt of vroeger vertrekt. In de grote aula’s kijken ze er zelfs niet van op als iemand een halfuur later binnenkomt, of als iemand een koffie gaat halen. In kleinere groepen zijn ze daar dan wel weer strenger op. In dat opzicht is het ook helemaal anders dan in Lessius. Je mag er tijdens de les bijvoorbeeld ook gewoon drinken en eten. Een broodje eten of koffie drinken mag allemaal. Ook om naar het toilet te gaan moet je niet eens je hand opsteken. Je mag gewoon opstaan en gaan. Voor Belgische studenten is dit even wennen, omdat wij dat zien als onrespectvol. Maar in Duitsland is dat de normaalste zaak van de wereld. Over de examens hoeven wij ons als Belgische studenten ook geen zorgen te maken. Als je weet dat het Vlaamse onderwijs tot de zwaarste behoort, weet je ook dat het niet snel moeilijker kan zijn ergens anders. In Duitsland hoef je geen weken op voorhand te blokken voor de examens. Je moet natuurlijk studeren, maar de examens zijn bijlange niet zo zwaar als die van ons. Het enige kleine nadeel is dat de lessen gewoon doorlopen tot het einde van het semester. De docent bepaalt dus zelf in welke les hij het examen geeft, en je moet studeren tussen de lessen door. Normaal zorgt dat echt niet voor grote problemen. (Mijn medestudent en ik waren voor alles geslaagd)
In de lessen werken ze hoofdzakelijk met hand-outs en je moet zelf notities nemen. Sommige docenten werken met een syllabus, die dan amper 5 euro kost. Aan boeken en cursussen heb je dus niet veel kosten, tenzij een paar syllabussen, pen en papier.
Er zijn genoeg computerlokalen waar je op internet kan, op de pc kan werken, en je kan er printkaarten kopen om te printen en kopiëren. In de volledige universiteit is er draadloos internet, waar je met je eigen laptop onbegrensd op kan. Hiervoor krijg je in het begin van het semester een account. Heel veel studenten nemen hun laptop mee in de les, wat heel handig is om notities te nemen en ter plaatse op internet informatie en woordenboeken te raadplegen.
In de universiteit is er een restaurant en een cafetaria, waar je voor erg goedkope prijzen uit een groot aanbod kan kiezen (goedkoper dan Lessius). Zo kan je er een warme maaltijd eten voor 1.80 euro, en mag je een keer bijvullen. Verschillende warme gerechten, een saladbar, vegetarische maaltijden, veel verschillende broodjes, snacks enz. zijn er elke dag te verkrijgen.
Aan feestjes en ontspanning geen gebrek!
Zonder studenten is Germersheim een saaie stad zonder uitgaansleven. Maar eens het semester begint, draaien de cafés op volle toeren en wordt er door de universiteit elke week een studentenfuif georganiseerd: de Mensadisco. Die wordt elke week op een andere plaats gehouden (in verschillende cafés/bars of in school zelf) Voor de studenten (en dan vooral de uitwisselingsstudenten) is dit het hoogtepunt van de week. Aangezien je in de eerste weken veel contacten kan leggen met de internationale groep, zal dit waarschijnlijk de groep zijn waarmee je het meest optrekt. Duitse reguliere studenten zal je in mindere mate ontmoeten, omdat die meestal niet in Germersheim wonen of uitgaan. De Internationale groep wordt al snel een grote vriendenkring waar je contacten voor het leven zal leggen. Elke week werd er afgesproken bij iemand thuis, waar iedereen dan voor de Mensadisco naartoe ging met drank. Op die momenten leer je het mooie Duitse woordje ‘vorglühen’ kennen. (= je (half of helemaal) zat drinken voor je naar het feestje vertrekt) Van daaruit gingen we dan in groep naar de Mensadisco om elke week weer het beste van onszelf te geven. Dat moet wel, want veel feestjes zijn er niet in Germersheim buiten de Mensadisco.
Wie wil uitgaan naar een grotere disco of club moet daarvoor met de trein of auto naar één van de naburige grootsteden gaan.
Naast de Mensadisco is er een karaoke-avond en wordt er veel door studenten georganiseerd.
In het weekend of op vrije dagen kan je met de trein andere steden bezoeken. Zo zijn wij ook regelmatig met een groep op daguitstap naar een grootstad geweest. Speyer, Karlsruhe, Mannheim, Heidelberg, Frankfurt enz. zijn echte aanraders. Vooral in de winter, wanneer er overal kerstmarkten zijn, is Duitsland op z’n mooist.
Ook de universiteit plant regelmatig dagtrips naar grootsteden voor een heel redelijke prijs.
Het leukste aan Germersheim is de groepsgeest. Het is een kleine stad die vol zit van de internationale studenten. Je komt iedereen regelmatig tegen, je leert de barmannen kennen, er is een zalige groepssfeer en je voelt je er meteen thuis. Net omdat het zo’n kleine stad is zit je nooit ver van elkaar, hoef je niets van transport te betalen en maak je zelf plannen en plezier. Zo kwamen wij bijvoorbeeld op zondag samen om eten of gebak te koken voor elkaar. (Op zondag is alles namelijk gesloten in is er dus niets te doen) Germersheim is ook een heel veilige stad, en de inwoners zijn heel vriendelijk, typisch Duits.
Geld?
Een erasmussemester in Germersheim is helemaal geen dure ervaring vergeleken bij andere erasmusbestemmingen. De prijzen in Duitsland zijn vergelijkbaar met die in België, en voedsel en verzorgingsproducten zijn ietsje goedkoper. Je kan in principe een rekening openen in de plaatselijke Sparkasse (bank), maar dat is helemaal niet noodzakelijk. Ik zelf vond dat overbodig werk. (wat doe je namelijk met die rekening en bankkaart na dat ene semester?) Je kan gemakkelijk geld afhalen in de verschillende banken met je eigen Belgische kaart (als je Maestro hebt).
Als eerste kost heb je de huur van je kamer/appartement. Daarvan zijn de prijzen in Germersheim goedkoper vergeleken met Antwerpen. Voor de prijs van een gewoon kot kan je daar al een mooi appartementje huren. (je kan namelijk kiezen of je in een woongemeenschap met gedeelde badkamer en keuken woont, of alleen op een appartementje). Vervolgens moet je +/-90 euro ‘Sozialbeitrag’ storten aan de universiteit. Dit is geen inschrijvingsgeld maar een sociale bijdrage die iedereen moet betalen. (Je bent namelijk al ingeschreven bij Lessius) Meer info daarover vindt je op de papieren. Die +/-90 euro moet je na je aankomst zo snel mogelijk storten, want met het bewijs daarvan moet je naar het secretariaat voor je definitieve aanmelding. Daarnaast heb je de gewone uitgaven van een kotstudent: eten, verzorgingsproducten, schoolmateriaal, uitstapjes, shoppen…
Voor transport heb je in Germersheim niet veel nodig. Je kan alles tevoet of met de fiets doen. Een fiets kan je vragen/huren bij de huisbaas of de universiteit. Het is ook aangeraden om in Germersheim een Duitse telefoonkaart te kopen. Dan heb je een Duitse sim-kaart met een Duits nummer. Erg veel erasmusstudenten doen dit, en zo kan je heel goedkoop met elkaar communiceren. Het is ook goedkoper om daarmee naar België te sms’en. Je hebt al een Duitse sim-kaart + belwaarde voor ongeveer 10-20 euro.
Ingang van de Mensadisco is nooit meer dan 1 euro, en de drankprijzen zijn er normaal.
Het enige nadeel qua kosten is dat de Duitse treinen redelijk duur zijn, vooral als je alleen reist. Maar geen nood, er zijn altijd verschillende promoties, en groepstickets zijn goedkoop. Met een groepje gaan en de kosten delen is dus erg voordelig.
Germersheim is een echt universiteits- en studentenstadje. De universiteit is klasse, en het is een ervaring die je nooit vergeet. Een echte aanrader, met als resultaat een cool Duits accent en een internationale vriendenkring!
Als je nog vragen hebt, aarzel niet en mail me gerust: inezke@hotmail.com
Dit kleine stadje, onze erasmusbestemming, ligt in het Bundesland Rheinland-Pfalz, in de buurt van Mannheim, Karlsruhe, Speyer, Ludwigshafen, Kaiserslautern, en wat verder Frankfurt en Mainz.
In het midden van de stad ligt de faculteit Toegepaste Taalkunde van de Universiteit Mainz, nl. de FASK (Fachbereich Angewandte Sprach- und Kulturwissenschaft). Deze universiteit is groter dan Lessius, maar niet overweldigend. Wat daarentegen wel overweldigend is, is het gebouw. De universiteit heeft een nieuw en een oud gedeelte, en het oude gedeelte is een voormalige legerkazerne. Er hangt een gezellige sfeer en je zal er zeker niet verloren lopen.
De FASK heeft in Duitsland als talenuniversiteit een erg goede naam, en staat bekend als één van de beste vertaal-/tolkenuniversiteiten.
De rest van de stad is bescheiden. Germersheim is een erg rustig stadje, heeft enkele mooie plekjes, voldoende winkels en supermarkten en alles binnen fiets-/stapbereik.
Alles begint in Antwerpen
Eens je uitgekozen bent om op Erasmus te gaan, ga je de spannendste periode van je leven tegemoet. Maar geen nood, je bent bij Lessius in veilige handen. Na de examens van het tweede semester vindt de eerste erasmusvergadering plaats. Je krijgt een hoopje formulieren, en alles wordt grondig uitgelegd. Ouders mogen hierbij aanwezig zijn. Zo wordt er gezorgd voor een allesomvattende verzekering, attesten, informatie over de beurzen en financiën enz. Daarnaast krijg je per bestemming aparte mails van Joost Verschaeve. Zo moesten wij verschillende formulieren opsturen naar de FASK. Daarbij zat ook een aanvraagformulier voor een appartement/kamer. De universiteit werkt in Germersheim als tussenpersoon bij de verhuur van studentenkamers. Je kan op dat aanvraagformulier aanduiden op welk soort kamer je het liefst zou zitten, en dan sturen ze jou een voorstel op. Nadat je de eigenaars gecontacteerd hebt en akkoord gaat, stuur je een bevestiging naar de universiteit en spreek je verder af met de verhuurders. Een kamer vinden is geen probleem, dus vergeet de paniekerige zoektocht ter plaatse.
Wanneer we de gevraagde formulieren opgestuurd hadden naar de FASK, kregen we via post een bevestiging en informatiefolders over de school. Op dat vlak is Duitsland erg georganiseerd. De folders die je krijgt zijn speciaal bedoeld voor uitwisselingsstudenten, met alle info die je je maar kan wensen. (info over de universiteit, banken, dokters, winkels, naburige steden tot zelfs een plattegrond van de universiteit en de stad) Elk jaar komen erg veel uitwisselingsstudenten naar Germersheim, en daarom weten ze heel goed wat we nodig hebben.
Vergeet je vooral niet in te schrijven bij Lessius voor je vertrekt!
Vertrek en aankomst
Vergeet het gedoe met visumaanvragen of geld wisselen, op dat vlak is Duitsland een erg makkelijk erasmusland. Germersheim is vlot te bereiken met de auto en de trein. Toch is het best om de heen- en terugreis met de auto te doen. Je hebt teveel spullen mee om allemaal mee te sleuren op de trein. Ervaringen van mensen die met de trein aankwamen en met hun koffers door de stad moesten sleuren zeggen genoeg.
Bij de opgestuurde informatie vermeldt men de datum wanneer je ten laatste in Germersheim moet zijn. Je spreekt af met je verhuurder wanneer je aankomt en dan kan je beginnen uitpakken.
2 weken voor het begin van de lessen wordt er voor alle uitwisselingsstudenten een test georganiseerd. Op die dag kom je allemaal samen op de universiteit en wordt je kennis van het Duits getest. Aan de hand van die test wordt je in 4 groepen per niveau ingedeeld. Je krijgt meteen de uitslag, en daarna krijg je een eerste rondleiding in de school en de stad. Geen nood, je hoeft echt niet te studeren voor die test. De Lessiusstudenten scoren altijd zeer goed en de test is helemaal niet zo moeilijk. Je krijgt dan per groep een apart schema voor de volgende 2 weken. Er worden workshops en introductielessen gehouden om je te laten kennismaken met je mede-uitwisselingsstudenten en het systeem van de universiteit. Zo leer je heel snel andere mensen kennen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, de universiteit weet hoe ze haar uitwisselingsstudenten moet verzorgen. Alnaargelang in welke groep je zit krijg je een aangepast lessenrooster. Je krijgt een aantal vaste lessen, en daarnaast mag je nog enkele keuzevakken uit het aanbod kiezen. De mensen die in de hoogste groep zitten (met de beste Duitskennis) mogen hun lessenrooster helemaal zelf in elkaar steken. Dat brengt wel wat werk met zich mee, maar het heeft ook grote voordelen!
Eerste indruk
De eerste indruk van de universiteit was algemeen erg goed. De uitwisselingsstudenten worden erg goed begeleid, dus je zal niet verloren lopen. Ze leggen alles duidelijk uit en je hebt tijd om kennis te maken met de internationale studentengroep. Aangezien alle uitwisselingsstudenten 2 weken op voorhand in Germersheim zijn, heb je rustig de tijd om alles en iedereen te leren kennen voordat alle gewone studenten toekomen. Duitsland houdt natuurlijk wel van Red Tape, papieren en formulieren, dus je zal in het begin een paar keer heen en weer moeten lopen. Zo moet je een paar keer naar het secretariaat en moet je je gaan aanmelden bij het bureau van de burgerlijke stand. (Vergeet dit zeker niet! Op het einde van je verblijf moet je je ook weer gaan afmelden). Wanneer je bij de hoogste groep zit, brengt het plannen van je lessenrooster ook wat werk met zich mee. Je moet zelf je lessen zoeken en een rooster zonder overlappingen in elkaar puzzelen. Het nadeel is dat je daar wat werk aan hebt, en eens je gekozen hebt moet je de les blijven bijwonen. (er is namelijk aanwezigheidsplicht) Maar het grote voordeel is dat je zelf mag kiezen wat je volgt, zolang je maar genoeg ECTS-punten bij elkaar krijgt. Je kan dus lessen kiezen die je interesseren, en de saaie grammaticalessen laten voor wat ze zijn. (je leert immers meer door te praten en te luisteren)
Het verkennen van Germersheim als stad (zonder de universiteit) is echter niet zo bewogen. Het is een rustige stad met 22 000 inwoners, waarvan 2500 studenten. In de weekends en schoolvakanties is het in Germersheim erg stil, om niet te zeggen dood. Wanneer de lessen beginnen ontwaakt Germersheim, en houden de studenten de boel wakker. Germersheim is dus geen grootstad, heeft maar een klein hoofdstraatje, en de meeste winkels zijn supermarkten. (je zal er zeker niet verhongeren, en het eten en alle verzorgingsproducten zijn er goedkoper dan in België!) In het industrieterrein in het noorden van de stad vind je de ‘grootste’ kledijwinkels, Mc Donalds, Burger King, een grote second hand shop enz.
Germersheim zal je dus op één dag kunnen verkennen, en zal een kleine teleurstelling zijn voor wie het gewoon is om in een grootstad te studeren. (maar de teleurstelling zal het erasmussemester zéker niet overheersen) En geen nood, het is slechts één semester, en dat is voorbij voor je het weet!
De eerste weken zullen dus erg bewogen zijn. Je kamer inrichten, de stad verkennen, alle papieren en formaliteiten in orde brengen enz. Maar eens deze woelige weken achter de rug zijn, is dit echt een semester om van te genieten.
Studeren aan de FASK
En genieten is het inderdaad. Het onderwijssysteem van Duitsland zit anders in elkaar dan bij ons. Er wordt meer nadruk gelegd op discussie, een eigen mening vormen, ervaring en praktische oefening. Je zal dus heel wat bijleren, en je hoeft helemaal niet bang te zijn om de docent je eigen tegengestelde mening te vertellen. Daar vinden ze het namelijk belangrijk dat je een eigen mening hebt, en wordt papegaaien niet erg geapprecieerd. De leerkrachten zijn erg vriendelijk. Als student wordt je als zelfstandige volwassene behandeld. Er wordt verwacht dat je de lessen bijwoont (de aanwezigheid wordt gecontroleerd bij de meeste docenten), maar het is geen ramp als je wat later binnenkomt of vroeger vertrekt. In de grote aula’s kijken ze er zelfs niet van op als iemand een halfuur later binnenkomt, of als iemand een koffie gaat halen. In kleinere groepen zijn ze daar dan wel weer strenger op. In dat opzicht is het ook helemaal anders dan in Lessius. Je mag er tijdens de les bijvoorbeeld ook gewoon drinken en eten. Een broodje eten of koffie drinken mag allemaal. Ook om naar het toilet te gaan moet je niet eens je hand opsteken. Je mag gewoon opstaan en gaan. Voor Belgische studenten is dit even wennen, omdat wij dat zien als onrespectvol. Maar in Duitsland is dat de normaalste zaak van de wereld. Over de examens hoeven wij ons als Belgische studenten ook geen zorgen te maken. Als je weet dat het Vlaamse onderwijs tot de zwaarste behoort, weet je ook dat het niet snel moeilijker kan zijn ergens anders. In Duitsland hoef je geen weken op voorhand te blokken voor de examens. Je moet natuurlijk studeren, maar de examens zijn bijlange niet zo zwaar als die van ons. Het enige kleine nadeel is dat de lessen gewoon doorlopen tot het einde van het semester. De docent bepaalt dus zelf in welke les hij het examen geeft, en je moet studeren tussen de lessen door. Normaal zorgt dat echt niet voor grote problemen. (Mijn medestudent en ik waren voor alles geslaagd)
In de lessen werken ze hoofdzakelijk met hand-outs en je moet zelf notities nemen. Sommige docenten werken met een syllabus, die dan amper 5 euro kost. Aan boeken en cursussen heb je dus niet veel kosten, tenzij een paar syllabussen, pen en papier.
Er zijn genoeg computerlokalen waar je op internet kan, op de pc kan werken, en je kan er printkaarten kopen om te printen en kopiëren. In de volledige universiteit is er draadloos internet, waar je met je eigen laptop onbegrensd op kan. Hiervoor krijg je in het begin van het semester een account. Heel veel studenten nemen hun laptop mee in de les, wat heel handig is om notities te nemen en ter plaatse op internet informatie en woordenboeken te raadplegen.
In de universiteit is er een restaurant en een cafetaria, waar je voor erg goedkope prijzen uit een groot aanbod kan kiezen (goedkoper dan Lessius). Zo kan je er een warme maaltijd eten voor 1.80 euro, en mag je een keer bijvullen. Verschillende warme gerechten, een saladbar, vegetarische maaltijden, veel verschillende broodjes, snacks enz. zijn er elke dag te verkrijgen.
Aan feestjes en ontspanning geen gebrek!
Zonder studenten is Germersheim een saaie stad zonder uitgaansleven. Maar eens het semester begint, draaien de cafés op volle toeren en wordt er door de universiteit elke week een studentenfuif georganiseerd: de Mensadisco. Die wordt elke week op een andere plaats gehouden (in verschillende cafés/bars of in school zelf) Voor de studenten (en dan vooral de uitwisselingsstudenten) is dit het hoogtepunt van de week. Aangezien je in de eerste weken veel contacten kan leggen met de internationale groep, zal dit waarschijnlijk de groep zijn waarmee je het meest optrekt. Duitse reguliere studenten zal je in mindere mate ontmoeten, omdat die meestal niet in Germersheim wonen of uitgaan. De Internationale groep wordt al snel een grote vriendenkring waar je contacten voor het leven zal leggen. Elke week werd er afgesproken bij iemand thuis, waar iedereen dan voor de Mensadisco naartoe ging met drank. Op die momenten leer je het mooie Duitse woordje ‘vorglühen’ kennen. (= je (half of helemaal) zat drinken voor je naar het feestje vertrekt) Van daaruit gingen we dan in groep naar de Mensadisco om elke week weer het beste van onszelf te geven. Dat moet wel, want veel feestjes zijn er niet in Germersheim buiten de Mensadisco.
Wie wil uitgaan naar een grotere disco of club moet daarvoor met de trein of auto naar één van de naburige grootsteden gaan.
Naast de Mensadisco is er een karaoke-avond en wordt er veel door studenten georganiseerd.
In het weekend of op vrije dagen kan je met de trein andere steden bezoeken. Zo zijn wij ook regelmatig met een groep op daguitstap naar een grootstad geweest. Speyer, Karlsruhe, Mannheim, Heidelberg, Frankfurt enz. zijn echte aanraders. Vooral in de winter, wanneer er overal kerstmarkten zijn, is Duitsland op z’n mooist.
Ook de universiteit plant regelmatig dagtrips naar grootsteden voor een heel redelijke prijs.
Het leukste aan Germersheim is de groepsgeest. Het is een kleine stad die vol zit van de internationale studenten. Je komt iedereen regelmatig tegen, je leert de barmannen kennen, er is een zalige groepssfeer en je voelt je er meteen thuis. Net omdat het zo’n kleine stad is zit je nooit ver van elkaar, hoef je niets van transport te betalen en maak je zelf plannen en plezier. Zo kwamen wij bijvoorbeeld op zondag samen om eten of gebak te koken voor elkaar. (Op zondag is alles namelijk gesloten in is er dus niets te doen) Germersheim is ook een heel veilige stad, en de inwoners zijn heel vriendelijk, typisch Duits.
Geld?
Een erasmussemester in Germersheim is helemaal geen dure ervaring vergeleken bij andere erasmusbestemmingen. De prijzen in Duitsland zijn vergelijkbaar met die in België, en voedsel en verzorgingsproducten zijn ietsje goedkoper. Je kan in principe een rekening openen in de plaatselijke Sparkasse (bank), maar dat is helemaal niet noodzakelijk. Ik zelf vond dat overbodig werk. (wat doe je namelijk met die rekening en bankkaart na dat ene semester?) Je kan gemakkelijk geld afhalen in de verschillende banken met je eigen Belgische kaart (als je Maestro hebt).
Als eerste kost heb je de huur van je kamer/appartement. Daarvan zijn de prijzen in Germersheim goedkoper vergeleken met Antwerpen. Voor de prijs van een gewoon kot kan je daar al een mooi appartementje huren. (je kan namelijk kiezen of je in een woongemeenschap met gedeelde badkamer en keuken woont, of alleen op een appartementje). Vervolgens moet je +/-90 euro ‘Sozialbeitrag’ storten aan de universiteit. Dit is geen inschrijvingsgeld maar een sociale bijdrage die iedereen moet betalen. (Je bent namelijk al ingeschreven bij Lessius) Meer info daarover vindt je op de papieren. Die +/-90 euro moet je na je aankomst zo snel mogelijk storten, want met het bewijs daarvan moet je naar het secretariaat voor je definitieve aanmelding. Daarnaast heb je de gewone uitgaven van een kotstudent: eten, verzorgingsproducten, schoolmateriaal, uitstapjes, shoppen…
Voor transport heb je in Germersheim niet veel nodig. Je kan alles tevoet of met de fiets doen. Een fiets kan je vragen/huren bij de huisbaas of de universiteit. Het is ook aangeraden om in Germersheim een Duitse telefoonkaart te kopen. Dan heb je een Duitse sim-kaart met een Duits nummer. Erg veel erasmusstudenten doen dit, en zo kan je heel goedkoop met elkaar communiceren. Het is ook goedkoper om daarmee naar België te sms’en. Je hebt al een Duitse sim-kaart + belwaarde voor ongeveer 10-20 euro.
Ingang van de Mensadisco is nooit meer dan 1 euro, en de drankprijzen zijn er normaal.
Het enige nadeel qua kosten is dat de Duitse treinen redelijk duur zijn, vooral als je alleen reist. Maar geen nood, er zijn altijd verschillende promoties, en groepstickets zijn goedkoop. Met een groepje gaan en de kosten delen is dus erg voordelig.
Germersheim is een echt universiteits- en studentenstadje. De universiteit is klasse, en het is een ervaring die je nooit vergeet. Een echte aanrader, met als resultaat een cool Duits accent en een internationale vriendenkring!
Als je nog vragen hebt, aarzel niet en mail me gerust: inezke@hotmail.com
Castellón
Verslag: Erasmus Castellón de la Plana
Castellón was in mijn ogen niet zo’n bekende plaats om op Erasmus te gaan en was dus ook niet mijn eerste keuze. Maar toen ik te horen kreeg dat ik naar Castellón zou gaan, zag ik het wel zitten. Het is namelijk een Spaanse stad aan zee en het was een kans op om Erasmus te gaan, dus alleen maar positieve dingen!
Castellón is niet zo’n grote stad, maar dat is juist goed om veel mensen te leren kennen. Je leert de stad snel kennen, maar toch zijn er genoeg leuke plekjes en raak je niet verveeld. De stad heeft een heel aangenaam klimaat en het strand is echt een positieve factor. De laatste jaren is de stad aan het moderniseren, het centrum staat vol met appartementen, zowel oude als nieuwe ook de universiteit is nog heel nieuw.
Hoe geraak je in Castellón?
Omdat Castellón zelf geen vliegveld heeft, moet je naar Valencia vliegen. (Je kan ook naar Madrid of Barcelona vliegen, maar dan moet je nog op de trein naar Castellón en dat is niet altijd even goedkoop voor lange afstanden). Als je goed zoekt en op tijd boekt kan je goedkope vluchten vinden naar Valencia, bv. Met Vueling of Ryanair. Er zijn wel verschillen in het aantal kilo’s bagage die je mag meenemen, dus je moet goed de website controleren. Als je het toegestane gewicht overschrijdt, kan dit wel veel kosten. Als je in Valencia bent aangekomen, kan je de metro nemen richting het station. De metro vertrekt aan de luchthaven en je kan vlak voor het station afstappen, halte ‘Xátiva’. (€1,80). Er zijn ook bussen die vanuit de luchthaven naar het station rijden, maar hier weet ik niet zoveel over. In het station neem je de trein richting Castellón, dit duurt ongeveer een uur en kost €4,20 voor een enkele reis.
Castellano of Valenciano?
Aangezien Castellón de la Plana de hoofdstad van Castellón is, een provincie in de Comunidad Valenciana (een tweetalige Comunidad). Dit betekent dat ze in Castellón ook Valenciaans spreken, een variant van het Catalaans. Overal zie je bordjes en aanwijzingen in twee talen, valenciano en castellano. Zelfs de straatnamen staan in beide talen. De mensen zijn ook allemaal tweetalig en je kan dus iedereen in het castellano aanspreken.
Op zoek naar een appartement
Eens aankomen in Castellón kan je best een aantal nachten in een hostel of hotel blijven, er zijn er goedkope, bijvoorbeeld La Esperanza. Hier brengen veel Erasmusstudenten hun eerste nachten in Castellón door, maar ik heb er nog niet veel positieve dingen over gehoord. Er zijn ook veel hotels, dus je vindt zeker wel iets voor de eerste nachten. Het zoeken naar een appartement valt ook heel goed mee. Op de universiteit hangen overal briefjes van mensen die op zoek zijn naar huisgenoten. Je kan hen dan bellen en een afspraak maken om eens een kijkje te gaan nemen in hun appartement. Je kan ook naar AEGEE gaan, dit is een studentenorganisatie die je helpt bij het zoeken van een flat. Ze hebben een eigen bureau op school. Je kan naar hiernaar toe gaan en zij bellen dan voor jou naar verschillende appartementen en maken afspraken zodat jij daar een kijkje kan gaan nemen. Er zijn heel veel appartementen, je moet echt geen schrik hebben dat je geen plaats zal vinden, zelfs eind september is er nog genoeg plaats. De prijs van de appartementen ligt tussen de 120 en de 250 euro, meestal zijn de kosten voor gas en elektriciteit niet inbegrepen. De flats dicht bij de universiteit zijn vaak nieuwbouwflats en zijn duurden dan de flats in het centrum. Als je een flat hebt dicht bij de universiteit moet je er ook rekening mee houden dat het wel een eindje te voet is naar het centrum (zo’n half uurtje), je kan dit natuurlijk ook per fiets of per taxi doen. De bus rijdt niet meer na 10u of half 11. Hier moet je dus wel rekening mee houden als je ’s avonds naar het centrum wilt. Ik had een appartement in het centrum. Dit was heel handig want in kon overal te voet naartoe, zowel overdag als ’s nachts. Overdag kan je dan met de bus naar de universiteit.
Als je al graag op voorhand een appartement zoekt, moet je de website van de universiteit raadplegen (www.uji.es). Normaal krijg je ook e-mails van de universiteit met hierin informatie over het zoeken van appartementen.
Universidad Jaume I
De Universidad Jaume I (UJI) is een heel grote moderne universiteit. Er zitten zo’n 13 000 studenten samen op een campus. In het begin was ik een beetje overdonderd, maar je wordt het wel snel gewoon. Als je in het centrum woont kan je met de bus naar de universiteit. Je kan een tienrittenkaart kopen, dit kost ongeveer 7 euro: 5 euro voor de 10 ritten en 3 euro fianza (dit is een waarborg voor het kaartje dat je nadien terugkrijgt als je je kaartje teruggeeft). Of je kan een maandabonnement kopen, dit kost ongeveer 25 (22 euro voor het maandabonnement en 3 euro fianza).
Eens aangekomen in Castellón kan je best eerst naar de universiteit gaan en meer bepaald naar het OCIE, dit is een organisatie die zowat alles regelt wat met Erasmus te maken heeft. Hier moet je je gaan aanmelden. Je krijgt er alle informatie over de universiteit en je kan er altijd terecht met je vragen en problemen. Eens je je vakken hebt gevonden, helpen zij je met je matricula (inschrijving), ze zorgen voor je studentenkaart, ze sturen je learningagreement naar België, etc. Ze organiseren ook daguitstapjes waar je de andere Erasmusstudenten kan leren kennen.
Een andere interessante organisatie is AEGEE, zoals ik al zei helpen ze met het zoeken naar een appartement, maar ze organiseren ook reisjes aan een voordelige prijs.
Zoals ik al zei is Castellón tweetalig, ook op de universiteit is dit het geval. Let dus goed op bij het kiezen van je vakken, want sommige vakken worden alleen in het Valenciaans gegeven.
Vakken
In het begin is het een beetje puzzelen om je uurrooster samen te stellen. Veel vakken zijn 4u/week en vallen dus vaak samen. Het is dus niet altijd even makkelijk om aan genoeg credits te komen. Je moet er ook op letten dat de universiteit met Spaanse credits werkt, je moet deze dus nog aanpassen aan de Europese credits.
Ikzelf heb gekozen voor volgende vakken:
• 166 Dialectología de la lengua inglesa 2,5 ECTS
Bij dit vak bespraken we de verschillende Engelse dialecten. Aan het begin van het semester moesten we twee dialecten kiezen. Hier moesten we dan elke week een taak over maken. Ze moesten zeker allemaal af zijn tegen de examens in februari, maar het beste is ze op tijd te maken, dan heb je op het einde minder werk. Op elke taak krijg je punten, als je een beetje tijd in de taakt steekt zijn die altijd wel goed. Er is geen examen van het vak.
Taal: gegeven in het Engels
• H35 Rétorica y Poética Inglesa II 4 ECTS
In dit vak bespraken we short stories. De lessen waren wel redelijk saai, maar de professor was heel vriendelijk. Voor dit vak moet je geen examen doen, je moet wel een paper schrijven van 1200 woorden over één van de short stories die in de les besproken werden. Als je naar de les gaat en goede notities neemt, dan beschik je over het nodige materiaal om je paper te schrijven en valt het allemaal heel goed mee.
Taal: gegeven in het Engels
• H42 Literatura norteamericana 6 ECTS
Dit vak behandelde Noord-Amerikaanse literatuur en werd gegeven door een heel lieve docente die goed Engels sprak. Voor dit vak moet je een boek lezen en hierover moet je dan een essay schrijven op het examen. Tijdens de les worden nog andere verhalen besproken. Op het einde is er een examen. Bij ons was dit tijdens de laatste, maar het kan ook zijn dat dit valt tijdens de examenperiode eind januari. Het examen is niet zo moeilijk. Je moet gewoon de titels en de auteurs van de verhalen kennen en ook een beetje de inhoud.
Taal: gegeven in het Engels, maar de docente herhaalde heel veel in het Spaans
• 154 Traducción Audiovisual Inglés-Español II 2,5 ECTS
In vond dit vak heel leuk. Het gaat over dubben. Je krijgt het script van een serie/tekenfilm/documentaire en de serie/tekenfilm/documentaire zelf. Die moet je dan vertalen in het Spaans, maar je moet niet zomaar vertalen, moet er ook voor zorgen dat de tekst overeenkomt met de bewegingen van de mond, je moet de tekst verdelen in takes, etc. Dit gebeurt allemaal op de computer. De scripts zijn in het Engels en moeten naar het Spaans vertaald worden, maar dit was niet altijd even gemakkelijk aangezien sommige series veel spreektaal gebruiken en hier veel typische Spaanse uitspraken voor waren die ik niet wist. In deze les zaten wel wat Erasmusstudenten. Het examen bestond uit het vertalen van een stuk script, met audio en beeldfragment, van een geziene documentaire/serie/tekenfilm. Je kan ook een theoriedeel doen op het examen om je punt te verhogen. Het vak is niet altijd even simpel, maar het is goed te doen. Het is heel leuk en je leert er veel bij. Het is ook heel interessant omdat we zo’n vak niet hebben in België.
Taal: gegeven in het Spaans
• Traducción especializada Español – Inglés 5 ECTS
In dit vak vertaalden we gespecialiseerde teksten van het Engels in het Spaans: teksten over auto’s, kaas, etc. In het begin kregen we wat grammatica en tips voor vertalen. In oktober werd de les opgesplitst en kregen we 2 leerkrachten. De ene die ook de grammatica gaf, spreekt heel goed Engels en was heel leuk. Bij hem in de les bespraken we vertalingen en zagen we hoe het niet en wel moest. Bij de andere leerkracht vertaalden we de gespecialiseerde teksten, zijn Engels was iets minder, maar hij wist wel genoeg om te helpen. Door het jaar moesten we 15 slechte vertalingen zoeken en op het einde was er een vertaalexamen. Het examen was schriftelijk en met woordenboek, je krijgt 1u45 om een tekst van driehonderd woorden te betalen. Dat is niet zoveel en de tekst was ook heel moeilijk. Het was geen simpel examen, maar aangezien ons niveau van Engels hoger ligt als dat van de meeste Spanjaarden is het normaal wel OK. In het vak leer je wel heel veel bij over de moeilijkheden bij het vertalen van Spaans naar Engels en is dus wel zeer interessant.
Taal: gegeven in het Engels
• Historia de la lengua española 5 ECTS
Dit vak werd gegeven door een interim, omdat de echte docente op zwangerschapsverlof was. In dit vak behandelden we de geschiedenis van de Spaanse taal en bespraken we oude gedichten die in het oud Spaans geschreven waren. Door het jaar moesten we een viertal taken maken. Dit was een gedicht analyseren en wat informatie opzoeken. Als je de taken inleverde kreeg je de helft van de punten. Op het einde was er dan nog een examen dat de theorie van het vak behandelde. Dit is ook allemaal heel goed te doen. De interim was een heel goede docente, ik weet niet hoe de echte docente is, want ik heb ze nooit gezien.
Taal: gegeven in het Spaans
Cultuur en uitgaan
In Castellón zelf is er niet zoveel cultuur, er zijn een aantal mooie pleinen. Op de grote markt heb je de kathedraal, een toren, het stadhuis en de vismarkt. El Grao is de haven van Castellón, ze is klein maar wel heel gezellig en mooi om te bezoeken. Verder heeft Castellón een mooi strand, waar het fijn is om van de zon te genieten in de zomer (dit kan tot november) of om te wandelen in de winter.
Rondom Castellón heb je nog wat kleine dorpjes die je kan bezoeken, je kan wat meer informatie halen in het touristisch bureau. Valencia is ook een hele mooie stad en het is maar een uurtje met de trein. Voor de rest is het heel interessant om de uistapjes te doen met het OCIE naar de nabij gelegen dorpjes.
Er zijn ook genoeg plekjes om ’s avonds uit te gaan in Castellón.
Op woensdagavond is er altijd een erasmusfeestje in Wallaby’s, een danscafé. In het weekend zitten hier veel Spanjaarden en wordt er veel Spaanse muziek gedraaid.
Donderdag, vrijdag en zaterdag kan je naar de Tascas gaan. Dit zijn 2 straatjes met barretjes waar iedereen buiten staat te drinken en elkaar tegenkomt. Het is heel gezellig en goed om mensen te leren kennen. Het is zowat de afspreekplaats van iedereen. De Tascas zijn vaak maar open tot half 1, daarna trekt iedereen naar een café of een danscafé zoals Wallaby’s of Tropibamba, daarna gaat iedereen vaak nog door naar een discotheek. Veel Erasmussers gaan naar Ettro of el Paso ( dit zijn twee discotheken die in elkaar overgaan), hoewel de muziek er niet altijd even goed is, maar je moet er geen inkom betalen. Soms kan je ook wel eens naar een discotheek gaan die wat verder ligt (bv. La Fête of Kalkat), maar dan moet je al met de taxi gaan en hier moet je wel inkom betalen.
Voor een rustigere avond is het altijd leuk om naar Pub Terra te gaan, dit is een wat alternatiever café. Door de week zijn er live optredens van plaatselijke bandjes (rock, blues, folk, etc.)
Als je graag eens gaat uit eten overdag is het heel leuk om naar de haven te gaan, in het centrum zijn ook enkele gezellige plekjes of je kan naar het winkelcentrum (Salera) gaan. Hier is ook een cinema en bowling.
Sport
Als je graag aan sport wil doen, kan je dit best doen via de universiteit. Je gaat naar de sporthal op de campus, hier vind je allerlei informatie over verschillende sporten. Je kan er brochures meenemen en ze eens bekijken. De lessen zijn voordelig omdat ze door de universiteit georganiseerd worden. Je moet betalen in de bank op school.
Hoeveel kost het nu eigenlijk allemaal?
De eerste maand is sowieso de duurste. Je vlucht, je moet eerst verblijven in een hotel of hostel, je weet nog niet goed waar je kan gaan eten of welke supermarkt de goedkoopste is, etc.
Eens je je appartement hebt valt het allemaal wel mee. Je kan een degelijk appartement vinden tussen de 120 en 250 euro/maand. Hierbij komen vaak nog wel de extra kosten, maar dit is bijna nooit meer als ongeveer 25 euro per maand. Eten kopen is ook een stuk goedkoper in Spanje en als je op de universiteit eet, spaar je ook altijd wel wat geld uit.
In Castellón moet je ook bijna nergens inkom betalen als je uitgaat, dit is dus ook al een stuk goedkoper. Het drinken in de café’s en clubs kost wel ongeveer evenveel als in België, maar vaak delen ze kortingsbonnetjes uit (2 drankjes voor de prijs van 1) en hier kan je dus veel mee uitsparen.
Je kan ook heel goedkope reisjes maken, zo ben ik 5 dagen naar Granada geweest voor 150 euro (dit was met AEGEE).
Castellón was in mijn ogen niet zo’n bekende plaats om op Erasmus te gaan en was dus ook niet mijn eerste keuze. Maar toen ik te horen kreeg dat ik naar Castellón zou gaan, zag ik het wel zitten. Het is namelijk een Spaanse stad aan zee en het was een kans op om Erasmus te gaan, dus alleen maar positieve dingen!
Castellón is niet zo’n grote stad, maar dat is juist goed om veel mensen te leren kennen. Je leert de stad snel kennen, maar toch zijn er genoeg leuke plekjes en raak je niet verveeld. De stad heeft een heel aangenaam klimaat en het strand is echt een positieve factor. De laatste jaren is de stad aan het moderniseren, het centrum staat vol met appartementen, zowel oude als nieuwe ook de universiteit is nog heel nieuw.
Hoe geraak je in Castellón?
Omdat Castellón zelf geen vliegveld heeft, moet je naar Valencia vliegen. (Je kan ook naar Madrid of Barcelona vliegen, maar dan moet je nog op de trein naar Castellón en dat is niet altijd even goedkoop voor lange afstanden). Als je goed zoekt en op tijd boekt kan je goedkope vluchten vinden naar Valencia, bv. Met Vueling of Ryanair. Er zijn wel verschillen in het aantal kilo’s bagage die je mag meenemen, dus je moet goed de website controleren. Als je het toegestane gewicht overschrijdt, kan dit wel veel kosten. Als je in Valencia bent aangekomen, kan je de metro nemen richting het station. De metro vertrekt aan de luchthaven en je kan vlak voor het station afstappen, halte ‘Xátiva’. (€1,80). Er zijn ook bussen die vanuit de luchthaven naar het station rijden, maar hier weet ik niet zoveel over. In het station neem je de trein richting Castellón, dit duurt ongeveer een uur en kost €4,20 voor een enkele reis.
Castellano of Valenciano?
Aangezien Castellón de la Plana de hoofdstad van Castellón is, een provincie in de Comunidad Valenciana (een tweetalige Comunidad). Dit betekent dat ze in Castellón ook Valenciaans spreken, een variant van het Catalaans. Overal zie je bordjes en aanwijzingen in twee talen, valenciano en castellano. Zelfs de straatnamen staan in beide talen. De mensen zijn ook allemaal tweetalig en je kan dus iedereen in het castellano aanspreken.
Op zoek naar een appartement
Eens aankomen in Castellón kan je best een aantal nachten in een hostel of hotel blijven, er zijn er goedkope, bijvoorbeeld La Esperanza. Hier brengen veel Erasmusstudenten hun eerste nachten in Castellón door, maar ik heb er nog niet veel positieve dingen over gehoord. Er zijn ook veel hotels, dus je vindt zeker wel iets voor de eerste nachten. Het zoeken naar een appartement valt ook heel goed mee. Op de universiteit hangen overal briefjes van mensen die op zoek zijn naar huisgenoten. Je kan hen dan bellen en een afspraak maken om eens een kijkje te gaan nemen in hun appartement. Je kan ook naar AEGEE gaan, dit is een studentenorganisatie die je helpt bij het zoeken van een flat. Ze hebben een eigen bureau op school. Je kan naar hiernaar toe gaan en zij bellen dan voor jou naar verschillende appartementen en maken afspraken zodat jij daar een kijkje kan gaan nemen. Er zijn heel veel appartementen, je moet echt geen schrik hebben dat je geen plaats zal vinden, zelfs eind september is er nog genoeg plaats. De prijs van de appartementen ligt tussen de 120 en de 250 euro, meestal zijn de kosten voor gas en elektriciteit niet inbegrepen. De flats dicht bij de universiteit zijn vaak nieuwbouwflats en zijn duurden dan de flats in het centrum. Als je een flat hebt dicht bij de universiteit moet je er ook rekening mee houden dat het wel een eindje te voet is naar het centrum (zo’n half uurtje), je kan dit natuurlijk ook per fiets of per taxi doen. De bus rijdt niet meer na 10u of half 11. Hier moet je dus wel rekening mee houden als je ’s avonds naar het centrum wilt. Ik had een appartement in het centrum. Dit was heel handig want in kon overal te voet naartoe, zowel overdag als ’s nachts. Overdag kan je dan met de bus naar de universiteit.
Als je al graag op voorhand een appartement zoekt, moet je de website van de universiteit raadplegen (www.uji.es). Normaal krijg je ook e-mails van de universiteit met hierin informatie over het zoeken van appartementen.
Universidad Jaume I
De Universidad Jaume I (UJI) is een heel grote moderne universiteit. Er zitten zo’n 13 000 studenten samen op een campus. In het begin was ik een beetje overdonderd, maar je wordt het wel snel gewoon. Als je in het centrum woont kan je met de bus naar de universiteit. Je kan een tienrittenkaart kopen, dit kost ongeveer 7 euro: 5 euro voor de 10 ritten en 3 euro fianza (dit is een waarborg voor het kaartje dat je nadien terugkrijgt als je je kaartje teruggeeft). Of je kan een maandabonnement kopen, dit kost ongeveer 25 (22 euro voor het maandabonnement en 3 euro fianza).
Eens aangekomen in Castellón kan je best eerst naar de universiteit gaan en meer bepaald naar het OCIE, dit is een organisatie die zowat alles regelt wat met Erasmus te maken heeft. Hier moet je je gaan aanmelden. Je krijgt er alle informatie over de universiteit en je kan er altijd terecht met je vragen en problemen. Eens je je vakken hebt gevonden, helpen zij je met je matricula (inschrijving), ze zorgen voor je studentenkaart, ze sturen je learningagreement naar België, etc. Ze organiseren ook daguitstapjes waar je de andere Erasmusstudenten kan leren kennen.
Een andere interessante organisatie is AEGEE, zoals ik al zei helpen ze met het zoeken naar een appartement, maar ze organiseren ook reisjes aan een voordelige prijs.
Zoals ik al zei is Castellón tweetalig, ook op de universiteit is dit het geval. Let dus goed op bij het kiezen van je vakken, want sommige vakken worden alleen in het Valenciaans gegeven.
Vakken
In het begin is het een beetje puzzelen om je uurrooster samen te stellen. Veel vakken zijn 4u/week en vallen dus vaak samen. Het is dus niet altijd even makkelijk om aan genoeg credits te komen. Je moet er ook op letten dat de universiteit met Spaanse credits werkt, je moet deze dus nog aanpassen aan de Europese credits.
Ikzelf heb gekozen voor volgende vakken:
• 166 Dialectología de la lengua inglesa 2,5 ECTS
Bij dit vak bespraken we de verschillende Engelse dialecten. Aan het begin van het semester moesten we twee dialecten kiezen. Hier moesten we dan elke week een taak over maken. Ze moesten zeker allemaal af zijn tegen de examens in februari, maar het beste is ze op tijd te maken, dan heb je op het einde minder werk. Op elke taak krijg je punten, als je een beetje tijd in de taakt steekt zijn die altijd wel goed. Er is geen examen van het vak.
Taal: gegeven in het Engels
• H35 Rétorica y Poética Inglesa II 4 ECTS
In dit vak bespraken we short stories. De lessen waren wel redelijk saai, maar de professor was heel vriendelijk. Voor dit vak moet je geen examen doen, je moet wel een paper schrijven van 1200 woorden over één van de short stories die in de les besproken werden. Als je naar de les gaat en goede notities neemt, dan beschik je over het nodige materiaal om je paper te schrijven en valt het allemaal heel goed mee.
Taal: gegeven in het Engels
• H42 Literatura norteamericana 6 ECTS
Dit vak behandelde Noord-Amerikaanse literatuur en werd gegeven door een heel lieve docente die goed Engels sprak. Voor dit vak moet je een boek lezen en hierover moet je dan een essay schrijven op het examen. Tijdens de les worden nog andere verhalen besproken. Op het einde is er een examen. Bij ons was dit tijdens de laatste, maar het kan ook zijn dat dit valt tijdens de examenperiode eind januari. Het examen is niet zo moeilijk. Je moet gewoon de titels en de auteurs van de verhalen kennen en ook een beetje de inhoud.
Taal: gegeven in het Engels, maar de docente herhaalde heel veel in het Spaans
• 154 Traducción Audiovisual Inglés-Español II 2,5 ECTS
In vond dit vak heel leuk. Het gaat over dubben. Je krijgt het script van een serie/tekenfilm/documentaire en de serie/tekenfilm/documentaire zelf. Die moet je dan vertalen in het Spaans, maar je moet niet zomaar vertalen, moet er ook voor zorgen dat de tekst overeenkomt met de bewegingen van de mond, je moet de tekst verdelen in takes, etc. Dit gebeurt allemaal op de computer. De scripts zijn in het Engels en moeten naar het Spaans vertaald worden, maar dit was niet altijd even gemakkelijk aangezien sommige series veel spreektaal gebruiken en hier veel typische Spaanse uitspraken voor waren die ik niet wist. In deze les zaten wel wat Erasmusstudenten. Het examen bestond uit het vertalen van een stuk script, met audio en beeldfragment, van een geziene documentaire/serie/tekenfilm. Je kan ook een theoriedeel doen op het examen om je punt te verhogen. Het vak is niet altijd even simpel, maar het is goed te doen. Het is heel leuk en je leert er veel bij. Het is ook heel interessant omdat we zo’n vak niet hebben in België.
Taal: gegeven in het Spaans
• Traducción especializada Español – Inglés 5 ECTS
In dit vak vertaalden we gespecialiseerde teksten van het Engels in het Spaans: teksten over auto’s, kaas, etc. In het begin kregen we wat grammatica en tips voor vertalen. In oktober werd de les opgesplitst en kregen we 2 leerkrachten. De ene die ook de grammatica gaf, spreekt heel goed Engels en was heel leuk. Bij hem in de les bespraken we vertalingen en zagen we hoe het niet en wel moest. Bij de andere leerkracht vertaalden we de gespecialiseerde teksten, zijn Engels was iets minder, maar hij wist wel genoeg om te helpen. Door het jaar moesten we 15 slechte vertalingen zoeken en op het einde was er een vertaalexamen. Het examen was schriftelijk en met woordenboek, je krijgt 1u45 om een tekst van driehonderd woorden te betalen. Dat is niet zoveel en de tekst was ook heel moeilijk. Het was geen simpel examen, maar aangezien ons niveau van Engels hoger ligt als dat van de meeste Spanjaarden is het normaal wel OK. In het vak leer je wel heel veel bij over de moeilijkheden bij het vertalen van Spaans naar Engels en is dus wel zeer interessant.
Taal: gegeven in het Engels
• Historia de la lengua española 5 ECTS
Dit vak werd gegeven door een interim, omdat de echte docente op zwangerschapsverlof was. In dit vak behandelden we de geschiedenis van de Spaanse taal en bespraken we oude gedichten die in het oud Spaans geschreven waren. Door het jaar moesten we een viertal taken maken. Dit was een gedicht analyseren en wat informatie opzoeken. Als je de taken inleverde kreeg je de helft van de punten. Op het einde was er dan nog een examen dat de theorie van het vak behandelde. Dit is ook allemaal heel goed te doen. De interim was een heel goede docente, ik weet niet hoe de echte docente is, want ik heb ze nooit gezien.
Taal: gegeven in het Spaans
Cultuur en uitgaan
In Castellón zelf is er niet zoveel cultuur, er zijn een aantal mooie pleinen. Op de grote markt heb je de kathedraal, een toren, het stadhuis en de vismarkt. El Grao is de haven van Castellón, ze is klein maar wel heel gezellig en mooi om te bezoeken. Verder heeft Castellón een mooi strand, waar het fijn is om van de zon te genieten in de zomer (dit kan tot november) of om te wandelen in de winter.
Rondom Castellón heb je nog wat kleine dorpjes die je kan bezoeken, je kan wat meer informatie halen in het touristisch bureau. Valencia is ook een hele mooie stad en het is maar een uurtje met de trein. Voor de rest is het heel interessant om de uistapjes te doen met het OCIE naar de nabij gelegen dorpjes.
Er zijn ook genoeg plekjes om ’s avonds uit te gaan in Castellón.
Op woensdagavond is er altijd een erasmusfeestje in Wallaby’s, een danscafé. In het weekend zitten hier veel Spanjaarden en wordt er veel Spaanse muziek gedraaid.
Donderdag, vrijdag en zaterdag kan je naar de Tascas gaan. Dit zijn 2 straatjes met barretjes waar iedereen buiten staat te drinken en elkaar tegenkomt. Het is heel gezellig en goed om mensen te leren kennen. Het is zowat de afspreekplaats van iedereen. De Tascas zijn vaak maar open tot half 1, daarna trekt iedereen naar een café of een danscafé zoals Wallaby’s of Tropibamba, daarna gaat iedereen vaak nog door naar een discotheek. Veel Erasmussers gaan naar Ettro of el Paso ( dit zijn twee discotheken die in elkaar overgaan), hoewel de muziek er niet altijd even goed is, maar je moet er geen inkom betalen. Soms kan je ook wel eens naar een discotheek gaan die wat verder ligt (bv. La Fête of Kalkat), maar dan moet je al met de taxi gaan en hier moet je wel inkom betalen.
Voor een rustigere avond is het altijd leuk om naar Pub Terra te gaan, dit is een wat alternatiever café. Door de week zijn er live optredens van plaatselijke bandjes (rock, blues, folk, etc.)
Als je graag eens gaat uit eten overdag is het heel leuk om naar de haven te gaan, in het centrum zijn ook enkele gezellige plekjes of je kan naar het winkelcentrum (Salera) gaan. Hier is ook een cinema en bowling.
Sport
Als je graag aan sport wil doen, kan je dit best doen via de universiteit. Je gaat naar de sporthal op de campus, hier vind je allerlei informatie over verschillende sporten. Je kan er brochures meenemen en ze eens bekijken. De lessen zijn voordelig omdat ze door de universiteit georganiseerd worden. Je moet betalen in de bank op school.
Hoeveel kost het nu eigenlijk allemaal?
De eerste maand is sowieso de duurste. Je vlucht, je moet eerst verblijven in een hotel of hostel, je weet nog niet goed waar je kan gaan eten of welke supermarkt de goedkoopste is, etc.
Eens je je appartement hebt valt het allemaal wel mee. Je kan een degelijk appartement vinden tussen de 120 en 250 euro/maand. Hierbij komen vaak nog wel de extra kosten, maar dit is bijna nooit meer als ongeveer 25 euro per maand. Eten kopen is ook een stuk goedkoper in Spanje en als je op de universiteit eet, spaar je ook altijd wel wat geld uit.
In Castellón moet je ook bijna nergens inkom betalen als je uitgaat, dit is dus ook al een stuk goedkoper. Het drinken in de café’s en clubs kost wel ongeveer evenveel als in België, maar vaak delen ze kortingsbonnetjes uit (2 drankjes voor de prijs van 1) en hier kan je dus veel mee uitsparen.
Je kan ook heel goedkope reisjes maken, zo ben ik 5 dagen naar Granada geweest voor 150 euro (dit was met AEGEE).
donderdag 19 maart 2009
Málaga
The best is yet to come…
20 maart 2008
Waar wil ik heen gaan? Geen idee. Alle andere studenten blijken al zeer zeker van hun stuk en kiezen direct prestigieuze universiteitssteden: Sevilla is heel populair, Salamanca, Granada en uiteraard de wereldstad Barcelona. Ik besluit Málaga te kiezen: een middelgrote havenstad aan de Costa del Sol, de geboorteplaats van Pablo Picasso en Antonio Banderas en met 500.000 inwoners die zich ook wel “boquerones” (sardines) laten noemen. Ach ja… waarom niet?
11 september 2008
Het is zover: ik mag naar Málaga! Snel nog enkele paperassen regelen: kopies maken van mijn identiteitskaart, learning agreement, letter of confirmation, acceptance letter, etc. en dan is het tijd om afscheid te nemen van mijn familie en vrienden.
The start of a dream
Half september 2008
Ik kom aan in Pablo Ruiz Picasso Airport en weet direct waarom ik Málaga heb gekozen: buiten wacht een temperatuur van 27°C mij op. Een taxi (20€) brengt me naar het centrum van de stad. Ik stap uit aan de Alameda Principal, de grote toegangsweg dwars door het centrum van de stad. Het verkeer is hectisch; dit verklaart de grote afwezigheid van fietsers. Glimlachend begin ik aan de tocht richting mijn hotel, waar ik tijdelijk verblijf tot ik een kamer vind. Ik voel me thuis.
Vandaag is er een Erasmusvergadering in de Oficina Internacional van de UMA op de campus El Ejido (intussen campus Teatinos). Fransen en Duitsers troepen samen en beginnen druk te ratelen in hun eigen taal. Niet echt motiverend als je het mij vraagt.
Nadat iedereen een plaatsje heeft gevonden, begroet de Spaanse coördinatrice Mari Carmen ons hartelijk en begint druk papieren uit te delen. Ze geeft eerst de noodzakelijke informatie (regelen van de papieren, regelen van een verblijf, bereking van de credits – blijkbaar is dit deel van Spanje nog niet ingewijd in het ECTS-systeem - enz.). Daarna begint ze over het interessantere gedeelte van de meeting: leven en feesten in Málaga. We krijgen allemaal een bundeltje met allerlei informatie over Málaga en de UMA zelf. Direct wordt de gezellige chaos van de UMA merkbaar: er zijn niet genoeg papieren dus moet iedereen samen gaan zitten. Ik ben niet dolenthousiast, gezien de eerdere reacties van de Fransen en Duitsers tot natieverbroedering. Waarom ga je op Erasmus, toch niet om je eigen taal te spreken? Ook de jongen die naast mij komt zitten, lijkt hetzelfde te denken. Ik stel me aan hem voor in het Spaans, hij ziet er tenslotte Spaans of Italiaans uit. Verkeerd gedacht dus: Alex is een violamuzikant afkomstig uit Roemenië. Hij verontschuldigt zich voor zijn gebrekkig Spaans en vraagt of ik Engels spreek. Ik zie dat hij duidelijk opgelucht is wanneer ik verder ga in het Engels. Mijn eerste Erasmusvrienschap is geboren.
Ik ben druk op zoek naar een kamer. Aan elke lantaarnpaal in de stad hangen zoekertjes en briefjes van mensen die een flatgenoot zoeken. De dienst Accommodation van de UMA heeft me een lijst gegeven met mogelijke adressen en hun prijsklasse. Verder heb ik een profiel aangemaakt op www.easypiso.com , waarop je duidelijk maakt wat je zoekt, voor hoeveel en voor hoelang. De hele dag ben ik bezig met mensen te contacteren om een kamer te bezichtigen – niet eenvoudig wanneer iedereen met een zwaar Andalusisch accent praat. Vaak vragen ze in een zucht “ereh-‘n-ehtudiante-d’eramu?” (eres un estudiante de Erasmus?) wat zoveel wil zeggen als “ben je een Erasmusstudent?”. De eerste keer trok ik gewoon een raar gezicht en zei onzeker “Misschien” terwijl ik trachtte te begrijpen wat die vrouw zojuist had gezegd. Spanje 1 – Erasmusstudent 0.
Een man belt mij op: Marco, een huisbaas die een appartement heeft in het centrum. Ook nu valt het niet mee om het adres te ontcijferen tussen al het gelispel van het andaluz (of beter gezegd “andalúh”): calle Carretería 19, tweede verdieping. Het gebouw is verouderd en bouwvallig. De flat zelf was niet veel beter: wel redelijk modern in vergelijking met anderen maar duidelijk afgeleefd door studenten - ik voel me direct thuis. Ik ontmoet mijn flatgenoten: Clément en Cloé uit Frankrijk, Jörg en Stani uit Duitsland en Pedro uit Portugal. Verder verneem ik dat ook het appartementen op het eerste en het derde verdiep gevuld zijn met Erasmusstudenten. Wanneer Marco me vertelt dat er internet is, staat mijn besluit vast: hier blijf ik.
Eind september 2009
Ik woon nu al een week in mijn nieuwe flat en heb het enorm naar mijn zin. Het academiejaar begint pas op 1 oktober dus heb ik nog ruim de tijd om mijn papieren in orde te maken. Zoals de Spanjaarden zeggen: ¡Manaña! Onze flat is nu compleet: onze laatste nieuwe flatgenoot is Petra uit Italië. La vida ‘eramú’ ha empezado!
Toch zijn er minder leuker kantjes: ten eerste is er uiteraard het ¡Manaña!-levensmotto dat overheerst in de universiteit: de virtuele campus werkt niet naar behoren, het e-mailverkeer tussen student en professor is ook niet zo denderend, het secretariaat weet vaak niet eens waar je het over hebt wanneer je een bepaalde prof zoekt, enz.
Vervolgens hebben we ongenode gasten in onze flat: Pedro heeft een muis ontdekt in de keuken die we gisteren hebben gevangen volgens de meest primitieve methode die er bestaat (want onze huisbaas doet er niets aan) – karton en lijm. Tussenstand: Spanje 1 – Erasmus 1. Maar voor hoelang? Een muis heeft namelijk altijd een grote familie…
Het internet is niet wat het moet zijn; vaak zitten we soms uren of dagen zonder. Het enige antwoord dat onze huisbaas geeft is dat het een oude buurt en een oud gebouw is en dat het niet binnen zijn verantwoordelijkheid ligt het hele gebouw van internet te voorzien.
Maar ik laat het niet aan mijn hart komen. Ik amuseer me met mijn flatgenoten, gebouwgenoten en nieuwe vrienden die ik op korte tijd heb leren kennen. Samen gezellig op het strand zitten, tapas gaan eten, een kleine bbq houden, naar de unif, enz. En uiteraard – het belangrijkste in het leven van een Erasmusstudent – verbroederen met anderen in een gezellige bar of op straat tijdens botellón. Het is een goede ontmoetingsplaats voor Erasmussers en Spanjaarden. Wanneer iedereen uiteindelijk weggaat van botellón (rond 1 uur), vertrekken de meesten naar de bekendste Erasmusbar in Málaga: el Shamrock in Calle Mosquera. Iedereen voelt zich hier onmiddellijk thuis: toffe sfeer, heel vriendelijke personeel en uiteraard de legendarische uitbater “el Betto”. Het enorme aanbod van 300 verschillende chupitos en tientallen copas aan democratische prijzen zal er ook wel voor iets tussen zitten.
Op de universiteit begint er orde te komen in de chaos, ook al gaat het dan heel geleidelijk aan. Mijn Spaanse coördinator van mijn departement Felix Leandro heeft me een aantal vakken aangeraden die ik nu een maand uitprobeer. Belangrijk daarbij: zien of het vak nog daadwerkelijk bestaat, of het een semestervak is, hoeveel credits het telt (en deze dan omrekenen naar ECTS), kijken of er geen beperkt aantal plaatsen zijn bij een bepaald vak, enz.
O ja, de muis heeft dus inderdaad een familie: we hebben nog 5 anderen gevangen. Verder groeit onze Erasmusfamilie gestaag. Een groot deel daarvan zijn Italianen. Hoe draait dat land, als de hele bevolking hier zit? Ook op de feria van San Juan en Fuengirola was het Italiaanse volk voltallig aanwezig.
Oktober 2008
Ik raak gewend aan de typisch Spaanse kantjes van het leven hier: het dagritme (laat opstaan, laat gaan slapen); botellón; het feit dat mensen je altijd aanspreken met ‘hola guapa’ of dat je altijd twee kussen geeft, ook al ken je de persoon in kwestie niet zo goed; dat koffie drinken uit een glas perfect normaal is; dat ik mijn vrienden aanspreek met ‘tío’ of ‘tía’; de siesta, een deel van de dag waar ik mij het meest aan erger (alles is gesloten tussen 2 en 5 uur; …).
Het hele gebouw leeft: we kennen elkaar nu allemaal en springen elk uur van de dag bij elkaar binnen. Zo leer ik de meisjes van het eerste verdiep beter kennen: Marika, Paula, Astrid, Elena en Aimee, een meisje uit Noord-Ierland met wie het direct klikt.
Vandaag is het Alex’ verjaardag. We hebben een feestje gepland in onze flat (toch een ding waar onze huisbaas niet tegenop ziet). Het is fantastisch. We gaan met zijn allen uit: we beginnen in Shamrock, eindigen in Orisha’s (ook al wordt er reggaeton gespeeld) en amuseren ons te pletter. Het enige minpunt is die kater de volgende dag… Spanje: 2 – Erasmus 1.
Oktober - november 2008
Het leventje hier bevalt me wel; sterker nog, ik kan me nog nauwelijks iets anders voorstellen. Ik heb nu mijn eigen favoriete plekjes in de stad gevonden (El Harén – de beste tetería in de wereld; Shamrock – het stamcafé; het platform op weg naar de Gibralfaro dat uitkijkt over de baai van Málaga; het strand Pedre Galejo, op 10 minuutjes van centrum met de bus; de groenmarkt Atarrazana met elke dag verse groenten en fruit aan belachelijke prijzen; restaurant Nouvelle waar je voor 5 euro heel de avond tapas kan eten; Las Papas in calle Granada en het Centro del Flamenco met zijn prachtige flamencovoorstellingen.
Op de universiteit valt alles eindelijk in de plooi (na veel heen-en-weergeloop). Als vakken kies ik uiteindelijk Lingüística Aplicada, Psycología (maar ik heb gehoord dat ze dit willen afschaffen, zonde), Traducción General ing-esp (c) (waarbij de prof toch strenger is dan hij zich eerst voordoet – wees gewaarschuwd!), Historia de al-Andalus en Literatura Española-Prosa Literaria. Voor deze laatste twee hoef ik enkel taken binnen te leveren die dan als een examen worden geëvalueerd (Spanje: 2 – Erasmus 2). Wees toch voorzichtig: spreek duidelijk af met je professor hoe hij je gaat evalueren en wat hij precies van jou verwacht op het einde van het semester.
Eind november
Terwijl we afscheid nemen van de zomer, moeten we ook afscheid nemen van de Duitsers Marika (beter bekend als the Rika), Paula en Jörg (of gewoon ‘Huhey!’). Verschrikkelijk hoe snel de tijd voorbij vliegt. We hebben een groot afscheidsfeest gepland. Die avond vloeien er vele traantjes. ¡Que todo te vaya bien Alemania! No os olvidaremos nunca.
De plotse koude die overal heerst in Europa, bereikt nu ook Málaga. Het is hier nu berekoud, in tegenstelling de aangename temperatuur van 20°C van vorige week. Centrale verwarming blijkt hier een buitenlands concept te zijn. En nu wordt pas duidelijk hoe slecht onze flat erbij staat: door de slechte isolatie verandert onze flat in een mum van tijd in een diepvries, er is een grote vochtplek ontstaan op het plafond in de gang die alleen maar verder lijkt te migreren, mijn raam sluit niet naar behoren en het regent binnen op drie plaatsen in mijn kamer… En natuurlijk weer een huisbaas die er zich niets van aantrekt. Over huisjesmelkerij gesproken.
Begin december 2008
De laatste maand van het jaar is gestart en de meesten keren naar huis terug voor de feestdagen. Ik besluit te blijven. Tenslotte ga ik in februari al naar huis en eigenlijk ben ik heel benieuwd hoe de Spanjaarden hier kerst en nieuwjaar vieren, net zoals Petra, Elena en Alex. Een rustige kerst dus, gezellig met zijn vieren. Tot we tot onze vreugde ontdekken dat een groot deel van de Italiaanse bende ook blijft…
24 december 2008
We hebben een grandioos diner gepland op kerstavond. Iedereen brengt gewoon iets mee: puree, salades, sausjes, drank, fruitsla, cake, tortillas, guacamole, nachos, etc. Ondertussen zijn we bezig aan het koken: Giovanni bereidt de chipirones, Miguel waakt over drie kookpotten vol pasta, Petra bakt de berenjenas, Alex werkt al 3 uur lang aan zijn ‘zarmale’ (een traditioneel Roemeens gerecht) en ik bekommer me om de gebakken kip-reepjes. In een woord: overheerlijk! Daarna trekken we de stad in om middernacht, op weg naar de kathedraal. De straten zijn prachtig verlicht, overal lopen mensen met elkaar te verbroederen met een glas champagne bij de hand… Een kerst om nooit te vergeten! Dit verdient een gelijke verdeling: Spanje: 3 – Erasmus 3.
31 december 2008
Samen met de Italianen gaan we Nieuwjaar vieren in Granada. We vertrekken iets vroeger, zodat we de stad nog even kunnen bezichtigen voor het donker wordt. Granada is sprookjesachtig mooi. Vanop de ‘mirador’, dat een prachtig zicht biedt op het Alambra en Granada-stad, zien we nog 50 andere mensen de zon ondergaan. Hier en daar spelen muzikanten flamenco, er wordt gedanst, anderen verkopen juwelen…. Een jongen begint viool te spelen… Wondermooi.
’s Avonds komen alle feestvierders samen op Plaza Carmen in het centrum. We krijgen allemaal een feestzakje, een cadeautje van de stad: feesthoedjes, feestneuzen, slingers, confetti en een blikje druiven dat je moet opeten volgens de Spaanse traditie. Om vijf voor twaalf luiden de klokken en begint iedereen de druiven op te eten volgens het slagen van de klok… en dan barst het feest los! Vuurwerk, trommels, confetti en een spectaculaire lichtshow: een gelukkig 2009!
Half januari 2009
Ik moet nog bekomen van de ‘Reyes Magos’ of Driekoningen die vorige week in een prachtige stoet met tientallen praalwagens door de stad trokken. Iedereen was weer even kind die dag. Tonnen snoep werd rondgestrooid, knuffels in het publiek gegooid… Pure waanzin.
Nu moet we ons concentreren op iets minder leuks: de examens. Met verenigde krachten slepen we ons naar de bibliotheek. Kleine verrassing: de bib blijft open tot 6 uur ’s morgens. Mensen zitten tot 2 uur ’s nachts te blokken, nemen een paar uur pauze en komen gewoon om 4 uur terug.
Grote paniek: twee dagen voor mijn eerste examen wordt er mij meegedeeld dat het examen van lingüística wordt verzet, van 6 februari naar 30 januari… Dit betekent dat ik maar enkele dagen heb om lingüística te studeren. Ze betuigen hun spijt voor het ongemak en sturen mij het kantoor uit. Tot zover de efficiëntie van de UMA. Ik flip en panikeer, probeer me te concentreren, flip nog eens en begin dan als een maniak lingüística te blokken. Fingers crossed.
Begin februari 2009
Mijn examens zitten erop. Ik hoop op een goed resultaat, maar dat zal ik pas te weten komen als ik terug in België ben. Nu heb ik alle tijd om van mijn laatste week te genieten: rustig door de stad zwerven, naar het strand gaan (want jawel hoor, de zon begint er weer door te komen), gezellig samen zijn met mijn vrienden. Het voelt raar om te weten dat deze plek die ik nu al 5 maand mijn thuis noem, moet achterlaten. Zoveel gezichten, zoveel plaatsen, zoveel hilarische momenten… Het gaat pijn doen…
Vandaag is het mijn laatste avond. We hebben een afscheidsfeest georganiseerd samen met Astrid en Daniela die ook binnen een week vertrekken. Het diner met 20 vrienden doet deugd, het gelach en de muziek schalkt door de gang en de keuken. Wat zal ik dit missen!
We vertrekken voor onze laatste grote Erasmusfuif naar de beste locatie in Málaga: ‘el Barco’, een echt piratenschip, gelegen in de baai van de stad. De muziek, de sfeer, de honderden feestvierders… Ik kan me geen beter feest voorstellen.
12 februari 2009
Nog moe en versuft van gisteren sta ik op en raap mijn spullen samen. Binnen een paar uur moet ik in de luchthaven zijn. Nu is het echt definitief: ik geef mijn sleutel aan Aimee, ga een laatste keer naar de keuken en maak mijn ontbijt klaar. De rest van het appartement ontwaakt geleidelijk aan. We zitten samen in de woonkamer en lachen en huilen tegelijk. Dit afscheid valt me enorm zwaar.
Alex, Aimee, Petra, Cloé en Jörg (die op bezoek is) vergezellen mij naar de luchthaven. Bij de douane moet ik nu echt afscheid nemen. Niet makkelijk wanneer iedereen zijn tranen de vrije loop laat… Terwijl ik aan de andere kant van het hek sta, merk ik hoe ik ze bekijk en observeer, mensen met wie ik 5 maand lief en leed heb gedeeld. Ik krijg er direct een warm gevoel bij – dit is geen afscheid, eerder een ‘tot later’… want ik kom terug!
Astrid De Wit
Málaga in het kort:
Bezienswaardigheden
Alcázaba (Arabisch fort), Castillo de Gibralfaro (Het kasteel op de heuvel Gibralfaro), Catedral de Málaga, Catedral de la Encarnación, Jardín de la Concepción, Palacio de los Condes de Buenavista, Palacio Episcopal (Bisschopspaleis), Plaza de Toros (arena), baños árabes, Museo Picasso de Málaga, Centro de Arte Contemporáneo de Málaga, Museo del Vino, Museo Interactivo de la Música, Museo de Artes y Tradiciones Populares, brouwerij SanMiguel, enz.
Bars, cafés en restaurants
El Harén, la Tetería, Nouvelle, ComoLoco, Las Papas, El Pimpi, la Boquería, Pepe y Pepa, Vino mío, la Tapería, Centro de Flamenco, il Laboratorio, Café del arte, Casa Invisible, Shamrock, Velvet, Karma, La Botellita, Road House, Opium, Liceo, Sala Wengé, White, Pocha, Orisha’s, Morrisey’s, Bunker, Cine Sur Larios, enz.
Supermarkten en winkels
Eroski, Carrefour, Lidl, Aldi, Aliprox, Supersol, Mercadona, enz. - Corte Inglés, Centro Larios, Centro María Zambrano, winkelstraat Marqués de Larios, enz.
Trips
Vanuit Málaga kan je makkelijk Sevilla, Granada, Madrid, Gibraltar, Cádiz, Córdoba, Marbella, Nerja, Ronda, etc. bereiken met de trein of bus. Zie Estación de trenes María Zambrano (trein) of Estación de Autobuses (bus) in Paseo de los Tilos.
Vervoer
Trein en bus:
Estación de trenes María Zambrano (http://www.renfe.es/)
Estación de Autobuses (http://www.estabus.emtsam.es/)
Stadsbussen (35 in totaal):
Richting campus El Ejido: Circular 1,2 en 3
Richting campus Teatinos: 22 en 20
Richting de luchthaven: 19
Metro:
Vanaf eind 2009 beschikbaar. Zie http://www.metrodemalaga.info/
Taxi:
Tussen 15 en 30€
Budget
Huur: 250€ / maand (afhankelijk van de exclusieve kosten (gas-water-licht)).
Busrit: (studentenbuskaart) 22€ / maand; anders 1.10€ / rit
Supermarkt: 25€ / week
Groentemarkt: 8€ / week
Cursussen: 10€
Avondje uit: 10€
Bioscoop: 5€
Chocolate con churros: 2€
Campero: 3€
UMA
http://www.uma.es/
Campus Teatinos en Biblioteca General (Facultad de Derecho, Facultad de Filosofía y Letras, Facultad de Medicina, Facultad de Psicología, Facultad de C.C. de la Comunicación, Facultad de C.C. Educación, Facultad de Ciencias, E.U. de Turismo, Oficina Internacional (sinds 18 maart 2009)…)
Campus El Ejido (Facultad de C.C. Económicas y Empresariales, E.U. de Estudios Empresariales, E.U. Politécnica…)
SAARBRÜCKEN
Aankomst
Eerst zijn er verschillende formele zaken die je moet regelen. Je inschrijven bij de Bürgeramt, inschrijven op school, Semesterbeitrag betalen, rekening openen. (Best bij Sparkasse, daar kan je het direct doen , bij andere heb je een heel gedoe met wachttijden en afspraken...) Op onze koten was geen internet voorzien. Dat blijkt nogal veel voorkomend te zijn in Duitsland. We hadden eerst zelf een aanvraag ingediend bij Alice (een provider waar je niet gebonden bent aan een bepaalde contractstermijn). Dit is echt af te raden! Niets anders als problemen. Het best ga je gewoon aankloppen bij je buren en hopelijk heeft iemand al internet die het met jou wil delen. Dit is ook heel voordelig! Wij betaalden slechts 7 euro per maand!
Verblijf
Ons kot was in de Dudweilerstrasse, het was een Wohngemeinschaft van Saarland-Bautraeger. Er zijn 3 gebouwen. Er zitten veel erasmusstudenten, maar het grote nadeel is dat je er amper contact hebt met de rest. Het is ook redelijk duur. De prijs is 245euro per maand, maar daar zit nog geen elektriciteit in (nog eens 35euro/maand). Er wordt ook nog 50 euro van je waarborg(deze bedraagde 330 euro) afgehouden, voor de verwarming en het water enzo. De kans is ook groot dat ze je muren moeten schilderen (ze vinden ze bij het minste al smerig) en dat kost ook telkens 30euro/wand) . Buiten het feit dat de koten wel duur zijn, zijn ze wel aan te raden. Ze zijn proper, je hebt je eigen badkamer en een mini keukentje en het is praktisch ingericht. Ook alle nodige meubels zijn reeds aanwezig behalve een tafeltje/stoelen. In het gebouw in de Dudweilerstrasse is in sommige kamers al aanwezig, in anderen niet. In de Brauerstrasse is dit echter wel voorzien in elke kamer. Als je kan kiezen tussen het gebouw in de Brauerstrasse en het gebouw in de Dudweilerstrasse is de Brauerstrasse aan te raden. Op zich verschilt het niet erg maar je hebt er wel meer kasten/opbergruimte. We hadden ook vrienden die op kot zaten op de universiteit, dit is heel goed om contacten te leggen omdat je een gemeenschappelijke keuken ,douche en toilet hebt. De kamers zijn echter heel erg klein en als je op je privacy gesteld bent is dit misschien niet zo’n goede keuze.
Vakken
Universität des Saarlandes is een heel toffe universiteit. Je wordt heel goed begeleid door Frau Stockero. Bij haar kan je echt met alles terecht. Bij haar moet je ook op het einde je Scheine binnebrengen (dit zijn je punten). Je moet goed opletten dat je lessen neemt waar je een 'benotete Schein' bij krijgt. Niet enkel een 'teilnahmeschein'. Wij moeten wel degelijk punten krijgen en niet enkel aanwezig zijn...
Zo goed als alle vakken die wij gevolgd hebben , waren heel leuk. De leraars zijn helemaal anders ingesteld. Er is veel interactie en het draait allemaal om bijleren maar tegelijk er ook plezier aan beleven. Er wordt verwacht dat je geïnteresseerd bent in je studie en ook je best doet, maar dat gebeurt vanzelf als je zo'n enthousiaste leerkrachten hebt. Er worden ook enkele vakken speciaal voor erasmusstudenten georganiseerd.
Kosten
De grootste uitgaven gaan uiteraard uit naar je verblijf. Daarvoor waren wij in totaal 280 euro per maand aan kwijt (inclusief water, electriciteit, verwarming / exclusief kosten schilderwerken, extra meubels). Meer informatie hierover vind je hierboven bij “verblijf”. Wij hadden van vroegere erasmusstudenten gehoord dat je vrij goedkoop van en naar België kan reizen, wij hebben dit echter niet gedaan. Onze ouders zijn enkele keren met de auto gekomen en zij deden er ongeveer 3,5uur over (vanuit Antwerpen, enkele reis). Wat schoolboeken/cursussen betreft moet je je geen zorgen maken. Het hangt er vanaf welke vakken je kiest. Wij hebben bijvoorbeeld enkel 2boekjes van recht moeten kopen (10euro in totaal). Maar ook andere erasmusstudenten hebben slechts enkele boeken moeten kopen en de meeste zelfs geen.
Je moet ook een Semesterbeitrag betalen. Ik geloof dat dit 25 euro is. Je krijgt dan wel een studentenkaart waarmee je eindeloos met de bus kan rijden, dit is dus heel handig. Je kan bijvoorbeeld met deze kaart ook met de S-Bahn naar Sarreguemines (Frankrijk).
Omgeving
Saarbrücken is een leuke stad. Je hebt er winkelstraten, pleinen met cafeetjes en restaurants,maar je kan net zo goed een wandeling maken in het bos(bijvoorbeeld in het “wildpark” op de weg naar de universiteit).
Doordat Saarbrücken zo dicht bij Frankrijk ligt , kan je ook gemakkelijk uitstapjes naar Frankrijk maken. (De Franse invloed blijkt ook uit het feit dat de universiteit een eigen Duits- Franse afdeling heeft. Ideaal dus voor studenten die Duits en Frans studeren.) Wij zaten in de Dudweilerstrasse,dit is eigenlijk een ideale locatie, je zit niet te ver van de universiteit en je bent op 5 minuutjes in het centrum. Er zijn ook tal van winkels in de buurt, zo heb je een aldi, lidl, rewe, plus. In de Dudweilerstrasse is ook een winkel genaamd “tedox”. Je kan dit ongeveer vergelijken met een soort gamma. Ze hebben er vanalles: meubels, stof, decoratie (voor als je je kot wat wil opfleuren), kuisgerief,enz. en het is best goedkoop.
Als je nog vragen, opmerkingen hebt over wat dan ook, stuur dan gerust een mailtje !
innedebacker@hotmail.com
devosmargot@hotmail.com
Eerst zijn er verschillende formele zaken die je moet regelen. Je inschrijven bij de Bürgeramt, inschrijven op school, Semesterbeitrag betalen, rekening openen. (Best bij Sparkasse, daar kan je het direct doen , bij andere heb je een heel gedoe met wachttijden en afspraken...) Op onze koten was geen internet voorzien. Dat blijkt nogal veel voorkomend te zijn in Duitsland. We hadden eerst zelf een aanvraag ingediend bij Alice (een provider waar je niet gebonden bent aan een bepaalde contractstermijn). Dit is echt af te raden! Niets anders als problemen. Het best ga je gewoon aankloppen bij je buren en hopelijk heeft iemand al internet die het met jou wil delen. Dit is ook heel voordelig! Wij betaalden slechts 7 euro per maand!
Verblijf
Ons kot was in de Dudweilerstrasse, het was een Wohngemeinschaft van Saarland-Bautraeger. Er zijn 3 gebouwen. Er zitten veel erasmusstudenten, maar het grote nadeel is dat je er amper contact hebt met de rest. Het is ook redelijk duur. De prijs is 245euro per maand, maar daar zit nog geen elektriciteit in (nog eens 35euro/maand). Er wordt ook nog 50 euro van je waarborg(deze bedraagde 330 euro) afgehouden, voor de verwarming en het water enzo. De kans is ook groot dat ze je muren moeten schilderen (ze vinden ze bij het minste al smerig) en dat kost ook telkens 30euro/wand) . Buiten het feit dat de koten wel duur zijn, zijn ze wel aan te raden. Ze zijn proper, je hebt je eigen badkamer en een mini keukentje en het is praktisch ingericht. Ook alle nodige meubels zijn reeds aanwezig behalve een tafeltje/stoelen. In het gebouw in de Dudweilerstrasse is in sommige kamers al aanwezig, in anderen niet. In de Brauerstrasse is dit echter wel voorzien in elke kamer. Als je kan kiezen tussen het gebouw in de Brauerstrasse en het gebouw in de Dudweilerstrasse is de Brauerstrasse aan te raden. Op zich verschilt het niet erg maar je hebt er wel meer kasten/opbergruimte. We hadden ook vrienden die op kot zaten op de universiteit, dit is heel goed om contacten te leggen omdat je een gemeenschappelijke keuken ,douche en toilet hebt. De kamers zijn echter heel erg klein en als je op je privacy gesteld bent is dit misschien niet zo’n goede keuze.
Vakken
Universität des Saarlandes is een heel toffe universiteit. Je wordt heel goed begeleid door Frau Stockero. Bij haar kan je echt met alles terecht. Bij haar moet je ook op het einde je Scheine binnebrengen (dit zijn je punten). Je moet goed opletten dat je lessen neemt waar je een 'benotete Schein' bij krijgt. Niet enkel een 'teilnahmeschein'. Wij moeten wel degelijk punten krijgen en niet enkel aanwezig zijn...
Zo goed als alle vakken die wij gevolgd hebben , waren heel leuk. De leraars zijn helemaal anders ingesteld. Er is veel interactie en het draait allemaal om bijleren maar tegelijk er ook plezier aan beleven. Er wordt verwacht dat je geïnteresseerd bent in je studie en ook je best doet, maar dat gebeurt vanzelf als je zo'n enthousiaste leerkrachten hebt. Er worden ook enkele vakken speciaal voor erasmusstudenten georganiseerd.
Kosten
De grootste uitgaven gaan uiteraard uit naar je verblijf. Daarvoor waren wij in totaal 280 euro per maand aan kwijt (inclusief water, electriciteit, verwarming / exclusief kosten schilderwerken, extra meubels). Meer informatie hierover vind je hierboven bij “verblijf”. Wij hadden van vroegere erasmusstudenten gehoord dat je vrij goedkoop van en naar België kan reizen, wij hebben dit echter niet gedaan. Onze ouders zijn enkele keren met de auto gekomen en zij deden er ongeveer 3,5uur over (vanuit Antwerpen, enkele reis). Wat schoolboeken/cursussen betreft moet je je geen zorgen maken. Het hangt er vanaf welke vakken je kiest. Wij hebben bijvoorbeeld enkel 2boekjes van recht moeten kopen (10euro in totaal). Maar ook andere erasmusstudenten hebben slechts enkele boeken moeten kopen en de meeste zelfs geen.
Je moet ook een Semesterbeitrag betalen. Ik geloof dat dit 25 euro is. Je krijgt dan wel een studentenkaart waarmee je eindeloos met de bus kan rijden, dit is dus heel handig. Je kan bijvoorbeeld met deze kaart ook met de S-Bahn naar Sarreguemines (Frankrijk).
Omgeving
Saarbrücken is een leuke stad. Je hebt er winkelstraten, pleinen met cafeetjes en restaurants,maar je kan net zo goed een wandeling maken in het bos(bijvoorbeeld in het “wildpark” op de weg naar de universiteit).
Doordat Saarbrücken zo dicht bij Frankrijk ligt , kan je ook gemakkelijk uitstapjes naar Frankrijk maken. (De Franse invloed blijkt ook uit het feit dat de universiteit een eigen Duits- Franse afdeling heeft. Ideaal dus voor studenten die Duits en Frans studeren.) Wij zaten in de Dudweilerstrasse,dit is eigenlijk een ideale locatie, je zit niet te ver van de universiteit en je bent op 5 minuutjes in het centrum. Er zijn ook tal van winkels in de buurt, zo heb je een aldi, lidl, rewe, plus. In de Dudweilerstrasse is ook een winkel genaamd “tedox”. Je kan dit ongeveer vergelijken met een soort gamma. Ze hebben er vanalles: meubels, stof, decoratie (voor als je je kot wat wil opfleuren), kuisgerief,enz. en het is best goedkoop.
Als je nog vragen, opmerkingen hebt over wat dan ook, stuur dan gerust een mailtje !
innedebacker@hotmail.com
devosmargot@hotmail.com
Abonneren op:
Posts (Atom)